Gotan Project: 'ALS MUZIKANT ABSORBEER JE DE OMGEVING'

Analyse

Gotan Project: 'ALS MUZIKANT ABSORBEER JE DE OMGEVING'

Gotan Project: 'ALS MUZIKANT ABSORBEER JE DE OMGEVING'
Gotan Project: 'ALS MUZIKANT ABSORBEER JE DE OMGEVING'

Philippe Cohen-Solal is een onbekende naam, maar met zijn Gotan Project verkocht hij wel al meer dan een miljoen cd's. Cohen-Solal is dj, sampler, projectbeheerder, kortom: een jonge muziekgod uit de 21ste eeuw.

Hij heeft duidelijk iets met Latijns-Amerika: de muziek van Gotan Project wordt omschreven als elektrotango en hij noemde zijn platenmaatschappij Ya Basta!, naar het gelijknamige boek van Subcomandante Marcos, van wie hij ook stukken toespraak verwerkte in een nummer. Van waar die fascinatie?
Philippe Cohen-Solal: Marcos’ visie op de samenleving, maar vooral de manier waarop hij die verwoordt en hoe hij mensen ermee mobiliseert, fascineerden me meteen. Hij voegt een element van poëzie toe aan het politieke discours en dat vind ik verfrissend.
Vanuit zijn plekje in het Lacandonenwoud slaagde hij erin om mensen over de hele wereld aan te spreken en om de problemen van de indianen te verwoorden op een hedendaagse manier. Hij voegt een element van poëzie toe aan het politieke discours en dat vind ik verfrissend, vooral in de politieke arena. Daar heerst meestal immers een dodelijke ernst en een egocentrische praktijk.
Ik idealiseer de figuur van Marcos niet. De ene dag maakt hij vergissingen, de andere slaat hij de nagel op de kop. Maar het is juist zijn uitgesproken menselijkheid die zo inspirerend werkt.
Volgens Ignacio Ramonet was de poëtische strijd van de Zapatisten een mooi ideaal voor de jaren negentig, maar heeft de eenentwintigste eeuw behoefte aan de machtspolitiek van Hugo Chavez.
Philippe Cohen-Solal: Ik ben het daar niet mee eens. De Venezolaanse president Chavez voert een goed sociaal beleid, maar ik vrees dat zijn aanpak van de ene dag op de andere in elkaar kan klappen. Op het internationale vlak toont hij zijn zwakste kant door in het simpele schema te stappen van “de vijand van mijn vijand is mijn vriend”.
Natuurlijk moet Chavez zich krachtig opstellen tegenover de regering Bush in de VS, maar als hij daarvoor zoete broodjes moet bakken met mensen als de Iraanse president Ahmadinejad, dan is hij niet goed bezig. Je kan de wereld niet simpelweg opdelen in goeden en slechten, in daders en slachtoffers. Ik denk dat de radicale analyses van Marcos veel dichter bij de wereklijkheid zitten en mensen dus beter informeren over de strijd die gevoerd moet worden.
Is het sampelen van Marcos meer dan een commerciële recuperatie van een radicaal verzetssymbool?
Philippe Cohen-Solal: Elk icoon wordt gebruikt op manieren die niet meer beheersbaar zijn. Che Guevara op een hippe t-shirt of een originele zeefdruk, dat kan zowel een esthetisch, modieus standmunt zijn als een uitdrukking van een politiek engagement. Ook Bob Marley is in die spanning terechtgekomen.
Ik heb daar eigenlijk geen probleem mee, omdat de kern van van hun boodschap -verzet, radicale inzet, rechtvaardigheid- zelfs de commerciële exploitatie van hun afbeelding overleeft. Wat wel een verschil maakt, is wat degene die gebruik maakt van het icoon ermee doet. Wij hebben bijvoorbeeld besloten om de publicatierechten van Marcos’ woorden via tussenpersonen te bezorgen aan het EZLN, de Zapatische beweging. Dat is onze manier om niet alleen te nemen, maar ook te geven.
Maar ik doe niet aan politiek via mijn muziek. Ik maak muziek, maar wil dat wel doen vanuit een inhoudelijke drijfveer en met een inhoudelijke boodschap. Je ontsnapt daar trouwens niet aan: zodra je woorden gebruikt in een lied, maak je een politieke beslissing: zal het over de liefde gaan of over de strijd om te overleven?
La Revancha del Tango verscheen in 2001, het jaar dat de Argentijnse economie in elkaar klapte. Is er een verband?
Philippe Cohen-Solal: Neen, het uitgangspunt was tango en Argentijnse muziek. Maar als muzikant absorbeer je natuurlijk altijd wat er rondom je gebeurt. Al in 1999 produceerden we met het prille Gotan Project de track El capitalismo foraneo, waarin we een oude toespraak van Evita Perron gebruikten. Zij had het daarin over de verwoestende effecten van het buitenlandse kapitalisme. Dat nummer werd in 2001 meteen grijsgedraaid door Argentijnse dj’s en werd daardoor voor veel mensen de soundtrack van de opstand tegen de oude politiek.
De niet-Argentijnen in Gotan Project zijn eigenlijk meer begaan met het graven naar de context van de tango, naar het Argentinië dat zich achter de meeslepende muziek bevindt, dan de Argentijnse muzikanten. Voor hen is Argentinië een pijnlijke herinnering aan verdwijningen, dictatuur, verbanning. Ik denk echter dat het onvergeeflijk oppervlakkig zou zijn om niet naar de realiteit achter de tango te zoeken, en dus gaat Epoca niet alleen over de verloren liefde, maar ook over het tijdperk van de vermisten.
De geschiedenis van Argentinië bewijst ook dat dictaturen niet enkel een zaak zijn van politiek machtsmisbruik, maar ook van economische keuzes. Door het gegeven van de economische dictatuur grondiger te onderzoeken, ontdek je ook dat het verhaal van de globalisering in Argentinië heel complex in elkaar zit. De Argentijnen zijn niet niet enkel slachtoffer van een mondiaal systeem, ze participeren ook aan dat systeem. Het waren Argentijnen die hun land uitverkochten aan het buitenlands kapitaal.
Hoe belangrijk is het voor u dat tango een muziekvorm is die ontstond uit de migratie?
Philippe Cohen-Solal: Heel belangrijk. Ik ben zelf ook geboren uit de migratie: mijn vader komt uit Tunesië, mijn moeder uit Nederland. Ik ben dus een eerstegeneratie Fransman die zich alleen in het buitenland echt Frans voelt. Mijn familie heeft geen geheugen, geen herinnering in Frankrijk en dus is het voor mij heel moeilijk om me honderd procent Fransman te voelen.
Misschien heeft dat ook wel effect op mijn muziek, want dat is vanaf het begin een zoektocht geweest in de richting van samenstellen en optellen van diverse tradities. Wat ik niet wil doen, is het maken van een muzikale collage waarin allerlei motiefjes in een dominante dreun geplakt worden. Dat zou veel te oppervlakkig zijn. In die zin was tango inderdaad een heel interessante muzikale omgeving om te verkennen, omdat er zoveel verschillende wortels zijn: blanke, zwarte, joodse…
In Lunàtico, het nieuwe album, proberen we wat meer aandacht te geven aan de Afrikaanse bronnen van de tango, iets dat tot voor kort een absoluut taboe was in Argentinië, al staat het onomstotelijk vast dat de Afrikaanse inwoners van Buenos Aires bijgedragen hebben tot het ontstaan van de tango.
Tango is een heel moeilijke muzikale traditie om naar je eigen hand te zetten. Maar als je de muziek echt laat binnensijpelen -bijvoorbeeld door er veel zelf naar te luisteren- dan ontstaan de mogelijkheden vanzelf. Ik hoop dat mensen die onze versie van de tango horen, daarna de muziekwinkel binnenstappen om Piazzola of Pugliese te kopen. Daarnaast was ik op zoek naar een soort dansmuziek die me niet zou uithollen, zoals de house en techno waarmee ik ooit gestart ben wel deden. Ik wil mensen laten dansen op een ritme dat melancholieker en dus ook reflectiever is. Ook dansmuziek kan mensen laten nadenken over de wereld waarin ze leven.
Lukt dat reflecteren ook nog een beetje als je op een openluchtpodium staat, op een zomerfestival?
Philippe Cohen-Solal: Wij proberen de hele mens aan te spreken: het lichaam door dansmuziek te maken, het hart door heel emotionele muziek te maken, en de ogen door samen te werken met een videokunstenares die bij de songs beelden creëert die geprojecteerd worden tijdens het optreden. Gedurende een uur willen we mensen wegvoeren naar ons Argentinië, naar onze dichterlijke vertaling van de werkelijkheid.
Hoe staat u tegenover een initiatief als Live Earth?
Philippe Cohen-Solal: Positief. Ik ben lid van Greenpeace en ben samen met de organisatie een festival aan het organiseren voor september. Ik heb in Zürich onlangs ook nog een dj set gespeeld voor Greenpeace. Ik probeer zoveel mogelijk benefietconcerten te spelen voor dit soort thema’s en organisaties. Alleen worden wij niet vaak gevraagd.
Sommige mensen vinden het vreemd dat rockmuzikanten zo veel aandacht krijgen voor hun politieke standpunten, terwijl ze niet noodzakelijk goed uitgerust zijn om het beter te weten.
Philippe Cohen-Solal: Er zit misschien wel wat waarheid in die kritiek. Anderzijds vind ik het wel terecht dat wij ons bereik en ons podium gebruiken om meer jonge mensen tot engagement aan te zetten. Het mag alleen niet eenzijdig worden. Ik haat de politiek van George W. Bush en wil mijn luisteraars graag aanzetten tot verzet, maar tegelijk hoop ik dat ze niet vervallen in het primaire anti-Amerikanisme dat opgeld maakt.
Ik heb net een soloplaat gemaakt met Amerikaanse rootsmuziek. Dat is mijn  -muzikale- manier om te zeggen dat er fantastische mensen leven in de VS. Wat er vandaag in the Other America gebeurt, de strijd tegen de domme machtspolitiek vanuit Washington, dat is gewoon schitterend.