Haviken staan alleen met Irak-standpunt
Jim Lobe (IPS)
24 juni 2014
Neoconservatieven en haviken, elf jaar geleden nog de motor achter de invasie in Irak, slagen er ondanks brede media-aandacht niet in om het Amerikaanse volk en het Congres te overtuigen dat Washington moet terugkeren.
Terwijl in 2003 bijna alle Amerikaanse media zich kritiekloos achter de Iraakse inval schaarden, zijn er nu een aantal mainstream media die openlijk vragen stellen bij de reactie van de haviken op de dramatische opmars van radicale soennieten in het noorden en centrum van Irak.
Fox
Erg verrassend was de scherpe uithaal naar voormalig vicepresident Dick Cheney op Fox, de favoriete nieuwszender van haviken.
“U zei dat (de gewezen Iraakse president) Sadam Hoessein over massavernietigingswapens beschikte. U zei dat we als bevrijders binnengehaald zouden worden. U zei in 2005 dat de (soennitische) opstand op zijn laatste benen liep. En u zei na onze interventie dat de extremisten hun jihadstrategie wel zouden herzien’, wierp het nieuwsanker Megyn Kelly hem voor de voeten.
“Wat zegt u tegen diegenen die vinden dat u het over zoveel zaken bij het verkeerde eind had, nu er bijna een biljoen dollar is gespendeerd en 4500 Amerikanen zijn gesneuveld?”, vroeg Kelly verder aan Cheney.
De doorgaans nuchtere en respectvolle krant The New York Times schreef een spottend portret van Bush’s gewezen VN-ambassadeur John Bolton, die steeds wild tekeer gaat tegen Obama’s beleid.
John McCain
Toen de Republikeinse senator John McCain, waarschijnlijk de vurigste bepleiter in het Congres van interventie in Syrië, de Senaat opriep tot “onmiddellijke actie” tegen de soennitische opstandelingen van terreurgroep Isis, om te verhinderen dat de rebellen naar Bagdad trekken, merkte Washington Post-journaliste Dana Milbank droog op: “Is er nog iemand die luistert, als John McCain een lans breekt voor oorlog?”
Het scepticisme waarmee de haviken en hun oorlogsplannen vorige week werden onthaald, is zo opvallend dat Michael Rubin – een collega van Bolton bij het American Enterprise Institute, een neoconservatieve denktank – zich geroepen voelde om de media aan te klagen, omdat die een legitiem beleidsdebat in de kiem zouden smoren.
Oorlogsmoe
Maar zoals journalist Milbank schrijft: “Het is vandaag eenzaam om een interventionist te zijn.” Uit peilingen in de afgelopen jaren blijkt duidelijk dat de Amerikaan oorlogsmoe is. Hij is niet alleen ontgoocheld over de militaire interventies in Irak en Afghanistan, maar twijfelt ook aan de doeltreffendheid van het Amerikaanse leger in het algemeen.
In een peiling die Ipsos/Reuters vorige week liet uitvoeren, geeft slechts 20 procent van de Amerikanen aan een militaire interventie in Irak van welke aard dan ook te steunen.
Die trend heeft duidelijk het politieke aanzien en de geloofwaardigheid van de haviken schade berokkend, vooral dan van Cheney, Bolton, de voormalige viceminister van Defensie Paul Wolfowitz en Bill Kristol, redacteur bij de Weekly Standard. Zij promootten de oorlog in Irak en pleiten nu voor een hernieuwde interventie, minstens in de vorm van luchtaanvallen.
Negen maanden geleden werd al duidelijk dat hun invloed afneemt. Ze slaagden er toen niet in beleidsmakers – zelfs niet de Republikeinen – te scharen achter het voorstel om luchtaanvallen uit te voeren op militaire en andere doelwitten in Syrië, nadat Obama Damascus had beschuldigd van het gebruik van chemische wapens.
Drones inzetten
De haviken hebben nu een gelijkaardig probleem met Irak. Tot dusver leek zelfs het Republikeinse leiderschap in het Congres tevreden met de stappen die Obama donderdag aankondigde, namelijk toegenomen surveillance door Amerikaanse drones en vliegtuigen, en het inzetten van 300 militaire adviseurs om de opmars van Isis te helpen stuiten.
Washington zet ook druk op de Iraakse premier Nouri Al-Maliki, die volgens nagenoeg alle Amerikaanse waarnemers verantwoordelijk is voor het systematisch vervreemden van de Iraakse soennieten.
De haviken vinden dat Washington te weinig militair gewicht, in de vorm van tienduizenden Amerikaanse soldaten op het terrein, in de schaal legt om een oplossing af te dwingen. Ze hekelen Obama’s beslissing uit 2011 om alle soldaten terug te trekken.
In het algemeen doen ze hun best om Obama’s buitenlandbeleid voor te stellen als een regime van zwakheid en terugtrekking. In de lijn daarmee richten de haviken de meeste van hun pijlen op de beslissing om het Amerikaanse leger terug te trekken. Maar ze zwijgen over hun eigen verantwoordelijkheid bij de invasie in 2003, en de gevolgen daarvan, zoals het ineenstorten van de Iraakse staat en de opkomst van sektarisme.