Suikercrisis in Egypte: ‘Het IMF is de duivel die mijn land opeet’
Marlies Van Coillie
13 januari 2017
Sinds oktober kampt Egypte met een suikercrisis terwijl het land een van de grootste afnemers is van suiker. Die suikercrisis mag niet los gezien worden van de dollarcrisis en de lening van 12 miljard dollar die het IMF plant te verstrekken aan de Egyptische regering.
‘Suiker?’, vraagt de verkoper van een kruidenierszaak in het centrum van Caïro. Hij knikt dat ik binnen mag komen wanneer mijn antwoord afwijzend is. De anderen? Zij moeten aanschuiven in de rij, wachtend op hun geliefde suiker.
Sinds oktober kampt Egypte met een suikercrisis terwijl het land een grote afnemer is van suiker met cijfers die variëren tussen de 3,1 tot 3,2 miljoen ton per jaar. ‘Volgens het ministerie van Agricultuur, is de lokale suikerproductie geschat op 2,2 miljoen ton’, schrijft Al-Ahram Weekly, de dochter van de Egyptische nationale krant Al-Ahram. Voor een derde van haar productie is Egypte dus aangewezen op import en net daar ligt het probleem.
69 tot 71 miljoen Egyptenaren genieten van gesubsidieerde suiker.
Suiker bij de thee in Caïro
© Marlies Van Coillie
69 tot 71 miljoen Egyptenaren genieten van gesubsidieerde suiker. Voor de suikercrisis kochten zij suiker aan 5,5 Egyptische pond per kilogram. Wanneer de suiker van de rekken verdween, was de Egyptische regering er als de kippen bij om haar bevolking gerust te stellen. Ze zou er alles aan doen om haar bevolking weer van suiker te voorzien.
Wie dan toch suiker vond, betaalde ongezien hoge tarieven. Als antwoord heeft de Egyptische regering tonnen suiker in beslag genomen. Zo is een man opgepakt omdat hij rondliep met tien kilo suiker. Sinds de suikercrisis geldt echter een limiet van twee kilo suiker per consument. Omwille van de suikerschaarste heeft de regering de prijs voor gesubsidieerde suiker ook doen stijgen.
Mierzoete dollars
De suikercrisis kan niet los gezien worden van de dollarcrisis. Het land heeft een grote nood aan dollars.
Zo horen vakantiegangers aan te schuiven aan een ander loket in het Ramses treinstation om te reizen naar Luxor, Aswan of naar andere toeristische bestemmingen en dienen ze te betalen in dollars. Wat meteen problemen geeft voor zij die al hun centen reeds hebben omgewisseld in de Egyptische munteenheid. Zij staan voor een voldongen feit. Wisselbanken verwijzen hen door naar de zwarte markt. Die zwarte markt kwam in bloei omdat de regering van Abdelfattah El-Sisi de waarde van de Egyptische pond tegenover de dollar krampachtig hoger hield dan haar eigenlijke marktwaarde.
Die zwarte markt kwam in bloei omdat de regering van Abdelfattah El-Sisi de waarde van de Egyptische pond tegenover de dollar krampachtig hoger hield dan haar eigenlijke marktwaarde.
Op donderdag 3 november besloot de regering plots de waarde van de Egyptische pond door de markt te laten bepalen. Het resultaat was een devaluatie van 48%. Op een paar dagen tijd zag de Egyptenaar de waarde van zijn geld gehalveerd. Voor toeristen werd alles met de helft goedkoper.
Als het al moeilijk was voor private bedrijven om goederen te importeren voor de devaluatie van de munt wegens een tekort aan dollars, dan heeft de devaluatie van de munt de situatie zeker niet verbeterd.
Zo bevestigt Al Ahram Weekly: ‘De stijging in de prijs van de Amerikaanse dollar tegenover de Egyptische pond heeft eveneens geleid tot een stijging van de prijzen voor importgoederen.’
Het tekort aan dollars is te wijten aan een blijvende sputterende economie. Sinds de revolutie van 2011 slabakt de toeristische sector en heeft het land het moeilijk buitenlandse investeerders aan te trekken. Ook de olie- en gasproductie en het Suez kanaal leveren minder dollars aan.
Een lening van 12 miljard dollar zou Egypte uit deze put moeten helpen. De lening die het IMF plant te verstrekken komt echter met voorwaarden. De drastische beslissing om de Egyptische pond met de helft te devalueren, was er daar één van.
Toeristen dollars laten betalen om met hen op de foto te gaan
Davidlohr Bueso (CC BY 2.0)
‘Hoe moeten we eten?’
De IMF-deal heeft verregaande implicaties voor het dagelijkse leven van alle Egyptenaren, arm en rijk. De huidige economische situatie is hét gespreksonderwerp bij uitstek in Caïro.
Ahmad Hammoud (CC BY 2.0)
‘Mensen vragen zich af hoe ze moeten eten’, reageert Adel Abdel Moneim, lesgever in de Arabische taal en literatuur aan het NVIC (Nederlands-Vlaams Instituut in Caïro). ‘Hoe?’, herhaalt hij, om de ernst van de zaak te onderstrepen.
Bij het drinken van hun “Egyptische Stella” in het befaamde café Horreya in Downtown Caïro, bediscussieert een groep voormalige revolutionairen de prijsstijging van hun geliefde biertje in de lokale bar.
‘En daarna alles: benzine, transport, groenten,…’
Er wordt met getallen gegooid. ‘In 2011 was het 11 pond, in 2014 werd het 14 pond, in 2015 werd het 16, in 2016 werd het 20 en afgelopen maand steeg het met vijf pond. Hetzelfde voor sigaretten. En daarna alles: benzine, transport, groenten,…zeker na de devaluatie van de munt’, zo besluit Ahmed Hassan, één van de hoofdfiguren die werd gevolgd voor de documentaire The Square over de Egyptische revolutie.
Zwarte donderdag
De voorwaarden van het IMF liggen in lijn met het fiscaal hervormingsprogramma dat de Egyptische regering in 2014 voorstelde. Een programma dat op lange termijn wil snoeien in de subsidies. Zo wil ze de subsidies voor energie droogleggen binnen de vijf jaar te tellen vanaf 2014.
Sisi speelt het slimmer dan Moebarak. Elke keer wanneer de prijzen de lucht ingaan, gebeurt dat op een donderdag om middernacht. Vrijdag is de rustdag in Egypte.
Het IMF stuurt daar op aan. ‘De energiesubsidies missen te vaak hun doel en helpen de armen niet’, meldt het IMF. Ondertussen loopt de energierekening op. Op 8 augustus maakte het Ministerie van Elektriciteit haar nieuwe tarieven bekend. Brandstof volgde. ‘De regering besloot ook de prijzen van brandstof te doen stijgen, luttele uren nadat de Centrale Bank de pond liet vlotten’, meldde Al-Ahram Weekly.
Op de vraag of Sisi de nieuwe Moebarak is, antwoordt Adel Abdel Moneim: ‘Sisi speelt het slimmer dan Moebarak. Elke keer wanneer de prijzen de lucht ingaan, gebeurt dat op een donderdag om middernacht. Zodat we het maar een dag later merken, tegen dan is het kwaad al geschiedt. Het verkleint de kans op het ontstaan van spontaan protest.’
Vrijdag is de rustdag in Egypte.
Spyros Petrogiannis (CC BY-NC-ND 2.0)
De zwarte doos van Pandora
‘De marktstimulerende maatregelingen die het IMF oplegt aan Egypte zijn gebaseerd op de neoliberale theorie’, stelt Brecht De Smet, onderzoeker van de Middle East And North Africa Research Group (MENARG) van de Universiteit Gent. ‘Het regime hoopt dat dit op middellange termijn zijn vruchten afwerpt en dat de rijkdom aan de top zal doorsijpelen naar de rest van de bevolking eens er opnieuw een gezonde economische groei is.’
‘De marktstimulerende maatregelingen die het IMF oplegt aan Egypte zijn gebaseerd op de neoliberale theorie’
In praktijk komen deze marktstimulerende maatregelen ‘enkel een kleine laag monopolisten en oligopolisten ten goede die zich verrijken via de liberalisering en privatiseringspolitiek. Bovendien lokt dit sociaal protest uit dat het regime verder kan destabiliseren.’
Wie zijn die monopolisten en oligopolisten?
Na de revolutie van 2011 heeft het Egyptische leger zijn positie zowel binnen het politiek systeem als het economische systeem versterkt. Abdelfattah El-Sisi en zijn entourage bepalen de koers van de Egyptische economie. Wat is precies hun aandeel in de binnenlandse economie?
‘Naar het Egyptische leger wordt vaak verwezen als naar een zwarte doos’, meldt Shana Marshall in haar rapport The Egyptian Armed Forces And The Remaking Of An Economic Empire. Wat precies in de handen is van het leger is niet terug te vinden in de boeken. Volgens Middle East Eye strekt het Egyptische leger haar bereik zich uit tot vrijwel in elke economische sector, van voedingsmiddelen als tomaten, pasta en olijfolie, tot commerciële elektronica, vastgoed, infrastructuur, transport en diensten.
Zeker is dat ze haar macht moet delen met een private sector die grotendeels in handen is van de ‘neoliberale kapitalistische klasse die groeide onder Sadat en Moebarak’, stelt Hazem Kandil in een interview aan de New Left Review.
De revolutie op het Tahrirplein in 2011
© Floris Van Cauwelaert
Suikertante of duivel
Onder de tussentitel “Helping the Egyptian People” schrijft het IMF op haar website dat ‘het programma door de Egyptische regering is, voor het Egyptische volk, en om de Egyptische economie te helpen.’
Zowel Brecht De Smet als Ahmed Hassan houden er een andere mening op na. De Smet is klaar en duidelijk: ‘Het Westen moet gewoon stoppen met het sponsoren van dictatoriale regimes’ waarbij hij ook verwijst naar andere vormen van sponsoring. ‘Egypte is na Israël het grootste donorland van de VS.’
Hij biedt wel een alternatief. ‘Een juiste Westerse politiek met betrekking tot het Globale Zuiden houdt volgens mij in: een algemene kwijtschelding van de schulden, die na meer dan drie decennia ondertussen wel al terugbetaald zijn’, waarmee hij verwijst naar schuldencrisis van de jaren tachtig in de derde wereld. ‘Elke keer we een nieuwe lening verstrekken, voeden we alleen de schuldenspiraal.’
‘Een juiste Westerse politiek met betrekking tot het Globale Zuiden houdt in: een algemene kwijtschelding van de schulden.’
‘Westerse belangen vrijwaren’, geeft Brecht De Smet als reden voor de sponsoring. ‘Dit leidt juist tot meer autoritarisme en meer onrust en conflict in de regio, wat de nasleep van de Arabische opstanden nog maar eens bewijst.’
Ahmed Hassan stelt de voorwaarden van het IMF in vraag. ‘Hun voorwaarden verwoesten ons leven.’ Hij besluit : ‘Het IMF is de duivel die mijn land opeet.’
Het lijkt erop dat Abdelfattah El-Sisi in dit opzicht mag toegevoegd worden aan het lijstje van dictators van wie het Westen houdt.