Het niveau van de uitwisseling: buitenlandse studenten in België
Met bijna tien procent buitenlandse studenten beantwoorden de universiteiten van Leuven en Gent aan het Europese streefcijfer.
De faam van de Belgische universiteiten is bijna even groot als die van onze tennissters. Wanneer ik de Canadees Andrew Cook vraag waarom hij voor België koos, hoeft hij niet lang na te denken: ‘De reputatie van de KU Leuven en het multiculturele karakter van België’. Andrew komt uit Ottawa en deed hier zijn eerste licentie filosofie. Geen echte Erasmusstudent dus, maar zijn universiteit heeft wel een vergelijkbare overeenkomst met de KU Leuven.
Ik ontmoet hem in Pangaea, het interculturele ontmoetingscentrum voor buitenlandse studenten in Leuven. In het gezelschap van enkele vrienden zit hij het examen Chinese filosofie van de volgende dag voor te bereiden, maar hij heeft wel even tijd voor een praatje. Beantwoordde het voorbije jaar ook aan de hoge verwachtingen waarmee hij kwam? ‘De eerste twee weken waren hels. Ik wist niet waar je wat moest kopen, het was ingewikkeld om mijn Canadese creditkaart erkend te krijgen en het Nederlands is ook zo moeilijk’, herinnert Andrew zich.
Maar na die korte inloopperiode werd alles anders. ‘Nooit eerder heb ik zoveel vrienden gehad als nu.’ Vooral buitenlandse vrienden dan, want de kloof tussen de Belgische en de buitenlandse studenten blijft, in Leuven en in Gent, een teer punt. ‘En de studies?’ Cook antwoordt stoïcijns: ‘Het niveau ligt hoger in Ottawa, maar daarvoor kwam ik niet. Ik heb vooral heel veel andere dingen geleerd.’
Wereldwijd leren
‘De filosofie achter de uitwisselingsprogramma’s is dat ze onder meer de vaardigheid stimuleren om zich in te werken in een andere taal en cultuur, om nieuwe vrienden te maken en zelfstandig je weg te leren vinden in een nieuwe context’, vertelt Hilde Bouckenooghe, afdelingshoofd Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Gent. Tijdens het academiejaar 2002-2003 ontving de UG bijna 500 Erasmusstudenten, een cijfer dat gestaag is gegroeid sinds het prille begin in 1987, en dat ongeveer gelijk is aan het aantal studenten dat vanuit Gent elders is gaan studeren.
In tegenstelling tot het reguliere systeem voor buitenlandse beursstudenten, waarbij de Chinezen de kroon spannen, trekt Erasmus grote aantallen Spaanse studenten aan in Vlaanderen. In Gent groeit de jongste jaren ook het aantal Oost-Europeanen, als gevolg van een bewuste aanmoedigingspolitiek. ‘Meestal zijn het parels van studenten, want hun universiteiten hebben een hoog niveau’, weet Bouckenooghe.
Vanaf academiejaar 2004-2005 start de UG een samenwerking met Turkije, wat vooral voor de Turkse bevolkingsgroep hier perspectieven opent. Voor 2004 tot 2008 komt er zelfs een Erasmus-Mundus project, waarbij 250 gezamenlijk programma’s van Europese universiteiten uitwisselingen mogelijk maken tussen studenten van over heel de wereld. Daardoor krijgen geografisch blinde vlekken binnen Europese uitwisselingsprogramma’s, zoals subsahara-Afrika, nieuwe opportuniteiten. Bedoeling is, zo staat in de nota, om van Europa een pole of excellence te maken op het gebied van hoger onderwijs in de wereld.
Kijken in de spiegel
Integratie, flexibiliteit en mobiliteit, daaraan werkt de onderwijsomgeving dus in een wereld die voortdurend globaliseert. Verandert zo’n ervaring dan ook het perspectief van de jongeren, hun kijk op de wereld, op ons land, op hun eigen cultuur, op zichzelf?
David García is Peruaan. ‘Als ik met de trein van Brussel naar Luik rij, hoor ik op een half uur tijd de mensen twee of drie talen spreken. Wanneer ik in Peru Quechua wil horen, moet ik vanuit Lima een uur of tien met de bus, of om Aymara te horen moet ik eerst de bus of het vliegtuig nemen en dan met de ezel tot in de afgelegen gemeenschappen geraken.’ Wat hem echter het meest heeft getroffen is de ontmoeting met andere Latijns-Amerikanen.
‘Hier zie ik pas hoeveel wij met elkaar gemeen hebben. Wanneer ik Mexicanen, Chilenen, Ecuadoranen of Colombianen ontmoet, is het alsof ik in een spiegel kijk. We delen niet alleen dezelfde taal en dezelfde religie, maar ook dezelfde sociale problemen. Ik besef nu dat zoveel gemeenschappelijkheid een kracht is die we verder moeten ontwikkelen. In de mate dat Latijns-Amerika erin slaagt de krachten te bundelen, zoals Europa gedaan heeft, zullen we vooruit komen. In Peru kan ik dat theoretisch inzien, hier ervaar ik het echt.’
Andrew Cook werd vooral getroffen door het verschil tussen Amerika en Europa. De mensen hier zijn meer beschaafd vindt hij. Wat hij daarmee precies bedoelt, omschrijft hij als volgt: ‘Als je in de VS of Canada een koffie bestelt, krijg je voor één dollar een reuzengrote beker, die je onbeperkt mag navullen. Of die koffie ook lekker is en de omgeving gezellig, dat is een andere kwestie. Hier in België betaal je 1,50 euro voor een klein kopje lekkere koffie, met een melkje, een suikertje, een koekje, keurig verzorgd opgediend, niet veel maar om intens van te genieten. Ook met de maaltijden is het zo. Dat is het verschil tussen Amerika en België. Mensen stralen een gevoel van waardigheid uit.’
In de loop van dit jaar is België zijn favoriete plek geworden. ‘Met de NAVO-zetel en het machtscentrum van de EU is België een klein maar machtig landje.’ Als filosoof heeft Andrew ook zijn visie op de bredere wereld bijgesteld. ‘Ik sta erg sceptisch tegenover het proces van globalisering, vooral vanwege de realiteit van de economische en commerciële globalisering, de wereldwijde invasie van de Amerikaanse cultuur. Globalisering is een onafwendbaar gebeuren, dat heb ik wel ingezien, maar hier heb ik ontdekt dat het proces ook verrijkend kan zijn. Kijk om je heen, hier zitten Indiërs, Spanjaarden, een Peruaan, iemand uit Ierland. Dit gesprek zelf is vrucht van de globalisering. Globalisering is niet enkel een commercieel en economisch proces, het kan ook werken als een dynamiek om waarden door te geven, en op dat vlak houdt België een groot potentieel in zich. België en Brussel hebben in de loop van de geschiedenis geleerd hoe om te gaan met multiculturaliteit, terwijl het land toch nog zijn eigenheid heeft behouden. Ik denk dat België een alternatieve weg kan wijzen in het proces van globalisering.’