De nieuwe breuklijn op het Amerikaanse continent: veiligheid versus burgerrechten
Hoe aantrekkelijk is het veiligheidsmodel van El Salvador voor de rest van Latijns-Amerika?


In El Salvador lijkt het een uitgemaakte zaak: in ruil voor veiligheid krijgen de Salvadoranen een dictator. De rest van het continent kijkt met grote ogen toe. Maar valt het Salvadoraanse model zomaar te kopiëren naar het buitenland?
Wie kan de straten zuiveren van bendegeweld? Het antwoord op die vraag is in ijltempo uitgegroeid tot de heilige graal voor elke president tussen Buenos Aires en Mexico-Stad. De regio kreunt onder een golf van misdaad en geweld, die diep verankerd zit in de drugseconomie en door corruptie aangetaste instellingen.
Onder druk van Washington voeren Latijns-Amerikaanse regeringen traditioneel een beleid van harde repressie: grootschalige drugsvangsten, het oppakken en uitleveren van kartelleiders en militaire offensieven in vooral achtergestelde regio’s.
Terwijl de Amerikaanse vraag naar cocaïne en fentanyl recordhoogtes bereikt, zijn lokale gemeenschappen de speelbal van gewapende bendes die gedijen in armoede, jeugdwerkloosheid en de afwezigheid van sociale voorzieningen. En de criminele netwerken? Die passen zich razendsnel aan of vallen uiteen in kleinere, gewelddadigere groepen.
Dit is de logica van vijftig jaar War on Drugs. Dat die niet afgelopen is, mag duidelijk zijn na de recente Amerikaanse aanvallen op vermeende drugstransporten, telkens met dodelijk afloop. De opvarenden van die transporten heten dan plots ‘narcoterroristen’, waardoor ze a priori hun democratische recht op een proces kwijtspelen.
Met de repressie verschuiven ook de cocaïne- en fentanylroutes: waar Colombia of Mexico onder druk komen te staan, duiken nieuwe hubs op in landen als Costa Rica of Honduras. Met die verschuivingen verspreidt ook het geweld zich, en soms gaat dat verontrustend snel. In een land als Ecuador gebeurde dat in slechts enkele jaren tijd. De wereld zag een relatief stabiel baken kapseizen. Vandaag is het een door bendegeweld geteisterde natie.
Zo blijft de kloof tussen Noord- en Zuid-Amerika groeien. Want in tegenstelling tot de regeringen in het Noorden hebben Latijns-Amerikaanse burgers andere zorgen aan het hoofd dan het drugsgebruik van hun noorderburen. Zij willen de moordcijfers in hun straten omlaag zien gaan – iets wat niet strookt met de repressie waarmee de machtige noorderbuur minder drugs binnen zijn eigen grenzen wil afdwingen.
El Salvador presenteert zich vandaag als het land dat de heilige graal heeft gevonden. Tot enkele jaren geleden werd het land verscheurd door bendegeweld. Vandaag is dat geweld slechts een nare herinnering. Maar het model van president Nayib Bukele is gecontesteerd: in ruil voor méér veiligheid kregen de Salvadoranen minder burgerrechten.
De Salvadoranen lijken alvast opgetogen met hun nieuwe context: ze dragen hun president op handen. De rest van de wereld observeert het kleine landje aan de Stille Oceaan met totale afschuw of met beate verwondering.

Zijn repressieve aanpak van het bendegeweld in El Salvador heeft president Nayib Bukele zowel populair als omstreden gemaakt.
© Gobierno Danilo Medina (CC BY-NC-ND 2.0)
Een vergulde drol
Sinds president Nayib Bukele er in 2022 de noodtoestand uitriep, verandert El Salvador in sneltempo. Tienduizenden vermeende bendeleden werden opgesloten in megagevangenissen, vaak zonder proces. Ruim 2% van de bevolking zit in de gevangenis.
Het resultaat is spectaculair. El Salvador, ooit berucht als ‘moordhoofdstad van de wereld’, noteert vandaag historisch lage moordcijfers. Het jaar 2024 was het minst dodelijke jaar in maar liefst vijf decennia. Van een piek van 18,4 doden per dag in 2015 ging het naar 0,31 moorden per dag in 2024.
Voor de moegetergde Salvadoranen is dat zonder meer een verademing. En ook internationaal gooit Bukeles aanpak hoge ogen: van Argentinië tot Honduras kijken regeringen met belangstelling toe. Bukele krijgt alle lof toegezwaaid van de Amerikaanse president Donald Trump, die zich gretig spiegelt aan Bukeles tough on crime-imago.
Toch is dit niet het volledige verhaal. Want toen onderzoeksjournalisten van de gewaardeerde krant El Faro licht wierpen op de werkwijze van de president, doken er kwalijk riekende luchtjes op. Volgens de krant heeft ’s lands verbeterde veiligheidssituatie niets te maken met Bukeles ‘oorlog tegen de bendes’.
Integendeel: de president sloot net een deal met ’s lands gevreesde bendeleiders. In ruil voor macht en weelde binnen de gevangenissen beperken de bendeleiders het geweld op straat. Het bestaan van de deals werd bevestigd door het Amerikaanse ministerie van Justitie, dat prompt twee hoge functionarissen oppakte.
Deals met bendeleiders zijn een oud zeer in de Salvadoraanse politiek – ook de door Bukele verachte voorgangers maakten er zich schuldig aan. Maar waar z’n voorgangers de deals in tijd, territorium of gesprekspartners beperkten, pakt Bukele door. Hij voelt zich niet te beroerd om de noodtoestand uit te roepen en maand na maand te verlengen. Dat betaalt zich uit – à rato van achttien minder lijken per dag. Maar ondanks het succes blijft het grote probleem met zulke deals natuurlijk: wie heeft de macht écht in handen?
Vaak gebeurt het niet, maar als die vraag beantwoord wordt, klotst het water tegen de plinten. In 2020 en 2022 werden er, telkens in de loop van één weekend, respectievelijk 77 en 87 mensen gedood. Vanuit de gevangenis hadden de leiders hun mensen opgedragen om het moorden te hervatten – als wraak voor enkele regeringsmaatregels die niet naar de zin waren van de bende.
Op zulke momenten verschuilt ’s lands immer gladde leider zich als een soort keizer zonder kleren achter het gordijn. De fans roeren zich even niet. De stilzwijgende massa slinkt, kiest kant, aangevuurd door een ontluikende personencultus rond de leider.
En de critici? De luidruchtigsten onder hen draaien de nor in. Wie dan nog overschiet, zal je steeds stiller horen beweren dat Bukele simpelweg een drol probeert te vergulden: gespierd beleid, op het eerste gezicht best aantrekkelijk, maar waar je het blinkende laagje zo van afkrabt, om nadien vol afgrijzen het hoofd in de nek te werpen.
De War on Drugs is thuisgekomen
Elizabeth Dickinson, analist van de International Crisis Group, schrijft in een recent verschenen rapport dat het militariseren van de maatschappij niet leidt tot meer veiligheid, althans niet op lange termijn. Overbevolkte gevangenissen leiden volgens Dickinson, en met haar vele andere wetenschappers, tot méér misdaad. En een door de staat onderhandeld staakt-het-vuren met bendes maakt het hen mogelijk om net méér vuurkracht te vergaren, net zoals het hen de ruimte biedt om het staatsapparaat nog meer te corrumperen.
Kortom, wat Bukele doet, is de Amerikaanse War on Drugs inpassen in een nationalistische, Latijns-Amerikaanse context. De door de Amerikanen opgelegde oorlog is thuisgekomen: het verklaart waarom Bukele zowat kind aan huis is in Washington.
De prijs die de Salvadoraanse samenleving daarvoor betaalt, is hoog. De hele maatschappij is doordrongen van het veiligheidsapparaat. Een tattoo, een bepaald soort schoenen of het gebruik van straattaal kan voldoende kan zijn om zonder proces in de gevangenis te belanden, jarenlang.
Mensenrechtenorganisaties documenteren massale willekeurige arrestaties, verdwijningen en doden in detentie. Onafhankelijke rechtspraak is grotendeels buitenspel gezet. Politici die gelijkaardige deals met bendeleiders sloten, worden vervolgd. Kritische media, zoals de krant El Faro, die de deals aan het licht bracht, werden onder druk opgedoekt of verbannen.
In juli 2025 schrapte Bukele de limiet op twee opeenvolgende presidentschappen en verlengde de ambtsperiode van vijf naar zes jaar. Wie de Latijns-Amerikaanse geschiedenis wat volgt, begrijpt wat er komen gaat. Bukele plaveit de weg voor een levenslang presidentschap – met zichzelf aan het roer.
Verschillende landen gingen El Salvador voor: Venezuela en Nicaragua kennen sinds 2009 geen limiet. Intussen zijn beide landen afgegleden naar een dictatuur onder leiding van één sterke figuur – in de Latijns-Amerikaanse traditie caudillo genoemd.
(Het artikel gaat verder na onze leestips)
Lees meer over het veiligheidsbeleid van El Salvador
Het Singapore van Midden-Amerika
De Salvadoranen dragen hun president op handen. Bukeles populariteit blijft relatief constant hangen rond de 85% – méér dan welke president ook op het continent. Daar heeft de toegenomen veiligheid natuurlijk alles mee te maken. Die betaalt zich direct uit in een verbeterde economie. Cijfers van de Wereldbank tonen een groei, met als uitschieter bijna 12% in 2021. Bukele zelf pocht dat hij van El Salvador het Singapore van Midden-Amerika wil maken.
Sinds de bendes goeddeels uit het straatbeeld verdwenen zijn, beleeft El Salvador een ongekende economische opleving. Het toerisme, jarenlang in verval door het geweld, kent een spectaculaire groei. Internationale bedrijven vestigen zich opnieuw in het land, terwijl kleine ondernemers niet langer hoeven te bukken onder de constante dreiging van afpersing door bendes. Wijken die decennialang no-gozones waren, worden weer bewoonbaar, met een opverende immobiliënmarkt als gevolg.
Tegelijk keert het migratiepatroon om: minder Salvadoranen vluchten het land uit op zoek naar veiligheid, terwijl mensen uit de diaspora overwegen terug te keren. Voor gewone families zijn deze veranderingen direct voelbaar in hun portemonnee. Het zijn concrete verbeteringen in het dagelijkse leven, die abstracte discussies over ‘democratie’ en ‘rechtsstaat’ in het hemd zetten.
Slechts 1,4% van de bevolking zou het problematisch vinden dat zoveel macht zich concentreert bij één persoon. Zo blijft het idee dat El Salvador een dictatuur is vooral in het buitenland leven. Bukele zelf lijkt er zich weinig van aan te trekken: ‘Noem me gerust een dictator. Beter zo, dan dat er Salvadoranen sterven in de straten.’
Intussen is iedereen de zeldzame geweldsexplosies van de afgelopen jaren vergeten. Nochtans zijn die cruciaal om Bukeles beleid te analyseren. Want hoe hard Bukele ook probeert om het geweld de kop in te drukken, dit is de realiteit: de bendes zijn niet verdwenen. Integendeel: ze hebben zich in het hart van de Salvadoraanse politiek genesteld.
In het spoor van Bukele
Bukeles demarche is dermate ongezien dat hij zowaar een nieuwe breuklijn heeft geopend op het Amerikaanse continent: wil je veiligheid of burgerrechten? Die vraag kadert in de wereldwijde tendens richting simplisme en polarisatie, en verklaart de uitgesproken buitenlandse reacties op Bukeles beleid.
De bromance tussen Bukele en Trump stond in de sterren geschreven. Maar ook andere (voormalige) leiders op het continent prijzen z’n harde aanpak van criminaliteit, een thema dat toch vooral een stokpaardje voor rechts is. Niet toevallig situeren Bukeles supporters zich dan ook in het rechtse kamp. Javier Milei in Argentinië en eerder Jair Bolsonaro in Brazilië. Ecuadoraans president Daniel Noboa toont ‘interesse’ in het model, net zoals Xiomara Castro in Honduras.
Kritiek viel te horen in Colombia en Mexico. Colombiaans president Gustavo Petro noemde Bukeles megagevangenis een ‘concentratiekamp’ en bekritiseerde zijn massale detentiebeleid. Vanuit Mexico werd bezorgdheid geuit over het autoritaire karakter van Bukeles veiligheidsmaatregelen. Venezuela beschuldigde El Salvador van mensenhandel toen Bukele een voorstel deed om Venezolaanse gevangenen uit te wisselen voor politieke gevangenen.
Waar het model gekopieerd wordt, worden de limieten ervan duidelijker. Toen Ecuadoraans president Noboa in 2024 naar analogie van Bukele de bendes de oorlog verklaarde, daalde het geweld weliswaar pijlsnel, om onmiddellijk weer op te veren. En ook in Ecuador betaalt de maatschappij een collectieve prijs. Onder Noboa vertoont Ecuador voor het eerst sinds het einde van de dictatuur een neiging tot autoritarisme.
‘De aantrekkingskracht van Bukeles aanpak schuilt in de meedogenloos directe manier waarop hij een probleem oplost dat lange tijd onoplosbaar leek. Ook al gaat dat gepaard met een hoge prijs in de vorm van mensenrechtenschendingen en de aantasting van de democratische rechtsstaat’, stelt Dickinson in haar rapport. Haar conclusie? Bukeles model produceert kortetermijnoverwinningen. Intussen wordt de drugsbusiness resistenter en volgen er nieuwe golven van geweld.
Burgerrechten versus veiligheid lijkt dan ook een valse tegenstelling. Intussen blijft een vaak gehoorde logica bezuiden de Rio Grande steeds luider weerklinken: ‘Waarom moeten wij opdraaien voor het drugsgebruik van de Amerikanen?’
Terug naar de realiteit
In haar rapport benadrukt Dickinson dat er geen sluitende remedie is om het Latijns-Amerikaanse criminele ecosysteem te temmen. De oplossing ligt in een mix van maatregelen, aangevuld met enige realiteitszin: het is zeer waarschijnlijk dat het continent zal blijven voldoen aan de wereldwijde vraag naar drugs.
Het rapport haalt voorbeelden aan uit Brazilië en Colombia die vonden dat het herstellen van de staatsaanwezigheid effectiever kan zijn dan het willen elimineren van de drugshandel. Het zijn kleinschalige, lokaal toegepaste ideeën, meestal uit de kokers van verlichte burgemeesters. Maar hun gemeenschappelijke deler is ook dit: hoe meer burgers vertrouwen op de staat, hoe minder de almacht van de drugsbazen.
Daarnaast vormen structurele verbeteringen in veiligheidsinstellingen een essentieel alternatief voor repressieve maatregelen. Dit omvat de professionalisering van veiligheidstroepen, de versterking van vervolgingsdiensten en de opbouw van geloofwaardige interne toezichtsystemen die onafhankelijk zijn van de instantie die de bevelen geeft – een soort van Comité P, zeg maar. Betere arbeidsomstandigheden voor politieagenten kunnen helpen criminele medeplichtigheid te voorkomen. Een gevangenishervorming dringt zich op.
Maar de creatie van economische alternatieven vormt misschien wel het belangrijkste structurele alternatief voor repressieve benaderingen. Criminele groepen rekruteren uit een grote groep jongeren die economische kansen missen op de formele arbeidsmarkt. Colombia’s ervaringen met cocaboeren na het vredesakkoord van 2016 en trainingsprogramma’s voor voormalige Latin Kings in Ecuador tonen aan dat deelnemers vaak bereid en zelfs gretig zijn om terug te keren naar legale activiteiten.
Hoewel opvolging een uitdaging blijft, bieden creatieve benaderingen zoals het betrekken van grote lokale bedrijven bij werkgelegenheidsprojecten en programma’s die jongeren een klein loon betalen om uit de criminaliteit te blijven, veelbelovende alternatieven. Dan blijft de enige echte vraag voor Latijns-Amerikaanse politici: hoe overtuig je daar je kiezers van?
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in