Kaliningrads verloren vrijheid
Bram Peeters
30 januari 2008
Kaliningrad is een curiosum op de Europese stafkaart: een stukje Rusland volledig ingekapseld tussen de Baltische zee en de Europese Unie. Tot 1991 verboden terrein voor westerse bezoekers, vandaag trekpleister voor Duitse heimweetoeristen. De inwoners van de enclave zagen de voorbije jaren hun welvaart stijgen maar hebben wel aan bewegingsvrijheid ingeboet. ‘Even met mijn gezin op bezoek bij vrienden net over de grens kost 175 euro.’
Dat de Russische enclave eeuwenlang tot Duitsland heeft behoord, is nog steeds te merken aan de vele Duitse touringcars op de Poolse snelweg richting Kaliningrad. De passagiers hebben overwegend grijze koppies. Ze behoren tot de kleine groep Europeanen die weet wat Kaliningrad is. Heimweetoeristen worden ze genoemd door de Russen. Het zijn de oorspronkelijke bewoners van Kaliningrad, een gebied ter grootte van Vlaanderen dat tot 1946 bij Oost-Pruisen hoorde en toen Koningsbergen heette.
De gelijknamige hoofdstad werd destijds beschouwd als religieus, cultureel en educatief centrum van Europa, met vele kerken en een universiteit die beroemd werd dankzij Immanuel Kant, die er filosofie doceerde. Maar door Britse bombardementen in 1944 kwam op enkele dagen tijd een einde aan de eeuwenoude schoonheid van de stad. Na de oorlog werd Oost-Pruisen opgedeeld in drie delen. Het noordelijke stuk werd door Stalin werd opgeëist. Hij hernoemde Koningsbergen naar zijn net overleden vriend Michael Kalinin, het eerste staatshoofd van de Sovjet-Unie die in 1940 het bevel gaf om 25.000 Polen te executeren bij Katyn.
Van 1946 tot 1948 werden de naar schatting honderdduizend Duitsers, die nog niet waren gevlucht of de hongerdood gestorven, gedeporteerd om plaats te maken voor Sovjetburgers die dagelijks met treinladingen in Kaliningrad arriveerden. Wat zich vervolgens afspeelde in Stalins oorlogstrofee was voor het Westen een raadsel. De provincie en stad Kaliningrad waren tot 1991 gesloten militair gebied vanwege de aanwezigheid van de Baltische vloot in de enige Russische ijsvrije haven.
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in dat jaar betekende niet alleen dat de Russische provincie in een exclave veranderde maar ook dat de Heimatsvertriebenen eindelijk hun geboortegrond konden bezoeken. Nog steeds staan jaarlijks duizenden Duitsers in de rij om een kijkje te nemen. Letterlijk, want de rij aan de grensovergang in Polen is lang en met een doorvoersnelheid van vijf auto’s per half uur is zes uur wachten geen uitzondering.
Grijze zee van Sovjetflats
Eenmaal de grens over zien Duitse toeristen een wegwijzer met een verrassende mededeling: ‘Moskou 1500 kilometer’. Dat daartoe nog twee landen moeten worden doorkruist, staat er niet bij. De slecht onderhouden weg naar de stad gaat langs dorpen waar vrouwen met hoofddoek appels, eieren, paddenstoelen en in een enkel geval een paar jonge biggetjes proberen te slijten. De wijdheid van het land wordt hier en daar doorbroken door roestige stellages met verlopen sovjetsymboliek, op stukken grond die er onbenut bij liggen. Op een brug staan vijf vissers, hun hengels steunen op de reling. Vier blijken straalbezopen en hebben de reling nodig om in evenwicht te blijven. De vijfde, nuchter, is de enige die om de paar minuten een klein visje uit de rivier bovenhaalt, de rest gooit er af en toe een lege wodkafles in.
Tot zover het platteland. De stad Kaliningrad is voor de voormalige Koningsbergers een grotere schok. De rode bakstenen hebben plaatsgemaakt voor een grijze zee van betonnen flatgebouwen. De smalle straten van de oude binnenstad zijn uitgegroeid tot brede wegen, in het geval van de Leninsky Prospekt een achtbaansweg dwars door het centrum. Alleen de oude stadsmuur is nog redelijk intact en de gerenoveerde Gotische kathedraal geeft een idee van de glorie van weleer. Het is een schrale troost voor het Duitse echtpaar Nielsen. Bij een vijver in het stadspark vallen ze direct op als buitenlanders, door het fototoestel om de nek maar vooral door hun ontredderde houding. Hildegard Nielsen werd in 1941 geboren in Koningsbergen. Vier jaar later vluchtte ze met haar ouders naar Duitsland. ‘Ik heb nauwelijks herinneringen aan de stad, ik ken haar vooral van het boek met foto’s dat ik thuis heb.’ Ze wordt er even stil van.
‘Het is allemaal zo zonde, het was zo’n mooie stad. Kijk nou naar dat gebouw, daar stond eerder een prachtig kasteel.’ Nielsen wijst naar de beruchte Dom Sovetov (Huis van Sovjets), waar geen bezoeker omheen kan. Wat er in de jaren zestig nog over was van het kasteel uit 1255 werd opgeblazen om een grijs kolossaal monster op te bouwen. Maar na tien jaar werden de bouwwerken stilgelegd omdat onder het kasteel een volgestroomd gangenstelsel werd ontdekt. Het lege gebouw staat nog altijd pal in het centrum.
Hildegard heeft nog geprobeerd haar geboortehuis te zoeken maar trof alleen Sovjetflats aan. Ze is duidelijk geëmotioneerd door het bezoek. ‘Het voelt alsof ik in een film ben, alsof ik droom. Het is allemaal erg onwerkelijk. En zo jammer.’
Salaris vervijfdubbeld
Duitse toeristen mogen teleurgesteld zijn in het huidige Kaliningrad, het leeuwendeel van de kleine miljoen inwoners heeft het nog nooit zo goed gehad. Werden de jaren negentig nog getypeerd door grootschalige misdaad en snel verspreidende ziektes als tbc en hiv, inmiddels boomt de economie van de provincie, met dank aan de introductie van de Speciale Economische Zone. Hierdoor kunnen bedrijven sinds 1996 belastingvrij goederen importeren om ze vervolgens verwerkt opnieuw belastingvrij te exporteren naar Rusland. De provincie werd zo de thuisbasis voor enkele grote autofabrikanten en elektronicafabrieken. Eén op de drie Russische televisies wordt in Kaliningrad gemaakt. De export steeg van 500 miljoen euro in 2000 tot 2 miljard euro in 2006.
Buitenlandse investeerders wagen zich vooralsnog nauwelijks in de enclave. Dat kan echter veranderen door een nieuwe wet uit 2006, waardoor bedrijven die meer dan vijf miljoen euro investeren, gedurende zes jaar geen belasting over hun winst betalen. Een effectieve maatregel blijkens de eerste acht maanden van 2007, waarin de industriële groei toenam met 40 procent.
Het bruto binnenlands product steeg sommige jaren met tien procent, terwijl de cijfers in Rusland tussen de vier en zeven procent bleven schommelen. Volgens Kari Liuhto, directeur van het Finse Pan-European Institute, hebben de inwoners van de enclave het zelfs beter dan hun landgenoten in het moederland als gekeken wordt naar indicatoren als de consumptie van vlees en de autodichtheid. ‘Dat wil niet zeggen dat er geen zeer groot verschil is tussen arm en rijk’, zegt Liuhto, die schat dat de groei in consumptie voor een groot deel wordt veroorzaakt door de oligarchen. ‘Een aanzienlijk deel van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Dat zijn de boertjes en gepensioneerden wiens inkomen niet gelijk opging met de stijging van de prijzen.’
Toch heeft de meerderheid van de bevolking, met name in de steden waar driekwart van de bevolking woont, een toename in welvaart ervaren. Liuhto: ‘In 2000 was het gemiddelde salaris 70 euro, nu is dat al 360 euro per maand. De werkloosheid is officieel 5,9 procent, wat al erg laag is, maar ik denk dat het zelfs veilig is om te zeggen dat de volledige arbeidscapaciteit benut is. Die 5,9 procent omvat bijvoorbeeld die dronken vissers op de brug, die kun je niet echt tot de beroepsbevolking rekenen. Er is dus juist krapte op de arbeidsmarkt. In de fabrieken werken ze met Polen, Litouwers en zelfs Chinezen.’
Arrogant Moskou
Voor de bewoners van het eerste uur is het leven nog nooit zo goed geweest. De 77-jarige Claudia Boleznova woont hier al sinds 1949. Haar vader was naar Kaliningrad gestuurd om de stad te herbouwen. ‘Het was verschrikkelijk’, herinnert ze zich. ‘Er was niets, geen water, geen elektriciteit. Alles was kapot, het was een chaos en we leefden in de kou. Nu is de stad veel aantrekkelijker. De mensen dragen mooie kleren en in winkelcentra kun je vanalles kopen. Hoewel ik gezondheidsproblemen heb en van een klein pensioen moet leven, is het nog altijd veel beter dan vroeger.’
Volgens Claudia zijn de verbeteringen toe te schrijven aan president Vladimir Poetin. ‘Toen de Sovjet-Unie uit elkaar viel, vergat men ons. Jeltsin gaf helemaal niets om ons, die wilde ons zelfs aan de Duitsers verkopen.’ Begin jaren negentig ging het gerucht dat Jeltsin de enclave voor 150 miljard mark –zowat 75 miljoen euro– aan Duitsland wilde verkopen. ‘Rusland zorgt nu goed voor ons.’ Claudia voelt zich dan ook Russisch. ‘Niet Kaliningrad-Russisch, gewoon Russisch. Als mijn gezondheid het zou toelaten zou ik graag nog eens terug gaan naar mijn geboortestad in de buurt van Moskou. Met de buurlanden heb ik niks te maken.’
Alissa Galat, Claudia’s 18-jarige kleinkind, is duidelijk van een andere generatie. De tweedejaars studente economie praat graag over merkkleding, hippe clubs met internationale dj’s en dronken worden met vriendinnen. Zij hoort bij de groeiende groep mensen in Kaliningrad die zich steeds minder verwant voelt met het moederland. Uit een recente anonieme enquête blijkt dat bijna 60 procent van de inwoners onder de 28 zich van Rusland zou willen afscheiden. Negentig procent was wel in Polen, Litouwen en Duitsland geweest, maar nog nooit in Rusland.
Alissa is twee keer in het grote Rusland geweest maar vond er weinig aan. ‘Ik vond de mensen arrogant, ze waren zelf nog nooit in Kaliningrad geweest maar deden er wel minderwaardig over. Ik vond ze eigenlijk ook simpel. Ze kunnen alleen Russisch spreken, terwijl veel mensen hier ook Duits en Engels kunnen. Wij zijn veel internationaler. Ik ben al zes keer in Polen geweest, ik vind het geweldig daar. Ik wilde vorige zomer opnieuw gaan maar had geen geld voor een visum.’
Dure visa
Voor de inwoners van de enclave betekende het Europese lidmaatschap van Polen en Litouwen in 2004 het einde van de open grenzen, waar ze sinds de val van de Sovjet-Unie dankbaar gebruik van maakten. De frustratie over het visumbeleid is groot, zeker onder de bewoners van dorpen die dicht bij de grens liggen. In het gehucht Morskoye, dat aan de Baltische zee een nationaal park met Litouwen deelt, verdienden de inwoners goed bij met de verkoop van sigaretten en alcohol over de grens. Dat is nu verleden tijd.
Vanwege de visa maar ook vanwege striktere controles, vertelt winkelier Ljoedmilla, die haar achternaam liever niet geeft. ‘Vroeger kon je nog wel wat regelen, maar nu is het veel strenger. Sommige grensbewakers zijn zelfs ontslagen vanwege corruptie.’ Ljoedmilla zelf ging vaak naar Litouwen om voorraden te halen voor haar winkeltje. ‘Dat lijkt een eeuwigheid geleden. Het waren kleine vakanties voor mij. Nu voelt het alsof ik in een gevangenis woon want ik kan geen visum van 35 euro betalen.’
‘Ik ben echt boos’, zegt dorpsgenoot Alexander Timoekhin voor zijn huis op twee kilometer afstand van de Litouwse grensovergang. ‘Ik heb vrienden in Litouwen die ik eens per maand opzocht, nu lukt me dat niet meer. Als ik met mijn vrouw en drie kinderen wil gaan, kost me dat 175 euro.’
In het stadje Sovetsk verderop langs de grenslijn zijn drie bediendes van een kledingwinkel niet te spreken over het visumbeleid. ‘Vroeger konden we met vakantie gaan in Litouwen, nu zitten we hier vast’, verwoordt Natasha de problemen. ‘Europa voelt helemaal niet dichtbij. We voelen ons afgesloten.’
Kari Liuhto van het Pan-European Institute begrijpt de frustraties van de bewoners. ‘Zij zijn het slachtoffer van het visa-regime. Maar gezien de ijskoude relatie tussen de EU en Rusland verwacht ik voorlopig geen verandering in de situatie. Wat zonde is, want met een makkelijker en goedkoper visumbeleid zou ook het toerisme een kans maken.’
In 2006 lieten slechts 80.000 buitenlanders zich zien, de helft daarvan waren Duitsers, hoewel de groep heimweetoeristen langzaam uitsterft. Ter vergelijking: Estland telde vorig jaar drie miljoen bezoekers. Liuhto gelooft dat Kaliningrad wel degelijk potentie heeft als toeristische bestemming. ‘Vanwege het duingebied, de stranden, het Europese karakter van de stad en ook omdat de regio misschien al in 2008 een van de vier gokzones van Rusland wordt.’ Maar er zal nog een lange tijd over heen gaan, erkent Liuhto. ‘Het gebied kampt vooralsnog met een groot probleem: Europeanen en zelfs veel Russen hebben geen idee wat Kaliningrad is.’