Kenia in Somalië, terreur in Kenia

Analyse

Kenia in Somalië, terreur in Kenia

Kenia in Somalië, terreur in Kenia
Kenia in Somalië, terreur in Kenia

Quinten Lataire

13 april 2015

De bloedige aanslag op de universiteit in Garissa, Kenia, is de jongste van een serie aanslagen in het Oost-Afrikaanse land door de Somalische terreurorganisatie Al-Shabaab. De voorbije twee jaar alleen zouden daarbij meer dan 400 doden gevallen zijn. Met de militaire interventie in Somalië heeft Kenia het Somalische conflict als het paard van Troje terug in het eigen ongeordende huis binnengehaald, stelt Quinten Lataire die voor de EU in Kenia werkte.

In oktober 2011 viel het Keniaanse leger het zuiden van Somalië binnen. De bedoeling was om de zuidelijke havenstad Kismayo te veroveren op Al-Shabaab en de terreurorganisatie uit het zuiden van Somalië weg te dringen.

Op die manier hoopte de Keniaanse regering om ook een bufferzone te creëren die voor meer stabiliteit in het grensgebied met Somalië zou zorgen. Via het heffen van taksen op goederen zoals houtskool, die via de haven van Kismayo verscheept werden naar verschillende werelddelen, kon Al-Shabaab immers een deel van zijn activiteiten financieren.

Na meer dan een jaar van gevechten slaagde het Keniaanse leger erin om Kismayo in handen te krijgen, maar daarmee waren de problemen nog niet van de baan.

Paard van Troje

Niet alleen militair, maar ook financieel kreeg Al-Shabaab dus een serieuze slag. Dit betekende evenwel niet het einde van Al-Shabaab. De terreurorganisatie slaagde erin haar activiteiten te blijven financieren en veranderde meteen ook het geweer van schouder door meer en meer aanslagen te plegen op Keniaans grondgebied.

De militaire interventie in Somalië bracht zo het Somalische conflict als het paard van Troje terug binnen in Kenia en daar had de Keniaanse regering duidelijk onvoldoende rekening mee gehouden.

Aanslagen in Kenia

In de laatste twee jaar zouden meer dan vierhonderd mensen zijn omgekomen bij aanslagen van Al-Shabaab.

De aanslag op het Westgate winkelcentrum in Nairobi in september 2013 kreeg heel wat media-aandacht, maar ook in november en december van vorig jaar nog werd het land opgeschrikt door moorden op buspassagiers en mijnwerkers in de grensstreek met Somalië.

Bij die aanslagen maakten de terroristen ook een bewust onderscheid tussen moslims en niet-moslims, waarbij deze laatste vaak in koelen bloede werden vermoord.

In de laatste twee jaar alleen al zouden meer dan vierhonderd mensen zijn omgekomen bij aanslagen die met Al-Shabaab in verband staan.

Oplopende kosten

Toen de factuur voor de Keniaanse staat serieus begon op te lopen, besliste het Keniaanse leger haar troepen officieel te integreren binnen AMISOM, de strijdmacht van de Afrikaanse Unie die werd opgericht om Al-Shabaab te bestrijden.

Op die manier kon ook de rekening van de interventie worden doorgestuurd naar de internationale gemeenschap - en meer in het bijzonder naar de Europese Unie - die de strijdkrachten van AMISOM betaalt.

Het falend Keniaanse veiligheidsapparaat

Ook bij de aanslag in Garissa van vorige week laaide de kritiek op het Keniaanse veiligheidsapparaat weer hoog op.

Terwijl het Keniaanse leger actief bleef binnen Somalië, slaagden de Keniaanse veiligheidstroepen er niet in om een afdoend antwoord te bieden op de opeenvolgende aanslagen van Al-Shabaab in Kenia.

Zo zou het bij de aanslag op het Westgate winkelcentrum uren hebben geduurd eer het winkelcentrum hermetisch werd afgesloten, waardoor de terroristen eventueel met de vluchtende massa konden ontsnappen.

Bovendien kwam het in het winkelcentrum tot een vuurgevecht tussen het leger en de Recce Unit, een speciale politie-eenheid met anti-terreurtraining, toen die laatste wellicht wou verhinderen dat de Keniaanse soldaten de winkels zouden plunderden.

Bewakingscamera’s toonden uiteindelijk beelden van Keniaanse soldaten die tassen vol gestolen goederen bij zich droegen terwijl de terroristen zich nog in het winkelcentrum verscholen.

Ook bij de aanslag in Garissa van vorige week laaide de kritiek op het Keniaanse veiligheidsapparaat weer hoog op. De universiteitscampus met om en bij de 800 studenten uit het hele land, werd bewaakt door slechts twee politieagenten ondanks de waarschuwingen dat er een aanslag op til was.

Bovendien zou de speciale anti-terreureenheid pas zeven uur na het alarm vanuit Nairobi zijn kunnen vertrekken. In totaal zou het zo’n tien uur hebben geduurd eer ze ook ter plaatse actief waren. Dit alles zette dan ook heel wat kwaad bloed bij de Keniaanse bevolking.

Groeiende radicalisering

Bij de inwoners van het noordoosten en de kust van Kenia bestaat al decennia een diepgewortelde ontevredenheid over hun sociale, economische en politieke marginalisatie. Daarbij komt dat de laatste jaren een overheidsgestuurde politiek lijkt te worden gevoerd om extremistische imams via buitengerechtelijke executies uit te schakelen.

Ook volgt na elke aanslag van Al-Shabaab in Kenia wel een zogenaamde anti-terreuroperatie waarbij de moslimgemeenschap in Kenia – zo’n 11 procent van de totale bevolking - het hard te verduren krijgt. Dit alles speelt mee in de kaart van Al-Shabaab dat claimt dat de Keniaanse regering een strijd tegen de moslims in het land voert.

De Waarheids, Rechtvaardigheids- en Verzoenningscommissie

Indien Kenia succesvol wil zijn in de strijd tegen de brutale terreur van Al-Shabaab, dan zal het zijn vergeldings- en wraakbeleid moeten vervangen door een beleid van verzoening en inclusie.

Indien Kenia succesvol wil zijn in de strijd tegen de brutale terreur van Al-Shabaab, dan zal het zijn vergeldings- en wraakbeleid moeten vervangen door een beleid van verzoening en inclusie, in de eerste plaats door de eigen moslimgemeenschap aan zijn kant te krijgen om verdere radicalisering tegen te gaan.

Daarbij kan ze misschien de aanbevelingen van de Waarheids-, Rechtvaardigheids- en Verzoeningscommissie ter harte nemen. Deze Commissie werd opgericht na het verkiezingsgeweld van 2007-2008 en heeft onderzoek gedaan naar de mensenrechtenschendingen en historische onrechtvaardigheden die Kenia sinds haar onafhankelijkheid in 1963 tot 2008 hebben geteisterd.

Het finale rapport van de (veel geplaagde) Commissie kwam in mei 2013 uit en bevatte een heel lijst concrete aanbevelingen.

Deze gingen van een publieke en onvoorwaardelijke verontschuldiging van de president, de veiligheidsdiensten en het gerecht voor alle mensenrechtenschendingen die hebben plaatsgevonden over het invoeren van een reeks wetten ter bescherming van de mensenrechten tot het invoeren van een mensenrechtendag in Kenia. De uitvoering van deze aanbevelingen waren bovendien ook in een wet gegoten.

Tot nu toe heeft het rapport vooral stof vergaard. Het implementeren van deze aanbevelingen kan een eerste stap zijn voor het land om in het reine te komen met haar geschiedenis, want alleen dan kunnen de grondoorzaken van het conflict, waarop Al-Shabaab nu handig inspeelt, ook écht aangepakt worden.

Enkel zo zal Kenia opnieuw in het nieuws kunnen komen als het paradijs met hagelwitte stranden voor toeristen, en niet langer als het land dat gebukt gaat onder de bloedige terreur van extremisten als Al-Shabaab.

Quinten Lataire werkte voor de EU in Kenia en werkt nu voor IPIS vzw. Hij schreef deze bijdrage in eigen naam.