Het inschrijvingsrecht is wettelijk gegarandeerd, maar sommige scholen zijn vindingrijk als het om het uitsluiten van kansarme en allochtone kinderen gaat.
‘Ik heb van drie uur ’s middags tot zes uur ’s ochtends gekampeerd om mijn zoontje te kunnen inschrijven’, vertelt Tom Naegels op verontschuldigende toon. ‘Niet dat dat op zich een probleem is, het was een gezellige avond met hapjes en drankjes. Maar moreel heb ik het er wel moeilijk mee. Ik help een systeem in stand houden, want ook al woon je in een multiculturele wijk, toch kun je gemakkelijk in een witte school terechtkomen. Iets wat ik voor mijn kind absoluut wilde vermijden.’
Kamperen doen hoogopgeleide ouders met een heel bewuste schoolkeuze. Het is een in het oog lopend fenomeen dat vooral te wijten is aan de grote concurrentie tussen scholen. Veel minder opvallend is dat scholen nog altijd selecteren op basis van etniciteit en sociaal-economische achtergrond.
Daar kan Marc Laquière, met zijn lange ervaring in het volgen van het onderwijsbeleid bij de Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV), over meespreken. Voor het schooljaar 2009-2010 werden er in Antwerpen 1294 weigeringen gemeld, waarvan 907 in het kleuter- en 387 in het lager onderwijs.
In Gent werden er 602 weigeringen geregistreerd. Al die kinderen hebben uiteindelijk een school kunnen vinden, maar dat neemt niet weg dat er een selectie blijft bestaan, alle maatregelen voor gelijke onderwijskansen ten spijt.
‘Vroeger was het de jungle’, vertelt Laquière. ‘Er werd geselecteerd op basis van het uiterlijk van de mensen. Allochtonen en kansarmen werden uit bepaalde scholen geweerd, alleen al op basis van hun voorkomen en kleding.
Nu gaat dat vaak op een subtielere manier. Men ontmoedigt ouders door hen te zeggen dat ze goed moeten overwegen of de school echt wel geschikt is voor hun kind, of door hen te vragen terug te komen, door hen niet goed te ontvangen of gewoonweg door te beweren dat de school vol is.’
Topje van de ijsberg
‘De klachten die wij krijgen zijn het topje van de ijsberg’, zegt Laquière, ‘en de trukendoos is oneindig groot. Men verschuilt zich achter de vrijheid van schoolkeuze om te blijven selecteren. Daarom maken we bij FMV en UTV (Unie van Turkse verenigingen) de ouders bewust van hun rechten. Een kind moet volgens de spelregels van het GOK-decreet ofwel ingeschreven ofwel geweigerd worden. We raden de ouders aan om altijd een bewijs aan de directie te vragen. Bij inschrijving is dat een inschrijvingsbewijs. Bij weigering een weigeringsdocument. Op die manier willen we vermijden dat ouders iets wijsgemaakt wordt dat de directie dan achteraf kan ontkennen.’
Vanaf 2003-2004 is het inschrijvingsrecht wettelijk gegarandeerd als het kind aan de wettelijke inschrijvingsvoorwaarden voldoet en als de ouders instemmen met het pedagogisch project en het schoolreglement. Het indelen van de inschrijvingen over drie perioden geeft al voorrang aan bepaalde categorieën.
In een eerste fase komen broertjes en zusjes aan bod. In een tweede inschrijvingsperiode kan een school voorrang gegeven, naar gelang van de samenstelling van haar populatie, aan kansarme kinderen, de zogenaamde GOK-leerlingen, of juist aan niet-GOK-leerlingen. Het probleem ligt in de derde, vrije inschrijvingsperiode.
‘Maar het gelijke-onderwijskansendecreet gaat niet alleen over het inschrijvingsrecht alleen’, zegt Laquière. ‘Met het decreet is er ruimte om discriminatie weg te werken en om sociale cohesie te bevorderen. Denk maar aan het interculturaliseren van het lerarenkorps. Maar doordat we in dat inschrijvingsprobleem blijven steken, komen andere thema’s onvoldoende aan bod.’
Relevante criteria
Een mogelijke oplossing voor het inschrijvingsrecht vindt Marc Laquière het invoeren van het online aanmelden, zoals in Gent gebeurt. Vorig jaar werd dat voorgesteld binnen het Lokaal Overlegplatform (LOP), waarin behalve directies en schoolbesturen ook vakbonden, minderhedenorganisaties en ouder- en leerlingenverenigingen zitting hebben. En dat zowel in Antwerpen als in Gent. In Gent is het voorstel goedgekeurd, maar in Antwerpen raakte men het er niet over eens.
‘Zo’n systeem heeft het voordeel dat er een totaalbeeld over de situatie tot stand komt. Vraag en aanbod worden duidelijk en de school kan niet meer selecteren op basis van afkomst of opleidingsniveau van de ouders, maar op basis van relevante criteria zoals afstand tussen school en woonplaats. Het is dan niet meer ‘eerst komt, eerst maalt’, maar er wordt voorrang gegeven aan kinderen uit de buurt’, zegt Laquière.
Voor Naïma Charkaoui van het Minderhedenforum is het niet zozeer belangrijk voor welk systeem men kiest. ‘Belangrijker’, zegt ze, ‘is dat men binnen het LOP tot goede afspraken komt. Transparante en rechtvaardige afspraken die helder aan de ouders worden meegedeeld.’
De grootste uitdaging in het onderwijs is alle kinderen een geslaagde schoolcarrière te bezorgen. Maar het inschrijvingsrecht blijft voor Charkaoui van cruciaal belang. ‘De inschrijving is het eerste contact tussen de school en de ouders. Als dat eerste contact slecht verloopt, of als ouders het gevoel krijgen dat ze niet welkom zijn, hoe kan men dan een vertrouwensrelatie opbouwen om samen aan een opvoedingsproject werken?’ vraagt ze zich af. Daarom pleit ze eerst voor genoeg plaatsen in het onderwijs en vraagt ze dat werkelijk werk wordt gemaakt van het inschrijvingsrecht ongeacht afkomst of achtergrond.
Steeds meer allochtone kinderen
Een plaats bemachtigen in de school in de eigen buurt of in de school van de eigen keuze is niet eenvoudig, ook al omdat in de binnensteden het aantal kinderen groeit. ‘Dit jaar moest veertig procent van alle stedelijke basisscholen in Antwerpen amper één week na het begin van de inschrijvingen kinderen weigeren’, zegt Marc Van Praet, kabinetschef van de Antwerpse schepen van Onderwijs Robert Voorhamme.
Het aantal kinderen zal in de komende jaren blijven stijgen. ‘De stedelijke overheid bereidt zich daar op voor door de huidige capaciteit maximaal te benutten om op termijn nieuwe scholen te bouwen’, zegt Marc van Praet.
Een niet onbelangrijk detail: een groot deel van die kinderen zal van allochtone afkomst zijn. Daarom vindt Marc Laquière het feit dat sommige scholen veel energie steken in het aantrekken of behouden van “witte” kinderen geen goede zaak. ‘Deze scholen zouden in de eerste plaats moeten focussen op kwaliteit en een goede relatie met de ouders en de buurt’, zegt hij. ‘Interculturaliteit, die ook bijzonder belangrijk is, kan ook buiten de school georganiseerd worden.’