Dossier: 

Libië: het nieuwe Irak?

In Libië lijkt het vuur aan de lont. Na Benghazi is nu ook hoofdstad Tripoli het front geworden van gevechten tussen schimmige en sterk bewapende milities. Juli werd daarmee opgetekend als de voorlopig bloedigste maand van het jaar. Terwijl burgers naar Tunesië en Egypte vluchten, laat een regeringsvorming op zich wachten. Is er nog hoop voor het land of wordt Libië het nieuwe Irak?

(c) Reuters / Hani Amara

De Libische onrusten bleven tot voor kort beperkt tot Benghazi, al sinds het einde van de revolutie in 2011 een broeihaard voor gevechten tussen diverse milities. In juli waaide het geweld over naar Tripoli. Islamistische milities, gelinkt aan de Moslimbroeders van Misrata, namen de wapens op tegen de nationalistische Zintanmilities, die gelieerd zijn aan de revolutionaire brigades en aan de regering. Er vielen meer dan honderd doden, ook burgers, twee grote oliedepots werden opgeblazen, en de luchthaven van Tripoli is ingenomen door de Zintanbrigades .

Het oplaaiende geweld bracht reeds een vluchtelingenstroom op gang: tienduizenden Libiërs vluchtten naar Tunesië en grote aantallen Egyptische expats vluchtten terug naar hun land. Westerse landen riepen hun diplomatieke staf en burgers terug en ook grote ngo’s en de Verenigde Naties trokken weg uit het land.

Benghazi

In Benghazi blijven de gevechten tussen nationalistische en islamistische milities van verschillende strekkingen voortgaan. Intussen is er ook sprake van dat buitenlandse strijders van de Iraakse en Syrische fronten aan de zijde van Ansar al-Sharia vechten tegen de troepen van generaal Khalifa Haftar. Haftar, gelinkt aan de Zintanmilities, voert sinds mei een eigen campagne om het land ‘te bevrijden van de jihadisten’.

Zwak centraal bestuur

In juli 2012 werden in Libië de eerste vrije verkiezingen gehouden, waarna het Algemeen Nationaal Congres van start ging. De seculiere Nationale Troepen Alliantie werd daarbij de grootste partij, gevolgd door de Moslimbroeders en de conservatieve salafistische al-Wafa. De grote tegenstellingen, het totale gebrek aan een politieke cultuur en instellingen blokkeerde het goede functioneren van de regering en de uitbouw van de Libische veiligheidsdiensten. Op 25 juni werd een nieuw parlement gekozen. Dat is nog niet in werking getreden.

Streep door de transitie

‘Je zou kunnen zeggen dat het in de sterren was geschreven dat dit kon gebeuren’, reageert de Britse journalist en Libië-kenner Hugh Miles. ‘Iedereen wist dat de post-revolutionaire transitie van Libië moeilijk zou worden. Libië was voor de revolutie meer dan veertig jaar onder Kadhafi-dictatuur, die volgde op evenveel jaar Mussolini-bewind. Kadhafi had het land structureel geledigd. Er was niets: geen leger, geen parlement, geen administraties of overheidsinstituten.’

Kadhafi had het land structureel geledigd.

Die leemte zorgde er mee voor dat de transitie meteen in een zeer zwakke positie stond bij de startblokken. ‘De politieke expertise ontbrak en ontbreekt nog steeds’, reageert ook Aziz al Bishari, voormalig volksvertegenwoordiger in Brussel en van gemengd Belgisch-Libische origine. ‘Er is een absolute politieke “non-cultuur”, en dat leidde mee tot de huidige chaos. Milities allerhande hebben van het ontbreken van een centrale regering gebruik gemaakt om macht te veroveren.’

Bovendien werden de befaamde wapendepots van Kadhafi tijdens de opstand in 2011 geplunderd. Na de opstand werd niet ontwapend en zware wapens bleven circuleren in de Libische samenleving. ‘Er werden na de opstand zware fouten gemaakt door de transitieregering’, zegt al Bishari. ‘Toen de regering verkondigde dat ze de revolutionairen die gevochten hadden een soort leefloon zou geven, kondigden zich 200.000 zogenaamde ex-strijders aan. Dat staat nu ter discussie maar tot op de dag van vandaag krijgen die een salaris. En ook aan de gewone burgers werden op regelmatige tijdstippen eenmalige staatsbonussen uitgekeerd. De staatskas wordt op die manier geplunderd, terwijl de olie-economie op een zeer laag pitje draait.’

Warlords

Ieder wil zijn deel van de oorlogsbuit

‘Wat je vandaag ziet is een complexe mozaïek van groepen die elkaar bevechten in wisselende, losse coalities, naargelang de machtsopportuniteiten’, aldus Hugh Miles. ‘Het is zeker niet altijd duidelijk wat de redenen van de gevechten zijn. Het gaat om geschillen tussen clans, over regionale territorialiteitstwisten, gevechten tussen religieuzen en seculieren. En er zijn de buitenlandse invloeden. Maar één ding is zeker: ieder wil zijn deel van de oorlogsbuit. Het draait om geld en olie, met religie als bijkomend element. Die inzet en het feit dat elke militie een dominante positie wil, maakt compromissen zeer moeilijk.’

Geen Libische Sisi

Generaal Haftar mag zichzelf dan naar voor schuiven als de nieuwe redder van het land, betekenisvol schijnt zijn rol niet te zijn. Dat beaamt ook Miles. ‘Hij denkt dat hij de Libische versie van Sisi (generaal Abdul Fatah al-Sisi, de huidige Egyptische president) is, maar dat is hij niet. Hij is één van de zovele warlords, die niet meer macht heeft dan andere milities. Hij mag zich dan willen vergelijken met de Egyptische generaal, Libië is niet Egypte. Daar heeft het leger, onder de vleugels van Moebarak, altijd een ijzersterke positie gehad. De Moslimbroeders konden er gemakkelijk verwijderd worden omdat ze geen wapens hadden. Dat is anders bij de zwaar bewapende islamisten in Libië.’

Tussen angst en falen

Nu de internationale wereld Libië heeft verlaten, de luchthaven van Tripoli gegijzeld wordt, ligt ook de economie op apegapen. De olieproductie is al meer dan een half jaar zeer instabiel. Buitenlandse investeerders houden de boot af.

In Tripoli raken de winkelrekken niet bijgevuld en krijgen de inwoners geregeld te maken met stroomonderbrekingen en watertekorten. Kortom, de situatie is zeer fragiel. ‘Mensen vluchten, dat klopt’, zegt al Bishari, wiens zus met haar gezin vorige week ook Libië verliet. ‘Er heerst een angstklimaat. Mensen zijn bang voor wat komen gaat en de kans is heel groot dat hun kinderen in september niet aan het nieuwe schooljaar kunnen beginnen. Voor het eerst werd de Andalusische wijk, een chique residentiële wijk, getroffen door raketten. Tegelijk: Libië is meer dan Benghazi, Tripoli en Misrata. De rest van het land is tamelijk stabiel. Ook in de centra van Tripoli en Benghazi is het relatief rustig omdat de gevechten zich in de buitenwijken afspelen. Er heerst een geladen sfeer maar de winkels en koffiehuizen zijn open.’

Democratie bereik je niet met romantische ideeën alleen.

al Bishari is gematigd optimistisch. ‘Op lange termijn geloof ik in de democratisering van Libië. Het is uiterst naïef om meteen van een Libische winter te spreken omdat de transitie naar democratie niet meteen op de juiste baan zit. Democratie bereik je nu eenmaal niet met romantische ideeën alleen.’

Gefaalde regering

Ontwapening van de zwaarbewapende Libische samenleving zou de ideale maar uiteraard zeer complexe oplossing zijn. ‘Niemand wil inleveren. De westerse wereld heeft destijds veel wapens aan Kadhafi verkocht, goed wetende hoe explosief dit kan zijn. Die wapens stonden in ontelbare depots gestockeerd, vaak nog in ongeopende dozen. Ook België heeft daarin zijn aandeel gehad. Weet je dat men in Libië handwapens “Belgiki” noemt, een generieke benaming voor de wapens van FN Herstal?’

‘Weet je dat men in Libië handwapens “Belgiki” noemt?’

De situatie is zeer fragiel, maar Libië is niet het nieuwe Irak, zegt Miles. Hij spreekt liever van een gefaalde regering dan van een gefaalde staat. ‘Anders dan Irak is Libië, met een zeer kleine bevolking van zes miljoen, een homogene samenleving op gebied van etnie en religie. De clans en clanoudsten hebben nog voldoende macht om via de eigen onderhandelings- en bemiddelingsmechanismen disputen op te lossen. Het is kwestie van te blijven ontmijnen en naar een politieke oplossing te streven om de verdere somalisering van het conflict te vermijden. Daarvoor is echter buitenlandse bemiddeling nodig. De vraag is wie die rol moet spelen. Voor de islamisten is een westerse bemiddelaar onbespreekbaar. Er is geen hard bewijs maar de kans is groot dat de typische Arabische bemiddelaars zelf betrokken partij zijn. Saoedi-Arabië, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte, misschien ook Algerije, steunen de strijd tegen de Moslimbroeders. Een bemiddelaar met Arabische of Italiaanse roots aangeduid door de VN, genre Brahimi, zou misschien wel best geplaatst zijn.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.