Overleven in Oost-Congo: Luc Nkulula wa Mwamba, geweldloos vredestrijder

Analyse

Ondertussen ging het moorden gewoon door: vier portretten

Overleven in Oost-Congo: Luc Nkulula wa Mwamba, geweldloos vredestrijder

Overleven in Oost-Congo: Luc Nkulula wa Mwamba, geweldloos vredestrijder
Overleven in Oost-Congo: Luc Nkulula wa Mwamba, geweldloos vredestrijder

Chrispin Mvano en Fanny Defoort

28 november 2012

Chrispin Mvano, geboren en getogen in Noord-Kivu, schreef de voorbije maanden verschillende artikels voor MO*. Voor dit jubileumnummer schetst hij drie portretten van Oost-Congolezen die ondanks geweld, oorlog en ontbering de strijd voor een beter leven niet hebben opgegeven.

Lees in deze reeks portretten ook:

Luc vertelt me zijn jeugd. Ik zie hoe hij getekend is door de vele beproevingen. Uit zijn ogen spreekt vurige verontwaardiging over zoveel onrecht. Hij kende armoede, onveiligheid, de oorlogen, de vernieling van Goma bij de vulkaanuitbarsting in 2002, maar hij kon naar school, al ging dat niet zonder problemen. Wat hem het meest heeft gekwetst, is dat zijn ouders hem als baby bij een tante hebben achtergelaten. Als kind trok hij zich in zichzelf terug. Als hij elf is, ontmoet hij voor het eerst zijn moeder. Die is dolgelukkig en hij voelt zich openbloeien. Hij is negentien als hij besluit op zoek te gaan naar zijn vader. Na een gevaarlijke reis van drie weken, voor een groot deel te voet, ontmoet hij voor het eerst zijn vader. Die laat hem meteen weten: ‘Ik heb je niet uitgenodigd en ik wil je niet ontvangen.’

Luc kon moeilijk terug. Zijn vader betaalde een goede school voor hem. Hij maakte zijn middelbare school af, maar woonde in een huis waar hij niet welkom was. Hij zag zijn moeder nooit terug. Ze stierf voor zijn terugkeer naar Goma, waar hij zich inschreef in de rechtenfaculteit. Hij ging recht studeren omdat hij wil opkomen voor de rechten van zwakkeren. In 2011 zet hij een jongerendenkgroep op. Ze komen tot de conclusie dat traditionele oppositievoering en gewelddadig verzet tot niets leiden. Ze kiezen radicaal voor geweldloos verzet.

Ik ontmoet Luc voor het eerst op 15 augustus. Met slogans op karton om de hals gehangen betogen ze ‘tegen het zoveelste internationale leger’. De internationale gemeenschap en de buurlanden willen, als antwoord op de zoveelste rebellie van de M23, een ‘neutraal’ leger in Oost-Congo. Voor de Congolezen betekent dit het einde van elke hoop op vrede. Luc: ‘We hebben al jaren een internationaal leger in Congo dat uitblinkt in neutraliteit, de VN-vredesmacht, die er al jaren in slaagt om louter toe te kijken als de bevolking wordt vermoord, verkracht en beroofd. We willen geen “neutraal” leger, we willen een leger dat zich engageert om de Congolezen te beschermen. Momenteel worden de rebellen, die verantwoordelijk zijn voor de recente terreur, militair gesteund door Rwanda en Oeganda. Stellen dat die landen “neutraal” zijn en dus die neutrale vredemacht mogen vormen, is onzin. Sinds de genocide in Rwanda in 1994 met 800.000 slachtoffers zijn er in Congo al ZEVEN MILJOEN doden gevallen.”

Ze betogen opnieuw en opnieuw. Op 11 september houden ze een fototentoonstelling van slachtoffers van het geweld. In een open brief vragen ze de VN hun vredesopdracht in Congo ernstig te nemen, of anders te vertrekken en zo de internationale gemeenschap veel geld te besparen.

Bijna alle deelnemers, mannen en vrouwen, worden opgepakt, gevangengezet en gefolterd. Onder druk van vele sociale organisaties worden ze vrijgelaten. Luc verklaart me op het einde van het interview: ‘Het is een overwinning dat de Congolese autoriteiten ons protest tegen dit “neutrale” leger gehoord hebben en het niet meer naast zich neer kunnen leggen. We zullen blijven betogen en hopen dat ook de internationale gemeenschap naar onze argumenten zal luisteren.” De jongeren zullen een klacht indienen tegen de politieagenten die hen hebben gefolterd.

Dit artikel kwam tot stand met medewerking van vzw Meral.