Pakistan kookt bijna over

Analyse

Pakistan kookt bijna over

Pakistan kookt bijna over
Pakistan kookt bijna over

In Pakistan zijn de regering, de legerleiding en de rechterlijke macht verwikkeld in een zware strijd. Wellicht draait dat uit op vervroegde verkiezingen.

‘Het verloop van 2012 zal in Pakistan bepaald worden door de machtsstrijd tussen de regering en het leger, die in dit land al vijftig jaar voor instabiliteit zorgt’, antwoordt de Pakistaanse auteur en journalist Ahmed Rashid op de vraag hoe hij het nieuwe jaar tegemoet ziet. De civiel-militaire tegenstelling bereikte eind 2011 bijna een kookpunt naar aanleiding van het zogenaamde Memogate.

De intussen afgetreden Pakistaanse ambassadeur in de Verenigde Staten, Husain Haqqani, wordt ervan beschuldigd een brief bezorgd te hebben aan de Amerikaanse regering met de vraag om de politieke overheid in Pakistan te steunen tegen een eventuele militaire machtsgreep. President Zardari ontkent elke betrokkenheid, maar de legertop wil koppen zien rollen. Bij voorkeur die van president Zardari zelf, zegt Rashid. ‘Het probleem is dat er niemand is die kan bemiddelen tussen de twee machtscentra. Zelfs de Verenigde Staten worden daarvoor door de Pakistaanse legertop te zeer gewantrouwd.’

In december verbleef president Zardari grotendeels in Dubai “om gezondheidsredenen”, al waren de meeste Pakistanen ervan overtuigd dat hij vreesde voor een staatsgreep en daarom preventief de wijk genomen had. Bij zijn terugkeer schreven Pakistaanse kranten dat er een akkoord was met het leger: Zardari zou mogen blijven maar onder geen beding opnieuw kandidaat zijn bij volgende verkiezingen.

Asif Ali Zardari zit in theorie nog tot midden 2013 in de presidentiële zetel die hij veroverde bij de verkiezingen van begin 2008, nadat zijn vrouw, Benazir Bhutto, vermoord was. Verschillende commentatoren denken echter dat de regeringscoalitie vroeger uit elkaar zal vallen, met vervroegde verkiezingen tot gevolg.

In dat geval zijn alle ogen gericht op Imran Khan, de voormalige cricketkampioen en leider van de Pakistan Tehrik-e-Insaaf (PTI). Die uitgesproken anti-Amerikaanse en anti-corruptiepartij zetelt niet in het huidige parlement, maar bracht op 30 oktober wel meer dan honderdduizend mensen op de been in Lahore –een ongezien succes. Sindsdien kan de PTI de toevloed van politici en opiniemakers nauwelijks bijhouden. Onder andere Shah Mehmood Qureshi, voormalig minister van Buitenlandse Zaken onder Zardari, maakte de overstap.

De PTI staat echter voor een dilemma. Om de populariteit van Khan en zijn boodschap ten volle te verzilveren, moet de partij overal afdelingen en capabele kandidaten hebben. Dat lukt niet op een paar maanden. Anderzijds is het allesbehalve zeker dat de volatiele publieke opinie hem tot half 2013 trouw blijft.

Of Imran Khan de regering mee ten val wil brengen, hangt af van complexe politieke berekeningen. En van de zegen die het militair hoodkwartier in Rawalpindi al dan niet zal geven. Intussen kondigde ook ex-dictator Pervez Musharraf zijn vervroegde terugkeer uit zelfopgelegde ballingschap aan.