Klimaatfinanciering
Premier van Barbados: ‘1 procent van inkomsten uit fossiele industrie moet naar landen in de frontlinie van de klimaatcrisis’
IPS / Climate Home News / Chloé Farand
23 november 2021
De eerste vrouwelijke premier van Barbados, een van de kleinste en meest klimaatgevoelige landen ter wereld, wil het internationale financiële systeem laten werken voor de mensen in de frontlinie van de klimaatcrisis. Haar ideeën haalden het tot in het Glasgow-pact en ook uit Brussel komt er steun.
Premier van Barbados Mia Mottley op COP26 in Glasgow.
UNFCC / Kiara Worth (CC BY-NC-SA 2.0)
De toespraak van Mia Amor Mottley deed op de COP26-klimaattop in Glasgow veel stof opwaaien. Daarin stelde ze dat de leiders van de grootste economieën ‘meer moeite moeten doen’ om een klimaatcatastrofe af te wenden. 2 graden opwarming ‘is een doodvonnis’, zei ze.
Het voortbestaan van kleine eilandstaten zoals Barbados hangt af van hoeveel financiering wordt vrijgemaakt om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graden.
‘De wereld staat op een tweesprong; een moment dat niet minder belangrijk is dan toen in 1945 de Verenigde Naties werden opgericht. Toen bestonden de meeste landen die hier zijn niet. Het verschil is dat we over honderd jaar nog steeds willen bestaan’, zei de eerste vrouwelijke leider van Barbados.
Het voortbestaan van kleine eilandstaten zoals Barbados hangt af van hoeveel financiering wordt vrijgemaakt om de mondiale temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graden Celsius – het doel van het Parijsakkoord. Hierin falen zal ten koste gaan van ‘levens en bestaansmiddelen in onze gemeenschap’, aldus Mottley.
Onbevreesd
Haar bereik op de klimaattop ging verder dan de gebruikelijke pleidooien voor ambitie en draagvlak. Gewapend met concrete voorstellen tilde Mottley de discussie over het mondiale financiële systeem naar het hoogste politieke niveau.
In eigen land is Mottley al populair: in 2018 werd ze met meer dan 70 procent van de stemmen verkozen tot premier van Barbados. Haar Labour Party won alle dertig zetels in het parlement. Ze is bezig met een grondwetswijziging om de onafhankelijkheid van haar land te bestendigen door de Britse koningin Elizabeth officieel als staatshoofd te laten vallen en een republiek te worden.
Haar pleidooi voor meer hulp bij de klimaatcrisis overstijgt het eigen eiland; Mottley komt op voor het hele Caribische gebied en kleine eilandstaten over de hele wereld.
‘Iedereen die haar volgt of kent, weet dat als ze een kwestie oppakt, ze daar onbevreesd mee door zal gaan’, zegt Bill Hare, ceo van Climate Analytics en al jaren klimaatadviseur voor Caribische staten. Rachel Kyte, die lang bij de Wereldbank en de VN werkte en nu decaan is bij de Amerikaanse Tufts University, beschrijft Mottley als een van de meest ‘creatieve en charismatische’ leiders op het gebied van klimaatfinanciering.
Klimaatfinanciering
Mottley heeft een missie: ze pleit voor een nieuwe financiële regeling om klimaatverandering aan te pakken, waarin degenen met de grootste verantwoordelijkheid de landen aan de frontlinie van de klimaatcrisis financieel ondersteunen.
Mottley heeft een missie: ze pleit voor een nieuwe financiële regeling om klimaatverandering aan te pakken.
Tijdens de coronapandemie riep ze op tot groene schuldverlichting ter ondersteuning van met schulden belaste kleine eilandstaten zoals Barbados, die niet in aanmerking komen voor de goedkope leningen die rijke landen kunnen krijgen of de voordelige financiering die is voorbehouden aan lage-inkomenslanden.
Daarom, zei ze op COP26, zijn ‘nieuwe flexibele instrumenten voor ontwikkelingshulp’ nodig, die verantwoorde, veerkrachtige en inclusieve groei ondersteunen. Ze heeft ook ideeën hoe die financiële instrumenten eruit zouden kunnen zien.
Ze zouden bijvoorbeeld de schade moeten compenseren die extreme weersomstandigheden als droogte, overstromingen en cyclonen nu al veroorzaken. Over dit thema werd tijdens COP26 fel gedebatteerd; maar ontwikkelingslanden die aandrongen op de oprichting van een verlies- en schadefonds, verlieten Glasgow met slechts ‘een dialoog’ over toekomstige financieringsregelingen.
Klimaatschade
Mottley vindt zo’n fonds voor verlies en schade ‘noodzakelijk’. Ze zegt dat verzekeringen niet afdoende zullen zijn om landen tegen deze escalerende klimaateffecten te beschermen. In 2017 trof orkaan Maria het eiland Dominica en veroorzaakte daar een duizelingwekkend bbp-verlies van 226 procent. ‘Welke premie zou hen daartegen kunnen beschermen?’, aldus Mottley.
De toegang tot zo’n fonds zou beperkt worden tot landen die een klimaatgerelateerde ramp hebben meegemaakt en verliezen hebben geleden van zeker 5 procent van hun economie.
In plaats daarvan stelt ze voor dat 1 procent van de inkomsten uit de verkoop van fossiele brandstoffen in landen die het meest bijdragen aan klimaatverandering, naar een verlies- en schadefonds moet gaan. Dit zou jaarlijks meer dan 70 miljard dollar opleveren. De toegang tot zo’n fonds zou beperkt worden tot landen die een klimaatgerelateerde ramp hebben meegemaakt en verliezen hebben geleden van zeker 5 procent van hun economie.
Maar wat in Glasgow de meeste aandacht trok, was haar voorstel voor het opschalen van financiering voor CO2-reductieprojecten in ontwikkelingslanden. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft al groen licht gegeven om 650 miljard dollar aan reserveactiva in de wereldeconomie te pompen. Deze zogenoemde speciale trekkingsrechten (special drawing rights of SDR’s) zouden landen moeten helpen in hun reactie op de coronacrisis.
SDR’s worden toegewezen aan landen op basis van de grootte van hun economie, wat betekent dat rijkere landen de meeste steun krijgen. Maar rijke landen in de G20 zijn overeengekomen om een deel van het geld te herverdelen aan armere landen.
Een van de instrumenten hiervoor is het Resilience and Sustainability Trust, een fonds ter waarde van 50 miljard dollar dat het IMF heeft opgericht om de klimaatbestendigheid van kwetsbare landen te vergroten. Het IMF verwacht de details van deze regeling tijdens de voorjaarsvergadering in april te onthullen.
CO2-besparende investeringen
Maar om dit decennium al impact te hebben, heeft de wereld jaarlijks zo’n financiële injectie nodig in reactie op de pandemie, stelt Mottley. Dat is volgens haar ‘de echte kloof die we moeten dichten’. Daarom roept ze op om twintig jaar lang jaarlijks 500 miljard dollar aan SDR’s uit te geven ten behoeve van CO2-besparende investeringen die nodig zijn om de opwarming tot 1,5 graden Celsius te beperken.
‘We hebben een gigantisch probleem en we gebruiken een piepklein budget om het aan te pakken. Dat gaat niet werken.’
Het brein achter dat voorstel is Avinash Persaud, een uit Barbados afkomstige emeritus hoogleraar, die fungeert als Mottleys speciale gezant voor investeringen en financiële diensten.
‘Het hele raamwerk van het Parijsakkoord is in potentie gebrekkig omdat het gebaseerd is op nationale toezeggingen, zonder enig financieringsplan’, zegt hij. ‘We hebben een gigantisch probleem en we gebruiken een piepklein budget om het aan te pakken. Dat gaat niet werken.’
Groene schuldenverlichting
Zo’n jaarlijkse uitgifte van SDR’s zou de basis kunnen vormen voor een grootschalige financiering van deze plannen. Dit zou moeten gebeuren door de kosten van lenen te verlagen naar de tarieven die rijkere landen genieten, wat CO2-besparende investeringen in ontwikkelingslanden en opkomende economieën stimuleert, aldus Persaud.
Het geld zou herverdeeld worden, van rijke landen naar een fonds dat de particuliere sector in staat stelt op de plannen te ‘bieden’. Projecten met de hoogste emissiereductie per geïnvesteerde dollar worden dan beloond.
Kevin Gallagher, hoogleraar Ontwikkelingsbeleid aan de Universiteit van Boston en een voorvechter van groene schuldenverlichting, zegt ‘in de wolken te zijn ’met het voorstel. De uitgifte van SDR’s vereist goedkeuring van de VS, de grootste aandeelhouder van het IMF, maar de manier waarop het geld vervolgens wordt gebruikt vereist geen goedkeuring op binnenlands niveau.
Grotere rol voor het IMF
Het is rijke landen niet gelukt om in 2020 voldoende geld voor klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden vrij te maken, wat symbool staat voor een groter probleem: de noodzaak om miljarden vrij te maken voor de wereldeconomie.
Niet iedereen staat te springen om deze grotere rol voor het IMF.
SDR’s zouden volgens Gallagher ‘meer financiering kunnen mobiliseren dan tot nu toe met klimaatactie is gelukt.’ ‘Dat staat gelijk aan wat er al gebeurt in ontwikkelde economieën: centrale banken pompen geld de economie in om die op gang te krijgen. Het IMF is voor de wereld in feite een grote centrale bank.’
Maar niet iedereen staat te springen om deze grotere rol voor het IMF, dat bekend staat om het opleggen van forse bezuinigingsmaatregelen als voorwaarde voor steun.
Daniela Gabor, universitair hoofddocent economie aan de Universiteit van West-Engeland, waarschuwt dat het ontwerp van de energietransitie en CO2-verlagende strategieën volledig in handen komen van de particuliere sector, door privaat geld toe te staan om op de projecten te bieden.
Het risico daarvan is dat de rol van regeringen bij het stellen van prioriteiten, coördineren van investeringen en inrichten van de nodige wetgeving om de transitie te beheren, wordt ondermijnd. Gabor: “Waar zijn de overheden van het mondiale zuiden in dit besluitvormingsproces?”
Steun in Brussel
Ondanks enige scepsis kreeg Mottleys voorstel een plekje in het Glasgow-pact. Het [uiteindelijke resultaat van de COP26](https://unfccc.int/sites/default/files/resource/cma3_auv_2_cover decision.pdf) verwijst specifiek naar het gebruik van SDR’s om klimaatfinanciering op te schalen.
Frans Timmermans: ‘Als we op schema willen liggen voor 1,5 graden, hebben we veel meer financiële slagkracht nodig. Ik steun de creativiteit van mensen als premier Mottley.’
Daags na de toespraak besprak Mottley tijdens een bezoek aan Brussel het voorstel met Frans Timmermans, hoofd van de EU Green Deal. Hij steunde haar idee. ‘Als we op schema willen liggen voor 1,5 graden, hebben we veel meer financiële slagkracht nodig. Ik steun de creativiteit van mensen als premier Mottley’, zei Timmermans.
De hamvraag is nu of er een bredere politieke bereidheid is van landen om het idee verder uit te werken. Het VK, voorzitter tot de volgende COP, zou het hoger op de agenda kunnen krijgen, denkt Kyte. Ook Italië, in Europa voorzitter van de G20-groep, zou zich kunnen inzetten om de kwestie op de agenda te houden.
De wereld redden
Gabor vindt het heel onwaarschijnlijk dat het voorstel bij rijke landen op steun kan rekenen, aangezien de onderhandelingen over de eenmalige liquiditeitsinjectie als reactie op de pandemie al ontzettend veel tijd kostten.
Maar het team van Mottley is optimistisch. Het is juist een goede strategie voor rijke landen, zegt Persaud. Hij denkt dat bedrijven en investeerders in rijke landen waarschijnlijk veel voordeel zullen hebben in het goedkoop kunnen ontwikkelen van CO2-reductieprojecten in ontwikkelingslanden.
‘Eigenlijk zeggen we tegen hun bedrijven, hun investeerders en hun fondsmanagers: jullie wordt gevraagd om de wereld te redden tegen de laagste prijs mogelijk voor de rijke landen. Het lijkt mij een overtuigende economische én politieke zaak.’
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Climate Home News.