Religie in Jammu en Kasjmir

Analyse

Religie in Jammu en Kasjmir

Jammu en Kasjmir is een staat met een molsimmeerderheid. Dat klopt, maar het verhaal vraagt wel wat nuancering, want al te vaak wordt de Indiase deelstaat verward met de Vallei van Kasjmir, het historische hart van de staat.

**Het land van Shiva
**De komst van het hindoeïsme in Kasjmir hangt samen met de komst van de eerste Arische bevolkingsgroepen. De opperkaste-brahmanen, meestal Kasjmiri Pandits genoemd, hebben gedurende de hele geschiedenis van Kasjmir veel belang gehecht aan intellectuele scholing, waardoor de Vallei hoog aangeschreven stond op vlak van literatuur en wetenschap.
De meeste tempels en heiligdommen, die gedurende honderden jaren gebouwd werden, werden in de periode van de sultanaten (14de tot 16de eeuw) of tijdens de Afghaanse overheersing vernietigd. Vanaf de aanhechting van Kashmir bij het overwegend hindoestische Jammu kregen de hindoe-Pandits opnieuw een groot overwicht in de administratie van de staat.
Jammu wordt vaak omschreven als een tempelstad, omwille van de hoeveelheid -eerder kleine- tempels. De Ragunarath-tempel, de grootste in de stad, werd gebouwd in opdracht van Maharaja Gulab Singh en is opgedragen aan de god Rama.
Ongeveer 66 procent van de regio Jammu is hindoeïstisch. Sinds de gewapende strijd in 1989 begon zijn er bijna geen hindoes meer in de Vallei van Kasjmir.
**Het land van Boeddha
**Tijdens de heerschappij van koning Ashoka (derde eeuw voor Christus) was heel Noord-India onder de invloed van het boeddhisme, ook Jammu en Kasjmir. Daarna was er echter een sterke heropleving van het hindoeïsme, behalve in de hoger gelegen Himalaya-regio’s van het huidige Ladakh, Zanskar en Tibet.
Het boeddhisme, veruit de meerderheidsreligie in Ladakh, kwam er via Kasjmir. Op zijn beurt werd het boeddhisme via Ladakh naar Tibet gebracht. In de 10de eeuw kwam het boeddhisme in Ladakh onder de invloed van het Tibetaanse Lamaïsme. Geloofspraktijk, uiterlijke vormgeving en spiritualiteit in Ladakh blijven sterk Tibetaans getint, ook nu de grens al jarenlang gesloten is.
Ongeveer de helft van de inwoners van Ladakh zijn boeddhisten.

**Het land van Allah
**In de dertiende eeuw druppelde de islam binnen in de Vallei van Kasjmir. De bekeringen gebeurden geleidelijk en zonder dwang. Opvallend is overigens dat het in Kasjmir de opperkaste-brahmanen waren die overgingen naar de islam, terwijl het in de rest van India vooral lage-kaste hindoes en kastelozen waren die zich bekeerden. Dit heeft wellicht te maken met de sterk mystieke inslag van waarmee deze nieuwe religie binnenkwam. Soefi’s en Rishi’s maakten grote indruk door hun consequente, onthechte levensstijl en door hun tolerante religieuze houding. De eerste periode van militante islam kende Kasjmir onder sultan Sikander (1389-1413). Toch is de algemene lijn doorheen de geschiedenis er een van samenleven in wederzijds respect. Moslims, hindoes en sikhs slaagden er de afgelopen eeuwen in zonder bloedige onderlinge conflicten te leven.
Vanaf 1990 is de vlag van de islam echter in handen gekomen van de gewapende verzetsgroepen. Zij sloten de bioscopen, de video-huizen, schoonheidssalons, bars en drankwinkels in Kasjmir. Ze probeerden ook vrouwen te verplichten tot het dragen van volledige sluiers en dwongen in één moeite door de bevolking het uur gelijk te stellen met Islamabad (een half uur later dan New Delhi-tijd). In 1989-1990 werd ook grote druk uitgeoefend op de hindoe-bevolking, vooral op de Kasjmiri Pandits, om zich te bekeren ofwel om de Vallei te verlaten.
Meer dan 90 procent van de inwoners van de Vallei van Kasjmir zijn moslim. In Jammu zijn zij goed voor 30 procent, in Ladakh vormt de moslim-groep een kleine helft van de bevolking.