Schrijfster-cineaste Xiaolu Guo: ‘Zonder verbeelding kom je nergens’
Een van de meest opvallende stemmen van de jonge generatie Chinese kunstenaars is Xiaolu Guo. Dichter, schrijfster, cineaste: Xiaolu is van alle markten thuis en ze is bovendien erg succesvol in de verschillende disciplines. MO* sprak met haar op het Filmfestival van Rotterdam. Deze maand komt ze naar het Open Doek Filmfestival in Turnhout.
‘Als een vuur wild om zich heen grijpt, kan je dat niet blussen met zachte tranen. Je hebt dan een regenstorm of een straffe kraan met leidingwater nodig.’ Xiaolu Guo probeert uit te leggen waarom China de voorbije jaren bijna meedogenloos gefixeerd was op economische groei. ‘Als jonge auteur wil ik spreken over het China dat ik zelf gezien heb,’ zegt ze, ‘niet het China van de culturele revolutie waarover ik alleen maar gehoord heb. In het hedendaagse China wordt de menselijke tederheid bedolven onder het geweld van de vooruitgangsdrift, maar zowel tederheid als poëzie zijn wel degelijk aanwezig in het leven van de Chinezen. De vraag voor een kunstenaar is hoe je die verborgen kanten van je omgeving zichtbaar maakt.’
**
Niets laat zich vangen. Alleen het mannelijke lichaam, Reds lichaam, verzet zich daar niet tegen. Mijn lichaamstemperatuur begint weer te stijgen. Ik draai me langzaam om en begin Reds naakte lichaam te strelen. Ik ben alweer vochtig en spreid voorzichtig Reds vingers en breng ze bij me naar binnen. ‘Je bent warm’, zegt hij tegen me. ‘Jouw lichaamstemperatuur is veel hoger dan de mijne.’‘Dat komt omdat ik een tropische zone ben.’
Aan het woord is Shanhong Jiang, hoofdpersonage van Dorp van steen, de eerste roman van Xiaolu Guo die in het Nederlands vertaald werd. Dat Shanhong –of Kleine Hond, zoals ze door haar grootouders genoemd wordt in het vissersdorp waar ze ouderloos opgroeit– op zo’n ongecompliceerde manier met seks omgaat, verbaast een beetje, zeg ik tegen de schrijfster. Als zevenjarige ondergaat Kleine Hond immers een onvoorstelbare en schokkende schending van haar nog niet eens onluikende seksuele integriteit. In haar andere vertaalde roman, Beknopt Woordenboek voor Geliefden, heeft de ik-persoon een opvallend complexloze en vanzelfsprekende seksuele relatie met haar Britse partner, ook al noteert ze zelf dat seks volkomen verdrongen wordt in haar omgeving.
Tijdens het interview in Rotterdam fietst Xiaolu handig rond elke vraag over dit onderwerp heen, en ook als we later via e-mail nog wat vragen en antwoorden uitwisselen, blijft ze opvallend vaag. De enige sleutel die ze meegeeft om de seksualiteit van haar hoofdpersonages te ontcijferen, is een verwijzing naar het streven van mensen naar contact. Seksueel geweld en seksuele intimiteit zijn dus meer dan diepmenselijke ervarigen, het zijn ook maatschappelijke metaforen.
Beknopt Woordenboek gaat over de vraag of twee mensen uit verschillende landen en tradities met elkaar kunnen comuniceren. De ik-persoon, Xiao Qiao Zhuang, verwerft gaandeweg de Engelse taal, maar blijft stoten op Britse gewoonten die ze niet begrijpt. Haar Britse geliefde blijkt dan weer zijn spreken en zijn vitaliteit te verliezen, al heeft dat veeleer met hun relationele gevecht te maken dan met een culturele botsing. ‘Uiteindelijk gaat het om het feit dat elk individu zijn eigen universum heeft en daarbinnen leeft, met eigen signalen, ijkpunten en taal. Het blijkt bijzonder moeilijk om tussen de verschillende universums te communiceren. Tegelijk maakt dat elke poging om het toch te doen ook zo ongelooflijk mooi.’
Volgens Xiaolu Guo is communicatie in de huidige, gemondialiseerde wereld moeilijker dan ooit tevoren. ‘Terwijl de fysieke afstand lijkt te krimpen, wordt de mentale kloof tussen mensen juist breder. Er wordt gewoon te weinig inspanning gedaan om elkaar te begrijpen.’ En in hoeverre wordt die communicatiekloof vergroot door culturele verschillen? ‘Ik denk dat de zogenaamde culturele verschillen vaak een uitvlucht zijn als twee mensen elkaar niet verstaan. Dan zeggen we maar snel: jij bent Vlaams en ik ben Chinees, en dat is de reden waarom we elkaar niet verstaan. De echte drempel zit niet in de verschillende tradities waarin je opgegroeid bent, maar in de bereidheid om elkaar te begrijpen, de bereidheid om moeite te doen om dicht genoeg bij de andere te komen.’
**
Xiaolu Guo is afkomstig uit een klein vissersdorp in Zuid-China, in de provincie Fujian. Het was 1973, de culturele revolutie was al over haar hoogtepunt heen, maar haar vader zat nog in de gevangenis omdat hij een “bourgeois-kunstenaar” was. Haar moeder moest het immense vaderland rondtoeren met een dans- en toneelgroep, die de lof van voorzitter Mao moest zingen. ‘Als kind had ik geen boek of tv-toestel in mijn omgeving. Het was een erg hard, zelfs gewelddadig leven.’
Haar artistiek werk is een permanente poging om uit de beperkingen van dat armoedige bestaan te breken, al beseft Xiaolu dat ze haar verleden ook altijd met zich meedraagt. ‘Ik zie mezelf nog steeds als een boerin, als iemand die rijst en aardappelen verbouwt. Het dorpsleven gaat nooit weg uit je bestaan. Wat ik in elk geval nooit meer kwijtraak, is de overtuiging dat je je leven opbouwt met je eigen handen, je eigen inzet. Je kan je bestaan niet lenen van andere mensen.’
De grens tussen Xiaolu Guo en haar personages is erg vaag. In Dorp van Steen groeit Kleine Hond op bij haar grootouders in een vissersdorp, later verhuist ze naar Peking. Dat klopt met de biografie van de auteur. En in Beknopt Woordenboek voor Geliefden migreert hoofdpersonage Xiao Qiao Zhuang vanuit China naar Londen –waar Xiaolu nu al een aantal jaren woont.
‘Als je een echte kunstenaar bent, is alles in je leven onderdeel van je kunst. De kunst is een monument van het leven’, noteert Z. -zoals het hoofdpersonage van Beknopt Woordenboek zich laat noemen, aangezien niemand haar lange naam kan onthouden of uitspreken. Een monument is echter iets anders dan een simpele autobiografie, zegt Xiaolu.
‘De personages in mijn boeken en films zijn geen letterlijke kopie van mijn persoonlijkheid, maar hun ideeën, ervaringen en woorden zijn wel een soort bewijs van mijn bestaan. Vroeger dacht ik dat ik een body artist was, een kunstenaar die geen enkele afstand toelaat tussen haar leven en haar werk. Maar dat beschouw ik nu als een lagere vorm van kunst. Wat wel essentieel blijft, is dat ik als kunstenaar eerst voel en pas daarna denk. Gevoel en reflectie samen monden uit in de verhalen en de vormen die ik nodig heb om al mijn woede en verleden in uit te drukken.’
**
Xiaolu Guo is klein maar energiek. Ze straalt een grote behoefte aan actie uit. Een beetje zoals haar alter ego Z. in Beknopt Woordenboek schrijft: ‘Je weet dat ik van vechten hou. Ik ben een vrouwelijke krijger. Ik hou ervan alles te doen met gevecht… Wij Chinezen zijn gewend te strijden voor alles: eten, opleiding, huis, vrijheid, visum en mensenrechten. Als er geen strijd nodig is, weten we niet meer hoe we moeten leven.’ Telkens opnieuw bekritiseert Xiaolu het eenzijdige materialisme van de huidige Chinese maatschappij, al heeft ze ook geen enkele reden om het verleden te romantiseren.
Hoe overleef je eigenlijk in een dorp dat zo bar en ruw is zoals zij het beschrijft in Dorp van steen? ‘Verbeelding is cruciaal’, antwoordt Xiaolu meteen. ‘De droom van een ander leven. De droom dat je mooie boeken kan lezen of films kan zien. De droom ook dat je echte vrienden hebt, vrienden die lief voor je zijn, die van je houden en voor je zorgen. Het zijn die dromen die ik vorm probeerde te geven in gedichten en daarna in films en romans. En uiteindelijk heb ik zelf mijn dromen gerealiseerd. Waar ik vandaag sta, heb ik te danken aan het feit dat ik dit als kind gedroomd heb. Zonder verbeelding kom je nergens.’
De reddingsboei die Xiaolu van de psychische verdrinkingsdood in haar vissersdorp redde, was de poëzie van Sylvia Plath, die in haar puberjaren binnensijpelde dankzij een culturele opening in het beleid. ‘Plath schreef over dood en zelfmoord op een manier die ongekend en ongehoord was voor mij. Dan kwamen J.D. Salinger, Scott Fitzgerald en Hemingway. Ik werd verliefd op die literatuur, ook al verstond ik als dertienjarige niet zo veel van wat ik las. Wat ik wel begreep, was dat die auteurs schreven met een uitgesproken individuele stem, en dat stond in schril contrast met de collectieve traditie en communistische realiteit waarin ik leefde. Het gevolg was dat ik ook als gek begon te schrijven: gedichten, dagboeken en later scenario’s. Toen ik veertien was, werd mijn eerste bundel gepubliceerd. Ik heb mijn jeugd helemaal opgeofferd om te schrijven, en in die zin was ik eenzaam, maar niet alleen. Eenzaamheid is iets heel anders dan “alleenzaamheid”. Ik weigerde gewoon deel uit te maken van de gemeenschap rondom mij en koos daarom voor de eenzaamheid die me toeliet te schrijven. Maar binnen de Chinese maatschappij betekent eenzaamheid vooral dat iemand zijn band met zijn familie of zijn thuis verliest of niet meer voelt. Eenzaamheid is een soort verraad tegenover je eigen gemeenschap.’
Toch heeft Xiaolu Guo niet het gevoel dat ze de Chinese gemeensschap en cultuur verwerpt. Integendeel, ook al leeft ze in Londen, ze leeft daar als Chinese. En al verzet ze zich tegen het vaak voorkomende misbruik van “culturele verschillen”, toch heeft ze het gevoel dat er een onoverbrugbare kloof bestaat tussen het Westen en het Oosten, een kloof die zich intussen ook al diep in haar eigen ziel en werk gegroefd heeft.
‘In hun verbeelding worden de meeste Chinezen vandaag Amerikanen. Dat is voor mij ver voorbij de grens van zowel werkelijkheid als fictie: Chinezen zullen nooit westerlingen worden, daarvoor verschillen hun waarden en gewoonten veel te veel van het Westen. China is tenslotte gebouwd op een traditie van 5000 jaar en op de pijlers van het confucianisme, een morele leer van goed en kwaad, van wat moet en niet mag. Dat confucianistische erfgoed wordt dan weer aangevuld en gecorrigeerd door het zen-boeddhisme dat heel spiritueel, vrij en individueel is. Het is die combinatie van tegengestelde tradities die de Chinese cultuur zo uniek maakt, zo anders dan alle andere culturen in de wereld. De drang om de economie te mondialiseren en te bezitten, drijft Chinezen er vandaag toe hun eigen culturele tradities te onderschatten en verwaarlozen. En dat is eeuwig jammer.’
De Chinese cultuur mag dan al onder druk staan, het Chinese nationalisme bloeit als nooit tevoren. Dat klinkt ook door in We went to wonderland, de film die Xiaolu maakte over het bezoek van haar ouders aan Londen, Parijs en Rome. Haar moeder toont zich in die film de hele tijd trots op haar eigen land en cultuur. Ze kan daardoor de enorme rijdom van Europa makkelijk wegrelativeren. ‘Dat is een erfenis van het Chinese communisme’, verklaart Xiaolu.
‘Mao gaf mensen het sterke gevoel van eigenwaarde en nationale identiteit terug nadat het afgebrokkeld was tijdens de decennia van westers en Japans imperialisme. Zelfs de gewone, arme Chinees gelooft vandaag opnieuw in de kracht van zijn land en in de waardigheid die voorkomt uit het toebehoren tot de natie. Maar de extreme veranderingen van de voorbije tien jaar, met de enorm toegenomen kloof tussen rijk en arm, ondergraaft die hervonden nationale identiteit alweer. Want waarom zou je trots zijn op een land dat sommige mensen stinkend rijk laat worden terwijl het tegelijk toelaat dat jij in bittere armoede moet overleven?’
Romans: Dorp van steen, uitgegeven door Mouria. 223 blzn. ISBN 978 90 458 4851 1.
Beknopt woordenboek voor geliefden, uitgegeven door Sirene. 271 blzn. ISBN 978 90 5831 476 5
20 Fragments of a Ravenous Youth door Xiaolu Guo is uitgegeven door Chatto&Windus. 204 blzn. ISBN 978 07 0118 156 7
Films: How is your fish today; Concrete revolution; We went to wonderland (deze laatste wordt vertoond op Open Doek Filmfestival in Turnhout: www.opendoek.be)