In Soedan klinkt nog steeds de roep om een burgerregering

Analyse

Oppositie roept op tot vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid

In Soedan klinkt nog steeds de roep om een burgerregering

In Soedan klinkt nog steeds de roep om een burgerregering
In Soedan klinkt nog steeds de roep om een burgerregering

Met luitenant-generaal Hemeti als sterke man lijkt alle hoop op een democratisch Soedan ver weg. De schaduwleider van de militaire overgangsraad gidste ooit de wrede Janjaweed-milities door Darfoer en zaait nu terreur in de hoofdstad Khartoem. Hoelang is zijn positie houdbaar? En valt een nieuwe burgeroorlog nog te vermijden?

© Stringer / Reuters

Protestanten bij de sit-in voor veiligheidsdiensten er gewelddadig optraden afgelopen maandag

© Stringer / Reuters

Begin april draagt president Omar al-Bashir zijn ordediensten op om de duizenden demonstranten die al dagen bivakkeren voor het militaire hoofdkwartier ‘desnoods met geweld’ uit elkaar te drijven. Maar geen van van de aanwezige generaals is happig om het bevel op te volgen.

Enkele dagen later, in de vroege uurtjes van 11 april 2019, besluiten ze hoog spel te spelen: ze vallen het partijhoofdkwartier van de president binnen en plaatsen hem onder arrest. Er wordt meteen een militaire overgangsraad (Transnational Military Council of TMC) op de been gebracht, die de machtsoverdracht naar een burgerregering in goede banen moet leiden.

In een persmededeling verklaart het nieuwe hoofd van de TMC, luitenant-generaal Ahmed Awad Ibn Auf, dat het land twee jaar zal worden bestuurd door het leger voordat er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. De Sudanese Professionals Association (SPA), de drijvende kracht achter de burgerprotesten, reageert misnoegd en roept de bevolking op om te blijven demonstreren, ook al klimmen de temperaturen in de hoofdstad tot boven de veertig graden.

Hoewel Hemeti officieel tweede in de pikorde is, twijfelt niemand eraan dat hij alle touwtjes in handen heeft

In de hoop het vertrouwen van de demonstranten te winnen, schuift de militaire overgangsraad zijn interim-president Auf al na één dag aan de kant. Hij wordt opgevolgd door luitenant-generaal Abdel Fattah al-Burhan, die in de publieke opinie minder opvallende banden heeft met het oude regime. Mohamed Hamdan Dagalo — beter bekend onder zijn bijnaam Hemeti’— wordt benoemd tot vicevoorzitter. En hoewel hij officieel tweede in de pikorde is, twijfelt er niemand aan dat Hemeti alle touwtjes in handen heeft.

Van kamelenhoeder tot massamoordenaar

Conflict in Darfoer (2003-2011)

Volgens mensenrechten- en hulporganisaties vielen meer dan 300.000 doden en zijn drie miljoen mensen (meer dan een derde van de bevolking in Darfoer) afhankelijk van noodhulp, met daarnaast nog zo’n 2,7 miljoen zogenaamde IDP’s (internally displaced persons of ‘ontheemden’).

De etnische zuiveringscampagne leverde president Omar al-Bashir een arrestatiebevel op van het Internationaal Strafhof in Den Haag, dat hem verdenkt van ‘genocide en misdaden tegen de menselijkheid’. Het maakte weinig verschil, want Soedan weigerde het Strafhof te erkennen en de slachtpartijen gingen door.

Hemeti is, zacht uitgedrukt, geen onbesproken figuur. Volgens de Franse onderzoeksjournalist Jérôme Tubiana stamt hij af van een Arabische clan (de Rizeigat) van Tsjaadse kamelenhoeders. In de jaren 1980 ontvluchtte die haar geboorteland en vond ze onderdak in Zuid-Darfoer. Nadat hij zelf een paar jaar aan de slag was als kamelenhoeder, sloot Hemeti zich in 2003 aan bij de beruchte Janjaweed-milities.

Officieel waren die door de Arabische elite in de hoofdstad Khartoem naar Darfoer gestuurd, om er rebellen te bestrijden, maar de milities bleken onbeheersbaar en pleegden gruwelijke misdrijven tegen onschuldige (niet-Arabische) burgers (zie kader).

Vanaf 2010 groeide de onenigheid binnen de milities. Verschillende krijgsheren, onder wie de invloedrijke Musa Hilal, begonnen zich tegen het regime te verzetten. Ze sloten zich aan bij rebellerende groeperingen of richtten hun eigen milities op. Hemeti zag zijn kans en profileerde zich als het beste alternatief om in Darfoer weer orde op zaken te stellen.

Zijn loyaliteit – of beter, zijn niet-afvalligheid — werd opgemerkt in Khartoem. In 2013 kwam hij aan het hoofd van de Rapid Support Forces (RSF), een nieuwe paramilitaire groep die zijn wortels had in de oude Janjaweed-milities en vanaf 2016 begon op te treden als pretoriaanse garde van president al-Bashir.

Onder Hemeti’s commando werden de troepen ingezet voor allerhande zogenaamde ‘anti-oproeroperaties’: naast Darfoer draaiden ze ook in de deelstaten Blauwe Nijl en Kordofan mee in de ellenlange burgeroorlog met het (overwegend niet-islamitische) zuiden van Soedan.

Nu Hemeti aan het hoofd staat van de militaire overgangsraad én de RSF, zijn de meeste waarnemers weinig optimistisch over een goede afloop van de volksopstand

Een rapport van Human Rights Watch met de veelzeggende titel Men with no mercy (2015) beschrijft hoe de soldaten dorpen platbrandden, vrouwen verkrachtten en willekeurige dorpelingen executeerden.

‘Ik zag hoe soldaten burgers doodschoten’, citeert het rapport een vijfentwintigjarige herder uit Darfoer. ‘Toen een groepje soldaten op hen afgestormd kwam, sloegen de burgers op de vlucht. Voor mijn ogen werden ze gedood. Vijf vrouwen werden verkracht.’

Van Darfoer naar Khartoem

Nu Hemeti aan het hoofd staat van zowel de militaire overgangsraad als de paramilitaire groep RSF, zijn de meeste waarnemers weinig optimistisch over een goede afloop van de volksopstand. Op 21 mei liepen de onderhandelingen tussen de afgevaardigden van het volk en de overgangsraad spaak, en sindsdiien werd de sfeer snel grimmiger.

Er waren meer soldaten van de RSF in de straten aanwezig en geruchten deden de ronde dat de raad de sit-in voor het militaire hoofdkwartier wou opbreken.

Hoe Europa de Rapid Support Forces (indirect) financiert

De Europese Unie lanceerde in 2014 het omstreden Khartoum Process In het kader van haar nieuwe migratiepolitiek. Daarbij maakte ze geld vrij om het aantal illegale migranten uit de Hoorn van Afrika fors in te perken. In 2016 vloeide er ongeveer 160 miljoen euro naar Soedan.

Maar de initiatieven om de migratiestop te forceren gingen voorbij aan de kern van het probleem. Een vaak gehoorde kritiek is dat er te sterk de nadruk werd gelegd op Soedan als doorreisland, terwijl het voor ontelbare burgers ook het land van vertrek is. Bijna dertig jaar voerde president al-Bashir immers een schrikbewind dat de samenleving wou islamiseren en arabiseren.

Helaas werden vooral RSF-troepen aan de grenzen gestationeerd. Zo kwam een deel van het geld ook bij hen terecht (al sprak de EU dat tegen). Het duurde niet lang of er volgden verhalen van migranten die met geweld waren aangepakt of die het slachtoffer werden van mensenhandel.

Als er een burgeroorlog losbarst (zie verder), mag Europa zich wellicht opmaken voor een nieuwe vloedgolf van migranten uit Soedan.

De afgelopen weken raakten beide partijen steeds meer gefrustreerd. Het volk heeft duidelijk lessen geleerd uit de Arabische Lente en vreest dat een militaire dictatuur alle verworvenheden van de maandenlange protesten weer ongedaan zal maken.

De militaire overgangsraad op zijn beurt wil de macht niet uit handen geven, omdat een democratische regering voor verschillende generaals een fin de carrière zou inluiden. Een aantal van hen, onder wie Hemeti, voelen bovendien de hete adem van het Internationaal Strafhof in Den Haag in hun nek.

3 juni: horrortaferelen in de hoofdstad

En dus gebeurt er op maandagochtend 3 juni wat Hemeti een maand eerder nog van de hand heeft gewezen: terwijl de meeste Soedanezen druk in de weer zijn met de voorbereidingen van het slotfeest van de ramadan, openen soldaten van zijn RSF het vuur op de sit-in.

Doktersverenigingen signaleren in eerste instantie al 35 doden en 650 gewonden. Het dodencijfer loopt in de dagen nadien nog op tot bijna het drievoudige. Afgelopen dinsdag zijn nog veertig lijken uit de Nijl gevist, en wie weet hoeveel er nog komen bovendrijven.

Het volk heeft duidelijk lessen geleerd uit de Arabische Lente en vreest dat een militaire dictatuur alle verworvenheden van de maandenlange protesten weer ongedaan zal maken

Intussen zijn alle journalisten ter plaatse onder huisarrest geplaatst en is het aanwezige VN-personeel geëvacueerd. Het internet is afgesloten, dus verhalen van ooggetuigen bereiken de buitenwereld maar met mondjesmaat, terwijl de soldaten in het volledig geïsoleerde land alle ruimte hebben om hun boekje te buiten te gaan.

‘De gruwel van Darfoer wordt nu ook naar de straten van Khartoem gebracht’, tweet de gezaghebbende Soedan-expert Eric Reeves na de aanval. Soldaten van de RSF schieten ongewapende burgers zonder mededogen neer en verkrachten, vernederen en intimideren vrouwen. Horrortaferelen die zich in de marge van het land hebben afgespeeld, en waar de internationale gemeenschap meer dan tien jaar blind voor was, vinden nu plaats in de hoofdstad.

A circulating video of RSF Janjaweed militia singing and dancing in the streets of Khartoum after the Army Headquarters massacre. #مجزره_القياده_العامه#HQ_massacre#SudanUprising pic.twitter.com/Wj5UZS1jEW

— Sudanese Translators for Change STC (@SudaneseTc) June 5, 2019

‘Om vijf uur in de ochtend hoorden we plots geweerschoten’, vertelt Ibrahim, een jonge demonstrant die bij de aanval aanwezig was. ‘We vluchtten naar Qiyada Street en waren in shock. Zoveel mensen waren neergeschoten! Even later belde een vriend me op. Hij zei dat soldaten van de RSF de tenten van de sit-in in brand hadden gestoken. Nog geen tien minuten later begonnen soldaten op ons te schieten.’

‘Een betoger raakte ernstig gewond aan het hoofd. We konden het bloed niet stelpen en besloten hem naar het ziekenhuis te brengen. Een officier probeerde een groepje soldaten duidelijk te maken dat het ramadan was en dat we allemaal zouden sterven als we niet spoedig hulp zouden krijgen. Toen we eindelijk in het ziekenhuis arriveerden, versperden honderden soldaten de ingang. Ze beledigden ons en sloegen ons met knuppels. Gewonde demonstranten werden onophoudelijk binnengebracht. Het was een verschrikkelijk zicht.’

Kroniek van een aangekondigde burgeroorlog?

De agressieve actie lokt verontwaardigde reacties uit. Zowel de Verenigde Naties als de Afrikaanse Unie roepen op tot een stopzetting van het geweld en eisen een onderzoek. ‘Met onmiddellijke ingang wordt Soedan geschorst van alle activiteiten van de Afrikaanse Unie, tot de oprichting van een door burgers geleid overgangsorgaan’, meldde de organisatie donderdag op haar Twitter-account.

Met steun van regionale zwaargewichten als Egypte, Saudi-Arabië en de VAE zal de militaire overgangsraad de macht niet snel uit handen geven

Kort na de militaire staatsgreep van 11 april had de Afrikaanse Unie al een ultimatum gesteld om de macht na vijftien dagen over te dragen aan de burgers – een termijn die met het recente voorzitterschap van de Egyptische president al-Sisi, een bondgenoot van het militaire regime van Soedan, meteen werd verlengd tot zestig dagen.

In het kamp van de Arabische Liga bleef het dagenlang stil. En daar knelt het schoentje, menen waarnemers. Met de steun van regionale zwaargewichten als Egypte, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten is het onwaarschijnlijk dat de militaire overgangsraad de macht snel uit handen zal geven. Pas gisteren kwam de Liga met een verklaring naar buiten die uitblinkt in vaagheid en de strijdende partijen oproept om ‘terughoudendheid aan te wenden’ (‘to exercise restraint’).

**Steun van Arabische zwaargewichten

Saudi-Arabië**
Na de val van al-Bashir kreeg Soedan van Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten ongeveer 2,7 miljard euro aan noodsteun en een deposito van 500 miljoen in de Centrale Bank. De Arabische landen hebben sterke banden met al-Burhan en Hemiti (de nummer één en twee van de Soedanese militaire overgangsraad), vanwege de oorlog in Jemen.
In ruil voor tonnen geld strijden RSF-soldaten daar tegen (sjiitische) Houthi-rebellen, in een door Saudi-Arabië gecoördineerde alliantie. Volgens een reportage van de NY Times maken gerekruteerde kindsoldaten uit Darfoer daarbij ongeveer twintig procent uit van het Soedanese militaire bestand.

Egypte
Sinds al-Sisi in Egypte aan de macht kwam met een staatsgreep in 2013, heeft hij elke vorm van protest tegen zijn bewind hardhandig neergeslagen. Wie zich kritisch uitlaat over de regering, riskeert zware straffen. Toch is de onvrede groot onder de Egyptenaren. De economie zit al jaren in een neerwaartse spiraal, waardoor de werkloosheidscijfers hoog zijn en heel wat families in abjecte armoede leven.

Mocht de opstand in Soedan succesvol blijken, zouden er ook weleens in Egypte protesten kunnen losbarsten. Al-Sisi’s steun aan de militaire overgangsraad is een duidelijke boodschap voor de misnoegde Egyptische bevolking: protesteren heeft geen zin.

Daarnaast hoopt al-Sisi dat Soedan in ruil voor steun concessies doet in een aantal twistpunten, zoals het betwiste grensgebied Hala’ib en de GERD, een omstreden dam in Ethiopië, die een enorme impact zal hebben op de hoeveelheid water die naar Egypte stroomt eenmaal ze operationeel is.

Opletten voor machtsvacuüm

In een rapport dat de International Crisis Group vrijdag publiceerde, stelt ze dat het onvoorwaardelijke vertrouwen in al-Burhan en Hemeti niet zonder risico is voor de Arabische grootmachten. Als de demonstranten voet bij stuk houden en de burgerlijke ongehoorzaamheid aanhoudt, kan het land onbestuurbaar worden, met catastrofale gevolgen voor het sowieso al extreem precaire evenwicht.

In dat geval zouden Saudi-Arabië en zijn bondgenoten niet alleen het land en hun eigen belangen op de been moeten houden met onophoudelijke financiële injecties, maar moeten ze ook extra alert zijn voor een burgeroorlog. Die kan namelijk een machtsvacuüm creëren dat religieus-extremistische groeperingen en andere ongewenste elementen vrij spel kan geven.

Maar een burgeroorlog vermijden is geen sinecure. Het gonst van de geruchten dat ook de militaire overgangsraad zelf intern verdeeld is. En dat kan volgens Soedan-expert Eric Reeves dramatische gevolgen hebben: het land heeft namelijk geen homogeen militair apparaat.

Al-Burhan, de secretaris-generaal van de militaire raad, staat aan het hoofd van de Sudanese Armed Forces. Die komen het dichtst bij wat je een traditioneel leger kunt noemen. Zij hebben een zekere discipline, formele training en hiërarchie.

Aan de andere kant heb je Hemeti’s Rapid Support Forces, een paramilitaire organisatie met een wrede geschiedenis in onder andere Darfoer. Volgens Reeves zien vele (vooral jonge en lager geplaatste) officieren bij de Sudanese Armed Forces Hemeti dan ook als een provinciale krijgsheer die het spoor volledig bijster is.

Hemeti zal allicht alleen met geweld kunnen worden verdreven. Maar wie is daartoe in staat?

Hemeti zal allicht alleen met geweld kunnen worden verdreven. Maar wie is daartoe in staat? Volgens Reeves alleen de Sudanese Armed Forces, gesteld dat zij een eensgezind front kunnen vormen. Zij hebben alleszins de militaire slagkracht om de RSF tegen te houden. Hoe dan ook dreigt in dat geval de totale chaos van een burgeroorlog, waarvan het volk het grootste slachtoffer zal zijn.

Ondanks het gewelddadige optreden van de RSF hebben de demonstranten vandaag een zoveelste dag van burgerlijke ongehoorzaamheid aangekondigd. Het vuur van de revolutie is geblust, maar de kolen smeulen nog.