Als Turkse student deelnemen aan Pride Parade? ‘Dat is betrokkenheid bij terreur of anarchie’

Analyse

Waarom Turkije de regenboog blijft bannen

Als Turkse student deelnemen aan Pride Parade? ‘Dat is betrokkenheid bij terreur of anarchie’

Als Turkse student deelnemen aan Pride Parade? ‘Dat is betrokkenheid bij terreur of anarchie’
Als Turkse student deelnemen aan Pride Parade? ‘Dat is betrokkenheid bij terreur of anarchie’

Laïs De Rynck

08 juli 2019

De discriminatie van de LGBT+-community en het politiegeweld tegen Pride Parades is nog steeds schering en inslag in het land van Erdogan. De Pride Parade in Istanboel werd vorige week hardhandig aangepakt en van tien studenten die in mei meededen aan de Honor March in Ankara werd de studiebeurs ingetrokken.

Lubunya (CC BY-SA 3.0)

Een vredevolle Gay Pride Parade op het Taksimplein in Istanbul in 2013, twee jaar voor het eerste politiegeweld het jaarlijkse evenement verstoorde. De politie-boycot zette zich al minstens tot anno 2019 door.

Lubunya (CC BY-SA 3.0)

P__olice reacts with water cannons. Karma reacts with rainbow’, tweette Ozhan Zurel als reactie op de regenboog bij het politiegeweld in Istanboel in 2015. Zo had de politie het niet bedoeld: haar waterkanon om de LGBT+-mars hardhandig uiteen te drijven, schiep onbedoeld een natuurlijke regenboog.

De politie gaf sindsdien niet op. In de voorbije jaren werd hard optreden een constante bij LGBT+-marsen in Turkse steden.

Dat bleek vorige week opnieuw toen de studiebeurzen ingetrokken werden van studenten die in mei meededen aan de LGBT+ Honor March in Ankara. En op zondag 30 juni was er de zeventiende Pride Parade in Istanboel, waar de deelnemers hardhandig aangepakt werden door de politie.

Studenten het zwijgen opleggen

De LGBT+ Honor March van 10 mei in Ankara ging door aan de Technische Universiteit van Ankara (METU). De politie zette traangas, pepperspray en plastic kogels in en hield 25 mensen aan, waaronder ook een docent. Ook al verliep het protest vredevol, zegt Amnesty International.

Enkele dagen eerder, op 6 mei, had het rectoraat van de METU een verbod op de optocht uitgevaardigd. Omdat de optocht toch zou doorgaan, riep Amnesty International op om de rector massaal te mailen opdat de mars veilig zou verlopen.

‘Het is een donkere dag wanneer universitaire autoriteiten de politie oproepen om studenten het zwijgen op te leggen’

Een vraag die niet werd ingewilligd. ‘Het is een donkere dag wanneer universitaire autoriteiten de politie oproepen om studenten het zwijgen op te leggen, die simpelweg hun recht op waardigheid en gelijkheid opeisen’, reageerde Fotis Filippou, de campagnedirecteur voor Europa bij Amnesty.

De studenten lieten het daar niet bij: op 13 mei hielden ze een symbolische afscheidsceremonie voor de rector, om te tonen dat zij hem ook de mond konden snoeren. Amnesty International riep ook op tot een onderzoek naar het politiegeweld.

Dat onderzoek kwam er niet, maar de mars kreeg een ander staartje. Turkey’s Credit and Dormitories Institution (KYK), het overheidsfonds dat studenten aan studiebeurzen en leningen helpt, trok de financiële tegemoetkomingen van tien gearresteerde studenten in en eiste zelfs terugvorderingen. De reden: ‘Studenten mogen niet betrokken zijn bij incidenten van terreur of anarchie', meldde de Turkse krant Turkish Minute op 2 juli.

Imamoglu’s beperkte macht

Ook tijdens de Pride Parade op 30 juni op het Taksimplein in Istanboel reageerde de politie met harde hand. De pas verkozen burgemeester Ekrem Imagoglu verklaarde nochtans dat ‘iedereen het recht heeft te betogen zolang het de vrede niet verstoort’. Maar de politie zette traangas, politiehonden en plastic kogels in om de Pride Parade uiteen te drijven, berichten meerdere onafhankelijke media.

De politie verbood ook deze mars op voorhand omdat ze ‘maatschappelijk verwerpelijk’ zou zijn, zegt Amnesty.

Istanbulian91 (CC BY-SA 3.0)

De Pride Parade in Istanbul in 2013, twee jaar voor politiegeweld de mars voor het eerst verstoorde. Al sinds 2003 vindt in Istanbul de jaarlijkse Gay Pride plaats op het Taksimplein. Dit jaar werd die voor de vijfde keer afgelast en onderbroken.

Istanbulian91 (CC BY-SA 3.0)

Amper drie dagen voor de Pride Parade begon Ekrem Imamoglu aan zijn eerste ambtstermijn als burgemeester van de meer progressieve CHP-partij, na meer dan 25 jaar conservatief bestuur in Istanboel.

Kan Imamoglu het ruwe LGBT+-klimaat verzachten? Niet rechtstreeks. Want de bevoegdheid hierover ligt niet bij de burgemeester van Istanboel, wel bij de provinciegouverneur. In Istanboel is dat Ali Yerlikaya, aangesteld door president Erdogan in oktober 2018.

De man met die functie heeft in Turkije veel macht: provinciegouverneurs controleren de implementatie van beleidsbeslissingen, kunnen ambtenaren afzetten en kunnen als leider van de provinciale politie tussenkomen wanneer de publieke orde bedreigd wordt, zoals bij de Pride Parade het geval zou zijn geweest.

Een officieel persbericht op de website van gouverneur Yerlikaya verklaarde dat de LGBT+-groep zonder toestemming in de provincie Istanboel aan het betogen was, en dat daarom politieteams zijn tussengekomen. Dat daarbij plastic kogels zouden zijn gebruikt, noemt het bericht een 'vals en misleidend gerucht'.

‘LGBT+s zijn de samenleving’

In een persstatement reageerde het Pride Week Committee dat ‘ambtenaren die niet aarzelen om de haat tegen LGBT+-mensen te voeden, niet mogen vergeten dat LGBT+'s de samenleving zelf zijn.’ Het comité stelde dat de Pride Parade de publieke vrede nooit heeft bedreigd en dat het de voorbije vijf jaar enkel staatsorganen zijn geweest die gewelddadige aanvallen hebben gepleegd op Pride Parades.

‘Vijandigheid tegenover de LGBT+-gemeenschap is intussen zelfs staatsbeleid geworden’

Jason Rogers (CC BY 2.0)

De eis voor meer burgerrechten voor LGBTI+s weerklinkt de laatste jaren steeds luider in Turkije.

Jason Rogers (CC BY 2.0)

‘Vijandigheid tegenover de LGBT+-gemeenschap is intussen zelfs staatsbeleid geworden, met verboden in vele steden.’ Het comité roept daarom op seksuele oriëntatie en genderidentiteit te erkennen in de grondwet, aanvallen tegen de gemeenschap te bestraffen en basisrechten zoals onderwijs, gezondheid en huisvesting in de wet te betonneren.

‘Die eisen verstoren de publieke vrede niet en bedreigen de publieke veiligheid niet. Ze zijn essentieel om voor ons in een constitutionele staat gelijke toegang tot burgerrechten te verkrijgen.’

De vooruitzichten op die erkenning van rechten en totale acceptatie op straat zijn niet al te rooskleurig, stelt Turkije-expert Dries Lesage, docent aan het Ghent Institute for International Studies aan de UGent.

‘De regeringspartijen hanteren een uiterst conservatief discours met betrekking tot LGBT+-rechten. De AKP probeert via allerlei informele manieren een leitkultur naar de maatschappij en het beleid te laten doorsijpelen. Binnen die leitkultur, een soort richtinggevende maatschappelijke consensus, komt LGBT+-identiteit naar voren als iets abnormaals en negatiefs. Dat is zwart op wit geponeerd in teksten en uitspraken de laatste jaren.’

Een oneffen pad naar rechten voor LGBT+

De laatste jaren nam het aantal meldingen van discriminatie, vernedering en geweld tegen LGBT+ in Turkije toe. Het klimaat verhardde zienderogen: traangas inzetten bij Pride Parades werd de regel. Een buffer in de vorm van legale bescherming voor de gemeenschap ontbreekt.

Het klimaat verhardde zienderogen. Een buffer in de vorm van legale bescherming voor de gemeenschap ontbreekt.

Turkije legaliseerde homoseksualiteit al in 1923, maar de toekenning van rechten sinds die erkenning vormt geen lineair verhaal. In 2010 verklaarde de toenmalige minister van Vrouwen- en Familiezaken Aliye Selma Kavaf nog dat ‘homoseksualiteit een biologische afwijking is, die behandeling nodig heeft.’

De vrijheid van betoging en expressie komt steeds meer onder druk te staan. In een platformtekst van 6 juni 2015, ondertekend door tientallen AKP-gezinde en niet-gouvernementele organisaties, staat letterlijk:

‘Onze moraliteit is onze waarde. Het volk vergeeft degenen niet die homoseksuele perversie ten aanzien van de gemeenschap als een legitieme daad voorhouden. Het legitimeren in naam van de vrijheid van de openbaarmaking van zonde is een moord op de waarden van dit volk. Deze poging zal alweer falen met de wil van het volk.’

De voorbije jaren kende stad na stad in Turkije zwaar politiegeweld op de jaarlijkse Pride Parades of werden LGBT+-samenkomsten expliciet verboden. Zo riep hoofdstad Ankara in 2017 een verbod uit op elke vorm van vereniging, met als voorwendsel de ‘sociale gevoeligheden’.

Volgens de gouverneur van Ankara zouden publiekelijke vijandschap en haat kunnen ontstaan, wat een gevaar zou betekenen voor de openbare veiligheid en de publieke moraliteit. De inwoners van Ankara mogen sindsdien geen tentoonstellingen, interviews, theaters, panels, filmscreenings over LGBT+-thema's meer organiseren.

Alisdare Hickson (CC BY-NC 2.0)

De steun voor LGBT+ in Turkije weerklinkt internationaal, zoals deze optocht in Londen in 2016 toont. Na de homofobe terreuraanval in Orlando op 12 juni 2016 op een LGBT+-nachtclub, waarbij 49 mensen vermoord werden en 53 gewond raakten, kwamen mensen wereldwijd op straat om hun steun te betuigen tegenover de aanvallen op LGBT+s wereldwijd.

Alisdare Hickson (CC BY-NC 2.0)

In steden waarin de sociaaldemocratische CHP of de linkse HDP aan de macht zijn — progressieve partijen, die de laatste jaren zelden hun nek uitstaken voor rechten van minderheden — konden marsen en bijeenkomsten wel veilig doorgaan. Daarnaast deelden enkele districten, zoals Kadikoy in Istanboel en Datca, wel berichten op sociale media om hun steun voor LGBT+-marsen te uiten. Het zijn districten waar nationale oppositiepartijen lokaal aan de macht zijn.

Ondemocratische smoesjes

Alle Turkse steden besloten de voorbije maanden officieel om het verbod op Pride Parades op te heffen, ook Ankara (op 23 april). Maar zoals het METU-incident aantoont, vinden autoriteiten steevast zijwegen en voorwendsels om de marsen te saboteren.

Volgens Lesage gaat het om ondemocratische smoesjes: ‘Marsen verbieden omdat mensen er aanstoot aan zouden kunnen nemen of omdat de mars provocatief zou kunnen zijn, is geen democratisch standpunt. Betogingen zijn dikwijls aanstootgevend voor mensen met een andere mening.’

Bij de verwijzing naar die zogenaamde verstoring van de openbare veiligheid wijst de overheid ook naar jihadistische en ultraconservatieve bedreigingen, maar die vormen volgens Lesage geen reden de hele mars zo aan te pakken.

‘Het feit dat het keer op keer misloopt, wijst erop dat de overheid het niet wil. Anders zou de overheid probleempjes met de orde en het traject samen met de organisatoren oplossen. Als organisatoren ondanks dreigingen hun mars willen laten doorgaan, is het aan de overheid om dat in alle veiligheid mogelijk te maken. Je kan toch niet zeggen: “Je mag jaren niet meer betogen, omdat er een bedreiging is.” Dan moet je iets aan die bedreiging gaan doen.’

‘Het recht op samenkomst en betoging is een deel van de vrijheid van meningsuiting, een fundamenteel mensenrecht’

Het Pride Week Committee van Istanboel reageerde gelijkaardig in hun statement: ‘Het gouverneurschap van Istanboel heeft ervoor gekozen om mensenrechten en vrijheden weg te gooien, eerder dan voorzorgsmaatregelen tegen bedreigingen te nemen. Het recht op samenkomst en betoging is een deel van de vrijheid van meningsuiting, een fundamenteel mensenrecht dat beschermd wordt door zowel grondwettelijke als internationale conventies.’

Ook Human Rights Watch diende de stad Istanboel van repliek: de claims van de overheid zijn ongefundeerd, reflecteren een anti-LGBT+-vooroordeel en slagen er volgens HRW niet in om een legitieme nood tot verbod op optochten naar voren te schuiven, wat het internationaal recht wel vereist. HRW verwijt Istanboel om de stigmatisering en marginalisering van LGBT+ op die manier te vergroten.

En de Turken zelf?

De AKP-platformtekst van 2015, ondertekend door tientallen organisaties, toonde al dat die mentaliteit van stigmatisering niet zo marginaal is. Het conservatieve regeringsdiscours staat niet alleen in de expliciete discriminatie van LGBT+-minderheden, maar er is ook een ander, progressiever discours van Turken die weinig problemen hebben met LGBT+.

Volgens Lesage weerspiegelen de verschillende standpunten het ideologisch uiteenlopende Turkije. ‘De progressieve stroming heeft absoluut geen probleem met totale acceptatie, terwijl de mainstreamvisie LGBT+ negatief bejegent. Zowel een machomentaliteit als conservatieve interpretaties van de islam liggen aan de grondslag daarvan.'

'Dat wil natuurlijk niet zeggen dat elke gelovige of macho-Turk erop uit is om LGBT+-mensen aan te vallen op straat, maar in het dagelijks leven is er hooguit tolerantie, niet van harte. Naast denigrerend gegniffel hebben mensen het er moeilijk mee dat de LGBT+'s zich in het openbaar politiek manifesteren. Extremisten pleegden ook al geweld op straat.’

Volgens Lesage is de totale acceptatie in Turkije dus niet zo vergevorderd en worden LGBT+'s nog vaak als afwijkend bestempeld.

Conservatieve stromingen mengen bovendien de LGBT+-discussie met geopolitieke kwesties. LGBT+ beschouwen ze daarbij niet als een identiteit die je hebt of niet, maar als een soort ‘ideologie die door het Westen wordt gepropageerd’, stelt Lesage. Vanuit de EU of de VS druk uitoefenen op de LGBT+-situatie kan daarom een averechts effect hebben.

‘Dat is allemaal illustratief voor een heel repressief klimaat', zegt Lesage. 'LGBT+-rechten worden niet volledig geaccepteerd door de regeringspartijen, en die voelen zich daarin gesteund door een groot deel van de bevolking. Veel Turken zijn er jammer genoeg nog niet aan toe om voor totale acceptatie te gaan.'