Vrijwillige Dienst Ontwikkelingssamenwerking stuurt eerste jongeren uit

Analyse

Vrijwillige Dienst Ontwikkelingssamenwerking stuurt eerste jongeren uit

Bert Verpoest

20 oktober 2006

Op vrijdag 20 oktober werden op een persconferentie de eerste lichting jonge ontwikkelingssamenwerkers voorgesteld die in het kader van de Vrijwillige Dienst Ontwikkelingssamenwerking (VDOS) naar het Zuiden vertrekken. VDOS is een initiatief van Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Armand De Decker dat jonge mensen in staat wil stellen een eerste professionele ervaring op te doen in ontwikkelingssamenwerking.

In de nasleep van de tsoenamiramp van 26 december 2004 werd duidelijk dat heel wat jongeren sterk meevoelden met de slachtoffers en op het terrein wilden helpen. Door gebrek aan opleiding en ervaring werd het overgrote deel echter geweigerd. Vanuit deze vaststelling, en vanuit de nood om de bevolking te sensibiliseren voor ontwikkelingssamenwerking, richtte De Decker eind 2005 VDOS op. Het initiatief wil honderd posten in bilaterale ontwikkelingsprojecten aanbieden aan jongeren. Twee maal per jaar zullen vrijwilligers worden aangeworven voor een periode van een jaar. Deze periode kan twee maal met een jaar worden verlengd.
 
De vrijwilligers zullen in de eerste plaats ingeschakeld worden in projecten van de Belgische Technische Coöperatie. In een later stadium kunnen ze ook ter beschikking worden gesteld van NGO’s en internationale partnerorganisaties, maar dit zal afhangen van de vraag van de betrokken instanties. De functies die hen binnen een project opgedragen worden, kunnen zeer verscheiden zijn. Zo kan het bijvoorbeeld gaan om de technische uitvoering van een project, medewerking aan het beheer, een bijdrage aan de uitwisseling van expertise of deelname aan analyse en evaluatie.
Van de 405 kandidaten die zich aanboden voor de preselectie werden er, op basis van toelatingscriteria, schriftelijke en mondelinge proeven, 55 geselecteerd. Voor 29 van hen is er op dit moment onmiddellijk plaats om mee te werken in een project. Het gaat om 16 meisjes en 13 jongens tussen 23 en 31 jaar. 19 onder hen zijn Franstalig, 10 Nederlandstalig, en allemaal genoten ze een hogere opleiding, zij het in zeer uiteenlopende richtingen. MO* sprak met twee van hen.
 
Raphael Gerard, 27 jaar en afkomstig uit het Waalse Ligny, is landbouwingenieur. Hij vertrekt voor een jaar naar Ecuador om daar te helpen in een project rond watervoorziening voor de productie van koffie. Wat hem vooral aanspreekt in ontwikkelingssamenwerking is de kans om mensen te helpen met concrete problemen. “Het gaat om kleine dingen, maar je hebt direct contact met de mensen die je wil helpen, en je ziet het resultaat van wat je doet”. Zijn ervaring met ontwikkelingssamenwerking beperkt zich tot hiertoe tot België en Frankrijk, en hij beseft dat een jaar leven en werken in een ontwikkelingsland niet vanzelfsprekend is.
“In het begin zal het moeilijk zijn om de Belgische realiteit achter te laten en me aan te passen aan een omgeving die fundamenteel verschilt van de onze en waar ik niemand ken.” Ook de praktische kant van zijn werk zal volgens hem aanpassingen vragen, want de situatie op het terrein is grondig verschillend van de projecten waarin hij hier als landbouwingenieur heeft gewerkt. Of hij een professionele loopbaan in ontwikkelingssamenwerking wil uitbouwen, weet hij dan ook nog niet. “Ik zal eerst kijken hoe alles loopt, en na een jaar zal ik mijn beslissing nemen of ik hierin verder wil gaan”, vertelt hij.
Het sensibiliserende luik dat aan VDOS is verbonden, wil hij vooral op een informele manier invullen. Vrienden en kennissen op de hoogte houden van zijn reilen en zeilen lijkt hem zinvoller dan via een officieel kanaal de mensen te proberen bereiken. “Grote krantenartikels over de noodzaak van derdewereldhulp zijn voor de meeste mensen te ver van hun bed. Getuigenissen van vrienden, kennissen of buren zullen mensen rechtstreekser aanspreken en meer aan het denken zetten.”

E-waste

Alexia Sabbe (26) uit Kortrijk is master in de rechten en in “Conflict and Development”. Reeds lang is ze gepassioneerd door ontwikkelingssamenwerking. Ze vertaalde deze passie dan ook in haar studies en in eerdere projecten in het buitenland. Zo ging ze, in het kader van haar meesterproef voor haar tweede masterdiploma, naar Bangalore in India.
Ze deed er onderzoek naar de problematiek van “e-waste”, of het dumpen van informatica-afval. Toen ze vorig jaar in de pers hoorde dat VDOS jongeren zou aanwerven voor ontwikkelingsprojecten heeft ze zich dan ook onmiddellijk ingeschreven. En met succes: ze krijgt nu de kans in Rwanda een jaar mee te werken in een project rond gezondheidsmanagement.
Ze ziet haar vertrek vol enthousiasme tegemoet. “De tijd zal vliegen”, vertelt ze, “er komen veel mensen op bezoek en we hebben de mogelijkheid wat te reizen en mensen te bezoeken in andere projecten. Momenteel ben ik gewoon heel blij dat ik bij de geselecteerden ben en zie ik nergens tegenop.” Ze is er van overtuigd dat ze door dit project heel wat zal bijleren, zowel op praktisch als op persoonlijk vlak, en dat het een aanloop kan zijn naar de professionele loopbaan in ontwikkelingssamenwerking waar ze van droomt.
Hoe ze de bewustmaking van mensen in België zal aanpakken, weet ze nog niet precies. Wellicht zal ze regelmatig een rapport schrijven en bij thuiskomst een grondige feedback- en evaluatiesessie ondergaan, en ook via vrienden en kennissen zal ze haar wedervaren wereldkundig maken. 
Raphael, Alexia en de 27 anderen vertrekken in het voorjaar naar hun project in één van de partnerlanden van de directe bilaterale ontwikkelingssamenwerking. Jongeren die geïnteresseerd zijn om zelf met VDOS aan een project mee te werken kunnen contact opnemen met de BTC via volunteers@btcctb.org.
Voor alle verdere informatie kan u hier (http://www.btcctb.org/showpage.asp?iPageID=1316) terecht.