Grote commotie in Pakistan na cartooninitiatief van Nederlandse politicus Geert Wilders
Wilders geeft extremisten in Pakistan enorm cadeau
Cartoons kunnen de wereld in vuur en vlam zetten. Geert Wilders lijkt dat een goed idee te vinden, want niet alleen pakte hij deze zomer uit met een nieuwe provocatie, hij schrapte zijn initiatief ook net een dag nadat in Pakistan een mars op de hoofdstad begon. Winnaars: de harde islamisten in Pakistan.
CC0 Public Domain
De Pakistaanse media en politiek stonden al een paar dagen op stelten vooraleer het tumult tot Vlaanderen doordrong – en dan nog alleen omdat een Pakistaanse extremist met vermoedelijke moordplannen opgepakt werd in Den Haag. Aanleiding van het ophef was de aankondiging voor de zomer door Geert Wilders dat hij een cartoonwedstrijd zou organiseren in de afgesloten PVV-vleugel van de Nederlandse Tweede Kamer. ‘Iedereen mag meedoen zolang Mohammed maar onderwerp van de cartoon is’, zei hij volgens De Telegraaf. Wilders’ initiatief was geïnspireerd op een vergelijkbare wedstrijd in Texas, in 2015.
Het feit dat net in Pakistan grote commotie ontstond over het initiatief, heeft zeker te maken met de uitkomst van de nationale en provinciale verkiezingen op 25 juli. Die leverden een klinkende overwinning, maar geen echte meerderheid op voor de PTI van Imran Khan. De nieuwe premier staat bekend als iemand die uit opportunisme of overtuiging wel eens zoete broodjes bakt met de extremistische militanten van Pakistaanse Taliban of andere groepen. Zo gaf hij vorig jaar uitdrukkelijk steun aan de protesten die georganiseerd werden door de Tehrik-e-Labbaik Pakistan (TLP), een jonge organisatie die gedurende twintig dagen een belangrijk kruispunt bij Islamabad bezette. Die steun, zei de Pakistaanse topjournalist Zahid Hussain tijdens een interview begin juli, ‘moet zowat het ergste zijn dat Imran Khan ooit gedaan heeft’. Niet toevallig was het dezelfde TLP die deze week een grootscheepse campagne tegen Wilders’ cartoonwedstrijd lanceerde.
Liever buigen dan recht blijven staan
Aanleiding van het TLP-protest vorig jaar was een lichte wijziging in de eed die parlementsleden moeten afleggen bij hun aantreden. Sinds 1973 moesten ze zweren dat ze geloofden dat Mohammed de laatste profeet was, volgens een wetsvoorstel dat ingediend was vorig jaar werd dat vervangen door een verklaring.
Liever buigen voor de religieuze extremisten dan riskeren geportretteerd te worden als anti-islam
Zahid Hussain: ‘Het pijnlijke is dat het straatprotest hierrond niet eens massaal was. Een paar honderd mensen die een kruispunt bezetten. Het probleem was dus vooral dat de regering te zwak was om haar voorstel te verdedigen. Maar het is wat we in Pakistan een “gevoelig onderwerp” noemen, en dus wil niemand er zijn neus aan schenden. Liever buigen voor de religieuze extremisten dan riskeren geportretteerd te worden als anti-islam. En het ergste was dat andere parijen -met name de PTI- olie op het vuur gooiden uit puur partijpolitieke overwegingen.’
Het protest resulteerde in de intrekking van het nieuwe wetsvoorstel en het ontslag van de minister van Justitie. Het leger, dat niet bereid geweest was om op te treden tegen de bezetting, onderhandelde eigenmachtig het einde van de actie, liet iedereen die opgepakt was wegen geweld of andere feiten vrij, en bezorde de demonstranten een geldsom om hun terugreis naar huis te vergoeden.
Op het elan van dat politieke succes, presenteerde de TLP zich deze zomer ook aan de kiezer op een aantal plaatsen. De Tehreek-i-Labbaik Pakistan slaagde er enkel in om twee zetels te veroveren in het provincieparlement van Sindh, maar haalde wél meer dan 2,2 miljoen stemmen over heel Pakistan. Dat geeft aan dat extremistische religieuze politiek misschien onvoldoende is om via verkiezingen (in een winner-takes-all systeem) aan de macht te komen, maar dat er maatschappelijk zeker een basis is voor hardleers islamisme.
Godslastering
De mobilisatiekracht en oorsprong van de TLP zelf gaat terug op een aanslag in 2011. Op 4 januari, om kwart na vier in de namiddag, haalde speciaal beveiligingsagent Malik Mumtaz Hussain Qadri zijn wapen boven om de man die hij moest beschermen te vermoorden. 27 kogels werden uiteindelijk gevonden in het levenloze lichaam van Salman Taseer, gouverneur van Pakistans Punjabprovincie, schatrijk zakenman, boegbeeld van de toen regerende Pakistan People’s Party van wijlen Benazir Bhutto en uitgesproken tegenstander van de greep van militairen en religieuzen op de politiek van het land.
De mobilisatiekracht en oorsprong van de TLP gaat terug op de moordaanslag in 2011 op de gouverneur van Punjab
‘Ik ben verpletterd’, schreef de internationaal vermaarde journalist Ahmed Rashid in een e-mail drie dagen later. Niet alleen verloor Rashid een van zijn beste vrienden, hij verloor –ten minste tijdelijk– ook de hoop dat het nog wel goed zou komen met zijn land. ‘Salman Taseer was geen engel en dat wist hij zelf. Hij was een zakenman die miljoenen roepies verdiend en weer verloren had, en dat verschillende keren. Hij kreeg het in de jaren negentig aan de stok met Benazir Bhutto omdat hij te ambitieus was naar haar smaak. Hij was een harde en handige politieke onderhandelaar en een overtuigde vijand met een snelkokend temperament voor zijn politieke rivalen en tegenstanders’, noteerde Rashid in zijn afscheid dat verscheen in de krant die eigendom was van Taseer, de Daily Times.
De aanleiding voor de moord was, in de woorden van de dader, het verzet van Salman Taseer tegen de strenge wet op godslastering die in 1986 door toenmalig dictator Zia-ul-Haq ingevoerd werd in het kader van een weloverwogen beleid om van Pakistan onomkeerbaar een islamitische staat te maken. Volgens sectie 295 van de strafwet is het beschadigen of onteren van plaatsen van eredienst of van heilige voorwerpen strafbaar, net als het krenken van de religieuze gevoeligheden, het onteren van de koran en het beledigen van de profeet Mohammed. Dat laatste vergrijp is strafbaar met de doodstraf. Tussen 1986 en 2010 werden 1274 mensen voor het gerecht gedaagd onder de bepalingen van deze wet, maar niemand werd effectief terechtgesteld. Al voegt The Express Tribune daar in een artikel van 19 december 2010 aan toe dat een aantal beschuldigden achteraf wel vermoord werd.
De wet op godslastering kwam in 2010 hoog op de politieke agenda naar aanleiding van de controverse rond Aasiya Bibi, een christelijke vrouw uit Punjab. Zij werd aangeklaagd door buren omdat ze beledigende uitspraken over de profeet Mohammed gedaan zou hebben in juni 2009. Na een jaar in de gevangenis, veroordeelde een rechter haar in november 2010 tot de doodstraf. Dat lokte zowel internationale verontwaardiging als interne polemiek uit. Een van de parlementsleden van de PPP, Sherry Rehman, diende een wetsvoorstel in om de wet op godslastering aan te passen. Taseer steunde haar daarin en ging zelfs zo ver dat hij Aasiya Bibi in de gevangenis ging bezoeken en op een persconferentie bekendmaakte dat hij bij president en partijgenoot Zardari zou aandringen op een genademaatregel, om zo alsnog de eerste terechtstelling onder de wet op godslastering te voorkomen.
‘Wees onbevreesd en wandel. Sta voor je zaak, zelfs als je ervoor als martelaar moet sterven.’
De religieuze partijen en organisaties hadden het weekend voor de politieke moord nog massademonstraties georganiseerd om elke wijziging van de wet tegen te houden. Als reactie daarop twitterde Taseer op 31 december: ‘I was under huge pressure sure 2 cow down b4 rightest pressure on blasphemy. Refused. Even if I’m the last man standing.’
Die tweet was een 21ste eeuwse echo van een versregel van de grote Pakistaanse dichter waarvan net in 2011 het eeuwfeest met veel luister gevierd werd, Faiz Ahmed Faiz, toevallig ook de oom van Salman Taseer: ‘Zelfs als je kluisters aan je voeten hebt, ga. Wees onbevreesd en wandel. Sta voor je zaak, zelfs als je ervoor als martelaar moet sterven.’ Shehrbano Taseer, zoon van de vermoorde gouverneur, schreef in een opiniestuk dat verscheen op 10 januari in de New York Times dat zijn vader dat vers vaak citeerde. Sikander Amani maakte in de Daily Times van 9 januari een andere literaire bedenking bij de moord: ‘Het is een misdaad die door Dante in de negende cirkel van het inferno -de diepst mogelijke misdaad- gesitueerd werd, want niet alleen is er de moord, er is ook het verraad, het breken van het vertrouwen dat in je gesteld is.’
Uit liefde voor de Profeet
Volgens de Pakistaanse zender Dunya TV zei Malik Mumtaz Hussain Qadri bij zijn arrestatie: ‘Ik ben een slaaf van de Profeet en de straf voor wie aan godlastering doet, is de dood.’
Die visie –dat het verzachten van de wet op godslastering gelijk staat aan godslastering zelf– werd na de moord bevestigd door vijfhonderd religieuze geleerden die verenigd zijn in de Jamaat-i-Ahl-i-Sunnat, een koepel die zich in het verleden heel uitdrukkelijk verzet heeft tegen het geweld en het extremisme van de Pakistaanse Taliban. De Jamaat-i-Ahl-i-Sunnat behoort tot de barelvi-sekte, een soefistische strekking waartoe een meerderheid van de Pakistaanse soennimoslims behoort. ‘Er hoort geen uitdrukking gegeven te worden aan verdriet of sympathie bij de dood van de gouverneur, want wie godslastering steunt, gaat zichzelf ook te buiten aan godslastering’, stelde het communiqué van de bijeenkomst.
Meer dan vijfhonderd advocaten wilden de moordenaar verdedigen, terwijl de vrouw van Taseer niemand vond om haar zaak voor de rechtbank te pleiten.
De religieuze leiders vertolkten op dat moment blijkbaar de gevoelens van heel wat Pakistanen –of ze hadden de emoties en de debatten de voorgaande maanden zo effectief bespeeld, dat de publieke opinie op dit cruciale moment helemaal leek door te slaan in de richting van de religieuze passie, tegen elk pleidooi voor een seculiere rechtsorde in. De grootste Urdutalige krant Jang kopte de dag na de moord: ‘Er moet geen begrafenis gehouden worden voor Salman Taseer en geen veroordelingen van zijn dood’.
Meer dan vijfhonderd –volgens sommige bronnen wel duizend– advocaten hadden te kennen gegeven dat ze de moordenaar wilden verdedigen, terwijl de vrouw van Taseer niemand vond om haar zaak voor de rechtbank te pleiten.
Er was in heel Lahore trouwens geen enkele mollah te vinden die de begrafenisgebeden voor Taseer wou leiden. Toen Qadri voor het eerst voor de rechtbank geleid werd, werd hij getrakteerd op een heldenwelkom, inclusief rozenblaadjes. En op Youtube vind je beelden van Qadri die na zijn arrestatie –klaarblijkelijk geboeid en gezeten op een bankje– lofdichten op de profeet Mohammed, Naat-e-Rasool, reciteert. Zo’n filmpje kan natuurlijk alleen opgenomen worden met medeweten en goedkeuren van de politie. Het weekend na de moord kwamen tienduizenden Pakistanen op de been in Karachi en Rawalpindi –om luidkeels hulde te brengen aan Qadri.
Dreigen met chaos en geweld loont
De veroordeling en daarna de terechtstelling van Qadri vervolledigden de volksverering voor de moordenaar en tegelijk de politieke radicalisering van een deel van de barelvi-moslims die vanaf dan de streng-in-de leerse deobandi-moslims, waartoe onder andere dictator Zia ul-Haq behoorde, vaak langs rechts voorbij zouden steken. De TLP, een beweging rond Khadim Hussain Rizvi, heeft haar wortels in deze periode en ontwikkeling. De strijdpunten zijn religieuze symbolen binnen de politieke context van de Pakistaanse staat, de actievormen ontleende de TLP duidelijk aan het verzet dat de PTI van huidig premier Imran Khan de voorbije vijf jaar voerde tegen de PML-regering van Nawaz Sharif: straatblokkades, marsen op de hoofdstad, massale straatbijeenkomsten…
Toen TLP de mars op Islamabad aankondigde en beloofde dat de hoofdstad lamgelegd zou worden tot Wilders’ cartoonwedstrijd geschrapt zou worden, of minstens de Nederlandse ambassadeur uitgewezen en de Nederlandse handel met Pakistan geboycot, vormde de nieuwe regering meteen een speciale commissie om met de TLP-top te overleggen. Imran Khan liet ook weten dat hij de zaakn zou aankaarten bij de andere moslimlanden en daar zou aandringen op een gezamenlijke reactie tegen Nederland. Hij beloofde ook dat hij er binnen de Verenigde Naties op zal aandringen dat er een mondiaal verbod op godslastering komt. Het is hiervoor uitkijken naar de toespraak die Khan over enkele weken voor de Algemene Vergadering van de VN zal houden.
De beslissing van Geert Wilders geeft de extremisten onder Pakistans moslims een enorme boost aan zelfvertrouwen, aanzien en politiek gewicht
De beslissing van Geert Wilders om zijn cartoonwedstrijd te annuleren een dag nadat de mars op Islamabad vanuit Lahore vertrokken was, geeft de extremisten onder Pakistans moslims, en heel specifiek de TLP en haar leider Rizvi, een enorme boost aan zelfvertrouwen, aanzien en politiek gewicht. Dit wordt onvermijdelijk gezien als het directe gevolg van de acties van de TLP.
Aanhangers van de beweging kaderden de plotse ommekeer als een goddelijke interventie, als een bewijs dat Allah aan de zijde van de TLP staat en hun eisen kracht bij zet. Het is een claim die in Pakistan ernstig genomen wordt. De motivatie die Wilders geeft, namelijk dat er geloofwaardige doodsbedreigingen waren, legitimeert die dreigementen bovendien in de ogen van de radicale, tot geweld bereide groepen of individuen.
De conclusie van de cartooncrisis kan moeilijk anders zijn dan dat de provocatie van Wilders gewerkt heeft, maar dat de winnaars zonder meer de meest radicale en militante islamitische bewegingen van Pakistan zijn. Het verhaal maakt heel veel kans om ook ver buiten de Nederlandse of Pakistaanse grenzen te gaan rondzingen als een waarschuwing aan westerlingen die de gevoelens en gevoeligheden van (streng dogmatische) moslims niet respecteren. Geert Wilders heeft, met andere woorden, niet alleen zijn land, maar de wereld alweer een hele slechte dienst bewezen.
En dat, schrijft Shada Islam, voormalig journaliste en nu topvrouw bij Friends of Europe in Brussel, in een commentaar voor de Pakistaanse krant Dawn, was exact wat Wilders voor ogen had. Volgens haar wou de extreemrechtse Nederlandse politicus met zijn actie én met het schrappen ervan opnieuw in het centrum van de belangstelling komen en zichzelf opnieuw presenteren als de meest uitgesproken islamhater - een positie die in de EU van 2018 steeds meer concurrentie vergt, met Orban, Salvini, en andere Oostenrijkse, Zweedse of Vlaamse “democraten”. Zijn bezoek aan Antwerpen op zaterdag 1 september kadert ongetwijfeld ook in die poging om zijn zichtbaarheid en rechtse geloofwaardigheid op te krikken.