Zal de Ogoni weer hangen? Persona non grata
Sara Frederix
15 december 2003
Opsporingsbericht
Naam : Ledum Mitee (45)
Nationaliteit : Nigeriaan
Non grata bij: Shell en de Nigeriaanse regering
Misdaad: de nieuwe Ken Saro-Wiwa zijn, met andere woorden de olievervuiling van Shell in de Ogoniprovincie aanklagen.
22 maart 2003: acht gemaskerde mannen breken binnen in het huis van Ledum Mitee, advocaat en voorzitter van de Movement for the Survival of the Ogoni People (Mosop). Ledum Mitee heeft geluk: hij bleef onverwacht een dagje langer dan voorzien in het buitenland. Andere keren had hij minder geluk. In 2000 werd zijn huis platgebrand en overleefde hij twee moordaanslagen. En in 1995 ontsnapte hij op miraculeuze wijze aan de strop. Ken Saro-Wiwa toen de nummer één van de Mosop én internationaal bekend als auteur en politiek activist werd met acht andere Ogonimedestanders opgehangen onder het oog van de internationale media. De officiële reden? De moord op vier traditionele Ogonileiders. De échte reden? Dat Saro-Wiwa en zijn medestanders oliemultinational Shell met de neus op de feiten hadden gedrukt: vijfenveertig jaar lang olie uit de Ogoniprovincie pompen, de oliesmurrie laten liggen en de morrende Ogoni’s met behulp van het toenmalig militair regime brutaal aanpakken, is nu eenmaal niet iets waar je een vriendelijk dankjewel voor krijgt.
Ken Saro-Wiwa was niet de eerste die zijn leven gaf in de hoop een einde te maken aan de vervuilde rivieren en akkers, ontploffingen van slecht onderhouden, bovengrondse, lekkende pijpleidingen, geluidsoverlast van de vervuilende metershoge gasfakkels, de benzineschaarste voor eigen volk, de werkloosheid. Hij was wel de meest bekende. Ledum Mitee krijgt niet de doodstraf, maar zeventien maanden gevangenis. Zijn familie wordt gepest en gemarteld, zijn medestanders opgepakt.* Een jaar later vlucht hij naar Londen en hij keert pas terug als dictator Sani Abacha in 1998 sterft.
Begin mei werden 300 bange werknemers van een Amerikaanse oliemaatschappij vrijgelaten nadat ze twee weken op verscheidene booreilanden voor de Nigeriaanse kust waren gegijzeld door stakend personeel. Gijzelingen en sabotage van pijpleidingen zijn een beproefde Nigeriaanse strategie in een strijd om meer werkgelegenheid in betere werkomstandigheden, meer inspraak, meer winst.
Is er dan sinds de executie van Ken Saro-Wiwa in 1995 nog altijd niets veranderd? Niet echt. Onder druk van de internationale verontwaardiging moesten Shell en de Nigeriaanse autoriteiten gas terug nemen. Shell besteedt sindsdien 65 miljoen dollar per jaar aan sociale projecten en profileerde zich plots als toonbeeld van de verantwoorde ondernemer. Critici vinden dat maar een peulschil, vergeleken bij de 32 miljard dollar die Shell op vijfenveertig jaar tijd uit de Nigeriaanse bodem heeft gehaald. Om nog maar te zwijgen over de al zeker vier miljard dollar aan milieuschade die intussen is aangericht.
Johan Bosmans van Kwia, steungroep van inheemse volken, noemt Shells sociale geste windowdressing: ‘Er verandert niets structureel. De lokale bevolking wil inspraak in wat er gebeurt op haar grond en wil delen in de oliewinst. Shell voert een dubbel en hypocriet discours. Shell zegt dat het al genoeg belastingen betaalt en de rol van de regering niet moet overnemen, maar pompt wel geld in sociale projecten en infrastructuur omdat de regering het toch niet doet. Dat is puur de lokale bevolking omkopen. Ik denk trouwens dat niet een nieuwe regering enige verandering zal brengen. Alleen de bevolking kan dat afdwingen, door boorplatformen te bezetten en internationale publiciteit te krijgen.’
*In 1999 had Wereldwijd Magazine een uitgebreid interview met Lidum Mitee. Nalezen kan in het archief op www.mo.be