“‘Alles ligt in as’
De laatste maanden woedt een reeks van branden door de Nigerese hoofdstad Niamey. Aangestoken? Ongelukken? Wie zal het zeggen. Wel is zeker dat honderden mensen hierdoor hun hele hebben en houden verliezen. De laatste brand was die in de Petit Marché, een markt in het centrum van de stad. Uren aan een stuk sloegen de vlammen toe. Velen raakten alles kwijt.
Alles ligt in as. Alleen een verkoold karkas getuigt nog van wat een paar uur eerder een van de belangrijkste markten was van de stad. ’s Ochtends vroeg had iemand me al opgebeld om te zeggen dat ik beter niet langs de petit marché naar het werk kon rijden. ‘Blijkbaar heeft het gebrand’. Blijkbaar brandde het zelfs nog toen hij er langskwam. Van 4u in de ochtend, tot 16u in de namiddag.
Honderden mensen zagen alles in rook opgaan. Letterlijk.
De politie moest met man en macht de mensen tegenhouden die hun winkeltje hadden in de markt. Ze wilden zich in het vuur storten, om te redden wat te redden viel. Koopwaar, spaargeld,… alles bewaren ze in hun kleine boetiek. Weken eerder was het me al opgevallen dat het vertrouwen in de banken ook hier niet dat is. Het was toen ik inkopen ging doen bij ‘le cousin’. In zijn zoektocht naar wisselgeld, trok hij een schuif open die uitpuilde van de briefjes. De zaken gingen blijkbaar goed. Tot voor kort dus.
Een markt die in vlammen opgaat leidt tot teveel mensen in zak en as. Niet alleen de marktkramers zijn al hun bezittingen kwijt, ook de vrouwen die hun nachten doorbrengen rondom de markt verliezen hun thuis. De kleine jongens die rondhollen met kauwgom, zakdoekjes en lucifers moeten elders een nieuwe plek veroveren om hun spulletjes aan de man te brengen. De parkeerwachters, bedelaars, taximannen, … stilzwijgend veranderen ze allemaal het ritme van hun dag.
Ondertussen is het een goede poos geleden dat de markt brandde. IJzeren panelen omcirkelen de plek. Een groot reclamebord in fel geel en rood roept ons toe dat dankzij Maggi elke vrouw een ster kan zijn. Of hoe zelf bouillonblokjesreclame de positie van de vrouw in deze maatschappij nog maar eens benadrukt. De banner eronder prijst kleurrijke –peperdure- panges aan. Mooi, dat wel, maar ook een beetje wrang, zo’n publiciteit voor dure dingen op een plek waar zoveel mensen alles kwijtspeelden.
Het gerucht suist door de stad dat er nooit nog een nieuwe markt zal komen op deze plaats. Het terrein zou verkocht zijn aan rijke mensen. Nieuwe constructies. Hoogbouw wordt gefluisterd. Ik leg de roddel voor aan een vriend van me. ‘Waar hoorde je dat?’ vraagt hij me. ‘In een taxi’. ‘Dan zal er wel een kern van waarheid inzitten’, is zijn conclusie. Zelfs tijdens politieonderzoeken worden ze geraadpleegd, die taximannen. Omdat ze alles zien en horen.
Ik overdenk zijn antwoord en laat mijn gedachten dwalen over alle mensen die geraakt zijn door de brand. Een paar jaar eerder werd dezelfde markt al eens weggespoeld door de regen. Hij lag iets hogerop, net naast de rivier. Met alles erop en eraan verdween hij toen in het kolkende water. Door water en vuur zal de aarde vergaan… .
Mijn gedachten dwalen verder af. Ik stel me vragen. Het is niet meer normaal. De laatste maanden gingen het ministerie van justitie, de markt van Yantala en de Petit Marché in vlammen op. En dan spreek ik nog niet van de kleine brandjes op de markt van Yantala, bij de ‘Direction Générale des Impôts’, of het ministerie van landbouw… . Ik kan maar tot een conclusie komen: hier is duidelijk meer aan de hand. Het destabiliseren van de regering, zeggen sommingen. Een pyromaan, beweren anderen. Beiden?, vraag ik me af.
Wanneer ik even later naar binnen ga om water op te zetten voor de thee, let ik toch maar twee keer op. Het laten vallen van een lucifer, het is blijkbaar snel gebeurd…