Ban Ki-moon probeert schade te beperken in Rwanda
Megan Iacobini de Fazio
10 september 2010
VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon is gisteren (donderdag) teruggekeerd uit Rwanda om daar de schade te beperken na het gelekte mensenrechtenrapport. Minister van Buitenlandse Zalen Louise Mushikiwabo had er vorige week mee gedreigd de Rwandese vredestroepen uit de Soedanese regio Darfoer terug te trekken als de eindversie van het rapport beschuldigingen van genocide zou bevatten.
Tijdens zijn inderhaast georganiseerde reis naar de Rwandese hoofdstad Kigali had Ban ontmoetingen met president Paul Kagame en een reeks ministers, onder wie Louise Mushikiwabo.
Het zeshonderd pagina’s tellende rapport, dat wordt voorbereid door het VN-Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten, beschuldigt de Rwandese militaire troepen en geallieerde rebellengroepen van mensenrechtenschendingen op grote schaal, die als genocide kunnen worden bestempeld.
Het rapport beschrijft meer dan zeshonderd wreedheden van 1993 tot 2003, die worden toegeschreven aan Rwandese troepen, tegen Hutu-strijders die naar de Democratische Republiek Congo (DRC) waren gevlucht na de genocide van 1994. Er worden details gegeven van aanvallen op burgers, onder wie vrouwen en kinderen.
Een vertegenwoordiger van een mensenrechtenorganisatie, die anoniem wil blijven, zegt dat het rapport ook informatie bevat over geweld tegen etnische groepen in Congo. “Aan het rapport lijkt zeer goed onderzoek te zijn voorafgegaan, het bevat veel details. In het licht van wijdverspreid etnisch geweld lijken beschuldigen van genocide een normaal besluit.”
Absurd
Minister Mushikiwabo, die voor Ban in aanmerking komt om het nieuwe VN-vrouwenagentschap te leiden, heeft harde kritiek op het VN-onderzoek. Volgens haar staat het rapport vol fouten en is het “absurd dat de VN, die het Rwandese volk de rug toekeerde tijdens de genocide in 1994, het leger dat de genocide heeft gestopt, ervan beschuldigt wreedheden te hebben begaan in de Democratische Republiek Congo.”
Gregory Stanton, voorzitter en stichter van Genocide Watch, zegt dat het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken als sinds 1996 weet had van massamoorden op Hutu’s in Congo. Toen Stanton aandrong op verder onderzoek, kreeg hij van de coördinator voor Centraal-Afrika op het ministerie te horen dat hij “moest stoppen vragen te stellen.” “Het etnisch geweld in DRC is al meer dan tien jaar bezig, beschuldigingen van genocide klinken dus geloofwaardig. Geen enkele regering zou haar straf mogen ontlopen voor zulke daden.”
Ban vroeg Rwanda en de andere betrokken landen hun commentaren op het rapport tegen het eind van de maand in te dienen, zodat ze samen met de eindversie van het rapport kunnen worden verspreid. De publicatie van het rapport was al uitgesteld tot 1 oktober.
Rwanda levert het grootste contingent soldaten bij de VN-missie in Darfoer. Bij VN-operaties in de hele wereld zijn meer dan drieduizend Rwandese militairen betrokken.