Bengalezen strijden voor hun brug over de Padma
Naimul Haq
11 juli 2012
In Bangladesh is ontgoocheld gereageerd op het besluit van de Wereldbank om een lening van 1,2 miljard dollar voor de bouw van een brug over de Padmarivier in te trekken. Betrokken partijen eisen dat opnieuw onderhandeld wordt over de financiering van de meer dan 6 kilometer lange brug, die het grootste transport- en ontwikkelingsproject van Zuid-Azië zou worden.
De brug zou vier baanvakken krijgen op het bovendek en spoorlijnen op een lager niveau. Het ambitieuze plan zou het verarmde zuidwesten verbinden met de hoofdstad Dhaka en de oostelijke delen van het land. Het verouderde ferry-systeem dat dagelijks duizenden voertuigen en goederentrucks vervoert over de Padma zou hiermee vervangen worden.
Studies hebben aangetoond dat de brug een economische impuls en veel werkgelegenheid zal opleveren voor de verarmde bevolking op het platteland.
Omkoperij
Op 29 juni kondigde de Wereldbank formeel aan de lening van 1,2 miljard dollar in te trekken, met als argument beschuldigingen van omkoping aan het adres van de voormalige minister van Communicatie, Syed Abul Hossain. De Bank verwees naar een zaak die eerder werd aangespannen door de Canadese politiediensten tegen het Canadese ingenieursbureau SNC Lavalin, dat de minister zou hebben omgekocht om zich te verzekeren van een belangrijke adviserende rol in het bouwproject.
Ondertussen bevroor ook de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), een co-financierder zijn 610 miljoen dollar die het voor dit project had voorzien. Deze bank zegt “inzake bestuur en toezicht” een soortgelijk beleid te voeren als de Wereldbank. De regering van Bangladesh ontkent luidkeels elke beschuldiging van corruptie en dringt erop aan het project alsnog te laten doorgaan.
Onafhankelijke commissie
Politici, academici, journalisten, zakenlieden, juristen, milieudeskundigen en gewone Begalezen vragen nu dat de overheid en de Wereldbank opnieuw onderhandelen in het belang van de economische ontwikkeling van Bangladesh. Zij zijn bezorgd over de gevolgen van het stopzetten van het project voor de natie, een van de minst ontwikkelde landen ter wereld.
Directeur van Transparency International Bangladesh (TIB) Iftekhar Zaman betreurt de beslissing van de Wereldbank en dringt er bij de regering op aan om een onderzoek naar vermeende corruptie te laten uitvoeren door een onafhankelijke commissie en ervoor te zorgen dat daders gestraft worden. “Dit zou nieuwe mogelijkheden creëren voor onderhandelingen en hernieuwde relaties,” zei hij.
De Wereldbank is momenteel de belangrijkste ontwikkelingspartner in Bangladesh met een totaal van 34 projecten ter waarde van 5,8 miljard dollar.
Debapriya Bhattacharya, directeur van het Centrum voor Overleg (CPD) zegt dat Bangladesh de afgelopen jaren geprobeerd heeft om zijn internationale imago op te poetsen. Dat imago was enigszins aangetast door controversiële gebeurtenissen zoals de verdwijning van oppositieleider Illias Ali, de arbeidsonrust in de kledingsector en buitengerechtelijke executies gelinkt aan de gewapende elitemacht het Rapid Action Battalion (RAB). “Het Padmabrug-hoofdstuk zal een negatief signaal geven naar potentiële buitenlandse investeerders. We mogen niet vergeten dat Bangladesh constant onder toezicht van het buitenland staat” zei hij.