Over internationale handel en de donkere kant van Speciale Economische Zones
“‘Boten, het vreemdste dorp van Laos (of is het China?)’

© Lara Dumortier

© Lara Dumortier
Blogster Lara Dumortier bezocht in Laos het als uit het niets verschenen stadje Boten, vlakbij de Chinese grens. Het is een van de tien Speciale Economische Zones (SEZ) in Laos. Boten is de grootste. Maar waar Boten symbool staat voor internationale handel, tonen andere SEZ’s in Laos een veel donkerdere kant van dat economische model.
Terwijl Laos elke dag een beetje meer onder een sluier van luchtvervuiling verdwijnt – een jaarlijks terugkerend fenomeen tijdens het droge seizoen, en op zichzelf al een artikel waard – rijd ik met een busje van Huay Xai, aan de Thaise grens, naar Boten, vlak bij China. Het is een wilde rit, en telkens wanneer ik deze reis maak, lijk ik naast de persoon te belanden die moet overgeven. Maar dat is niet het enige dat deze regio, en Boten in het bijzonder, zo opmerkelijk maakt.
Welkom in wat misschien wel het vreemdste dorp van Laos is… of van China?
Laos en China kunnen het de laatste jaren uitstekend met elkaar vinden. In het kader van het ‘Belt and Road Initiative’ (BRI) heeft China een hypermoderne treinlijn aangelegd die de hoofdstad Vientiane verbindt met culturele trekpleister Luang Prabang, en met de Chinese grens uiteraard. Aan die grens, in het dorp Boten, werd een Speciale Economische Zone (SEZ) ingesteld – de grootste van de tien SEZ’s in Laos.
Toen ik hier vorig jaar voor het eerst kwam, verwachtte ik een klein, stoffig grensdorpje. In plaats daarvan werd ik verrast door de enorme hoeveelheid hoogbouw.
Het voelt hier al niet meer als Laos. Mensen begroeten je met ‘ni hao’ en ‘xiexie’, je betaalt met Chinese yuan en het straatbeeld wordt bepaald door hoge blokken gebouwen — voorlopig allemaal leeg. Het geheel geeft Boten een spookachtig gevoel.
Nieuwsgierig ga ik op bezoek in een gebouw met een indrukwekkende naam: de Laos Boten Special Economic Zone Urban Planning Exhibition Hall. Binnen worden de plannen voor het dorp tentoongesteld in het Laotiaans, Chinees én Engels.
Tussen termen als ‘duty free shopping’, ‘China-ASEAN international trade platform’ en ‘tax free commercial and trade center’ lees ik vooral dit: Boten is een strategisch transitpunt op de Chinese handelsroute richting Thailand.

De uiteindelijke skyline van Boten, zoals ze in de Laos Boten Special Economic Zone Urban Planning Exhibition Hall wordt voorgesteld.
© Lara Dumortier
Daarnaast zou het ook moeten uitgroeien tot een toeristische trekpleister – dankzij het milde klimaat en de Laotiaanse boeddhistische cultuur. Van dat laatste merk ik persoonlijk niet veel. Het toerisme dat China voor ogen heeft, lijkt meer op een kopie van de Belgische kust: veel beton, veel eetgelegenheden, veel goedkope prullaria. Goed voor een dagje afleiding, maar sfeer of cultuur zijn ver te zoeken.
Van dat laatste valt nu al niets meer te merken gezien China’s smakeloze toeristische trekpleisters vergeleken kunnen worden met de Belgische kust. Een zegen voor wie van hoogbouw, restaurants en souvenirwinkels houdt. En ja, er wordt hier nu al met gekke golfkarretjes rondgereden.
In mijn hostel werk een vrolijk Chinees meisje. Ik vraag haar of er iets te doen is in Boten. ‘Nooooooo’, zegt ze met een lach en een afwerend handgebaar. Waarom ze dan naar hier verhuisd is? ‘Omdat er veel jobs zijn’, zegt ze nuchter. En dat klopt: het bouwen van een stad uit het niets zorgt voor werkgelegenheid – vooral voor Chinezen. In de laatste twintig minuten van mijn busrit richting Boten kwamen we honderden vrachtwagens tegen met Chinese bedrijfsnamen. Ze lijken allemaal betrokken bij het megalomane bouwproject dat hier in de maak is.
Toch blijft een vraag knagen: waarom bouwt China niet gewoon binnen de eigen grenzen? Zelfde temperatuur, minder gedoe. Het antwoord ligt in de details. In de exhibition hall lees ik dat bedrijven binnen deze SEZ onbeperkt buitenlandse (lees: Chinese) werknemers mogen aannemen, en dat het verkrijgen van een werkvisum eenvoudig is.
Bedrijven mogen bovendien 100% in handen blijven van Chinese aandeelhouders, er zijn geen importtaksen op goederen die uit de SEZ komen, en, het interessantste detail, producten mogen gelabeld worden als ‘MADE IN LAOS’ volgens de richtlijnen van de WTO (Wereldhandelsorganisatie).
Dat betekent dat ze in veel landen vrijgesteld zijn van invoerheffingen, omdat Laos geclassificeerd wordt als “least developed country”. Het wordt me duidelijk waarom dit zo aantrekkelijk is voor China.
Maar waar Boten symbool staat voor internationale handel, tonen andere SEZ’s in Laos een veel donkerdere kant van dat economische model.
In 2024 liftte ik mee met een man die onderweg was naar de Golden Triangle Special Economic Zone (GTSEZ), in het grensgebied tussen Laos, Thailand en Myanmar. Hij ging er naar een van de vele casino’s. Wat ik toen niet wist, is dat deze zone berucht is voor witwaspraktijken en mensenrechtenschendingen, zo blijkt uit rapporten van onder andere Amnesty International en Human Rights Watch.

De Gouden Driehoek is al decennialang een hotspot voor de productie en smokkel van meth en heroïne. Georganiseerde criminele syndicaten uit onder andere China, Cambodja en Vietnam gebruiken de SEZ om hun activiteiten te verhullen. De casino’s – illegaal in de rest van Laos – zijn ideaal om geld wit te wassen.
Volgens Amnesty worden honderden mensen vanuit Thailand of Myanmar naar deze regio gesmokkeld. Na aankomst worden hun paspoorten afgenomen, waarna ze gedwongen aan het werk moeten – vaak in frauduleuze callcenters die valse cryptomunten aan de man brengen. Amnesty zegt dat sommige slachtoffers werden onderworpen aan fysieke straffen zoals elektrische schokken.
Het probleem aanpakken blijkt moeilijk. De Laotiaanse overheid heeft slechts beperkte toegang tot de regio, juist omdat het een SEZ is. Bovendien is de lokale overheid corrupt. Ze werkt samen met de Chinese drugsbaron Zhao Wei, die bijna de volledige regio in handen heeft. Naast drugshandel zou hij ook betrokken zijn bij kinderprostitutie en de illegale handel in wilde dieren zoals olifanten, tijgers en neushoorns.
Aansprakelijkheid voor deze mensenrechtenschendingen is er voorlopig dus niet. De Chinese overheid werkt intussen wel samen met de Laotiaanse politie om de frauduleuze callcenters op te doeken, met enig succes.
Om toch af te sluiten met enigszins goed nieuws: China bouwt aan een nieuwe expressweg tussen Huay Xai en Boten. Dat betekent dat je binnen enkele jaren vlot van Noord-Thailand naar China kunt rijden — en ik hopelijk niet meer naast iemand hoef te zitten die de hele rit moet overgeven.
Niets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.
