Simon Horsten
“‘Censuur en dwaze berichtgeving’
Dat buitenlands nieuws een vervelende bijkomstigheid is voor de meeste Vlaamse media is al lang geen nieuws meer. deredactie.be illustreert vandaag opnieuw hoe fout het kan gaan met de berichtgeving als een redacteur zonder enige kennis van zake enkele telexen of artikels van andere websites assembleert tot een tekst die weinig tot niets te maken heeft met — in dit geval — Venezuela.
Dat van die redacteur, telexen en andere artikels gok ik maar, want in het bericht over de ‘bloedige foto’s’ in de Venezolaanse geschreven pers is het vergeefs zoeken naar een auteurs- of bronvermelding.
Waarover gaat het? Volgens deredactie.be ging het als volgt: een belangrijke Venezolaanse krant “die kritisch is voor de regering van Hugo Chávez”, El Nacional, publiceerde een foto met “verschillende doodgeschoten jongemannen […], opeengestapeld op tafels en op de vloer van een mortuarium in de hoofdstad Caracas.” De regering reageerde furieus, vervolgens “besliste een speciaal hof voor de bescherming van kinderen en jongeren dat de gedrukte pers geen ‘gewelddadige, bloedige of groteske foto’s’ meer zou mogen publiceren ‘die het moreel en de psychologische staat van de kinderen bedreigen, of de foto’s nu van misdaden zijn of niet’ ”, en de “regering besliste daarop om alle soortgelijke foto’s een maand lang uit de nationale kranten te verbannen.”
De laatste alinea’s geven de reactie van de krant weer, die “de publicatie van de foto van het mortuarium [blijft] verdedigen” en twijfelt “aan de motieven van de regering. Met de aankomende parlementaire verkiezingen in september in zicht vermoeden ze dat het verbod niet zomaar bedoeld is om kinderen te beschermen, maar een manier is om de pers aan banden te leggen en te voorkomen dat er te veel aandacht aan het toenemende geweld in Venezuela wordt besteed.”
¡Embuste! Dat is een wel erg verdraaide weergave van de feiten, om het zacht uit te drukken.
Indien deredactie.be enigermate geïnteresseerd was in de inhoudelijke kwaliteit van de berichten die ze op de website plaatst, had ze iets als het volgende kunnen schrijven:
Chávez censureert pers over escalerend geweld in Venezuela
_Bij een nieuwe aanvaring tussen de regering van de Venezolaanse president Hugo Chávez en de vrije media in zijn land wordt ditmaal de geschreven pers geviseerd. Eerder sloot de overheid al verschillende televisie- en radiokanalen die zich te kritisch uitlieten over het regime. Het debat over het toenemende geweld in Venezuela wordt op die manier gefnuikt nog voor het daadwerkelijk begonnen is. Internationale waarnemers zijn bezorgd over de toestand van het land en veroordelen de actie van de regering.
_
El Nacional, een van de belangrijkste oppositiekranten in Venezuela, publiceerde eerder deze week op de voorpagina een schokkende foto van slachtoffers van het geweld in Caracas. In het bijhorende artikel werden de straffeloosheid, de aanwezigheid van 15 miljoen illegale vuurwapens en het stijgende (dodelijk) geweld in het land aangeklaagd. Chávez reageerde meteen furieus, sprak van “pornografische journalistiek” en liet twee gerechtelijke uitspraken volgen die het El Nacional verbieden om nog geweldadige beelden, advertenties of nieuwsitems te publiceren en alle Venezolaanse kranten verbieden “geweldadige beelden” af te drukken. Het is al langer bekend dat van een scheiding tussen regering en gerecht in Venezuela amper sprake is.De volgende dag publiceerde de geviseerde krant op verschillende pagina’s in vette letters ‘censurado’. Het tijdschrift TalCual drukte de foto met de lijken opnieuw af, vergezeld van een opiniestuk waarin de reactie van de regering zwaar op de korrel wordt genomen: “Het probleem is dus de foto,” zo schrijft hoofdredacteur en voormalig politicus Teodor Petkoff, “Het probleem zijn niet de 16.000 moorden per jaar, waarvan 95 % ongestraft blijft. (…) Nee, het is de foto.” Petkoff refereert hiermee aan de consequente politiek van de chavistas om bij kritiek op hun beleid steevast de boodschapper in diskrediet te brengen in plaats van een ernstige reactie te formuleren.
Het incident past in de evolutie van een tanende democratie in Venezuela, en toont de zenuwachtigheid van Chávez in de aanloop van de parlementsverkiezingen van 26 september. Aangezien voor de eerste maal in jaren kans bestaat dat zijn absolute meerderheid gebroken wordt (aan de vorige parlementsverkiezingen namen de oppositiepartijen niet deel uit protest tegen de ongeregeldheden die ermee gepaard gingen), zoekt de regering almaar vaker zijn toevlucht in extreme maatregelen om tegenstanders de mond te snoeren. Het gerecht, dat totaal ongeschikt blijkt om de reële criminaliteit in het land aan te pakken, wordt meer en meer ingezet als politiek instrument om stemmen van de oppositie te fnuiken.
Onder andere de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), Human Rights Watch, de Verenigde Naties en zelfs de hoofdredacteur van de regeringsgezinde krant Ultimas Noticias veroordelen de actie van de regering.
Meer info: Reporters Sans Frontières; het opiniestuk van het Venezolaanse oppositietijdschrift TalCual (Spaans); een stuk over censuur in Venezuela; het rapport van de OAS over ‘Democracy and Human Rights in venezuela’; een Franse reportage over het geweld in de hoofdstad: ‘Caracas, la cité de la peur’; en een blog van twee Venezolaanse journalisten, geheel gewijd aan het geweld in hun land: ‘Voces de la Muerte’.
Ergo: suggereren dat het gerecht onafhankelijk van de regering tot uitspraken komt, is fout. Het is onverantwoord te verzwijgen wat de kern van de zaak zou moeten zijn — het toenemende geweld in het land, de exploderende onveiligheid in de grensgebieden met Colombia door de door de overheid getolereerde aanwezigheid van FARC-guerrilleros, een falend juridisch en penitentiair systeem, de talloze inbraken, carjackings en ontvoeringen die onopgelost blijven… En, ten derde (om het kort te houden), in hoogst onzekere termen (“de kranten twijfelen…”; “vermoeden…”;) suggereren dat er misschien wel een probleem zou kunnen bestaan met censuur, buitensporig geweld en mensenrechten, is totaal belachelijk.
Journalistieke neutraliteit die alleen maar betekent dat een deel van de feiten zonder context of bronvermelding wordt weergegeven en dat elke uitspraak die op opinie lijkt (maar het helemaal niet is als ze gebaseerd kan worden op officiële rapporten van ngo’s en andere internationale organisaties) met veel modaliteiten in de mond van één van de actoren moet worden gelegd, is dodelijk voor een behoorlijke berichtgeving. Zo maak je censuur vanzelf overbodig.