Colombiaanse president erft zwaar diplomatiek conflict
Humberto Márquez
19 juli 2010
Even zag het er goed uit voor de relaties tussen Colombia en buurland Venezuela. Maar de Colombiaanse president Álvaro Uribe heeft er net voor zijn vertrek voor gezorgd dat zijn opvolger Juan Manuel Santos, die op 7 augustus de eed aflegt, een zwaar diplomatiek conflict erft.
Uribe verklaarde donderdag over bewijzen te beschikken dat vijf guerrillacommandanten, vier van de FARC en een van het ELN, zich in Venezuela bevinden.
Venezuela ontkende de beschuldigingen meteen. President Hugo Chávez kondigde niet alleen aan dat hij niet naar de eedaflegging van Santos gaat maar hij dreigde er ook mee alle banden met Colombia op te blazen.
Bogota antwoordde dat het donderdag de bewijzen voor de aanwezigheid van de guerrillacommandanten aan de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) zal voorleggen.
Niet veel te verliezen
Uribe “lijkt de persoonlijke, politieke en economische controverse te willen afwerken die de laatste vijf jaar de bilaterale relatie bepaald hebben, misschien omdat hij niet veel meer te verliezen heeft”, zegt Carlos Romero, hoogleraar internationale relaties aan de Centrale Universiteit van Venezuela.
Juan Manuel Santos was defensieminister in Uribes regering en speelde een sleutelrol in de al jaren durende oorlog tegen de linkse FARC-guerrilla. Hij kreeg toen zware kritiek van Hugo Chávez.
Gunstige wind
Toen Santos op 20 juni tot president verkozen werd, kondigde hij aan dat hij een relatie met Venezuela wilde “gebaseerd op geduld en diplomatie.” Chávez zei op zijn beurt dat hij van plan was “de nieuwe regering de hand te reiken”, hij overwoog zelfs de eedaflegging van Santos bij te wonen.
Carlos Romero zegt dat er inderdaad “een gunstige wind” waaide in de relaties tussen beide landen maar de uitspraak van Uribe vorige week maakte daar een einde aan.
De relaties tussen beide landen gaan al sinds 2005 op en af. Colombiaanse agenten ontvoerden begin 2005 FARC-topman Rodrigo Granda in de Venezolaanse hoofdstad Caracas. In 2008 trokken Colombiaanse troepen Ecuador binnen om er de nummer twee van de FARC, Raúl Reyes, te doden; Chávez stuurde daarop troepen naar de grens met Colombia. Vorig jaar gaf Colombia aan de Verenigde Staten de toestemming zeven militaire basissen te openen. Chávez bevroor daarop de relaties met het buurland.