Congolese gezinsboeren vragen naar krediet

Blog

Congolese gezinsboeren vragen naar krediet

Congolese gezinsboeren vragen naar krediet
Congolese gezinsboeren vragen naar krediet

Moest Congo elk jaar 1,5 miljard dollar krediet geven aan gezinsboeren in plaats van aan de invoer van levensmiddelen, iedereen zou er wel bij varen!

Er zijn geen 37 manieren om landbouwontwikkeling te bevorderen.

In zowat alle landen ter wereld waar dit is gelukt, ging het om een combinatie tussen minstens vier verschillende onderdelen:

  • een landbouwbeleid gestoeld op gezinslandbouw;

  • een landhervorming;

  • krediet voor landbouwproductie en modernisering;

  • de bouw van landelijke infrastructuren voor energievoorziening, opslagruimte en conditionering van landbouwproducten voor markttoegang.

Zetten we deze voorwaarden om naar de Congolese context, dan moeten we de volgende vaststellingen maken:

  • De regering lijkt er heilig van overtuigd dat de aanleg van grote agro-industriële parken met hoge buitenlandse investeringen en een hoge graad van mechanisatie het enige zaligmakende model voor de toekomst is. Het overgrote deel van de rurale bevolking die gezinsboeren zijn, voelen zich uitgesloten door het overheidsbeleid en kunnen niet op de Staat rekenen om de voorwaarden te scheppen die onontbeerlijk zijn voor hun ontplooiing.

  • De herziening van de wet op het grondrecht en de harmonisering met het gewoonterecht zijn hoognodig. Om te investeren in zijn grond heeft een boer immers nood aan de wettelijke zekerheid dat hijzelf van de resultaten van zijn inspanningen zal kunnen genieten. Vandaag leven nog teveel gezinsboeren in grote onduidelijkheid hierover.

  • In het verleden heeft een landbouwkredietbank bestaan in Congo, maar ze is in 2003 overkop gegaan omdat door inmenging van de Staat een groot deel van haar middelen voor andere doelen werd gebruikt dan zuiver landbouwkrediet en teveel kredietnemers insolvent zijn gebleken. De gezinsboeren hadden er in alle geval geen toegang toe, enkel de grote landbouwbedrijven kwamen aan de bak.

  • Het platteland blijft verstoken van alle energiebronnen, markttoegang is nog altijd een levensgroot probleem voor teveel boeren wat leidt tot grote verliezen, en de markt is niet of slecht georganiseerd.

Het project PREPAR

De Nationale Federatie van Landbouwproducenten CONAPAC en de alliantie AgriCongo (13 Belgische NGOs, waaronder Vredeseilanden, die samenwerken in de landbouwsector), hebben in juni 2015 de tweede fase gelanceerd van een project “synergie en complementariteit”, gefinancierd door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking DGD van ons ministerie van Buitenlandse Zaken, Handel en Ontwikkelingssamenwerking. PREPAR is de naam van dat project, omdat het de voorbereiding beoogt van 6 politieke dossiers over de kernproblemen in de gezinslandbouw en ook de voorbereiding van een grote campagne voor beleidsbeïnvloeding en de voorbereiding van de boerenleiders die de campagne zullen leiden. En dat allemaal dus om een betere toekomst voor te bereiden voor de Congolese landbouwsector. Voluit noemt het project ‘Projet de Renforcement des capacités d’action politique des Organisations de Producteurs Agricoles et de leurs fédérations nationale et provinciales en RD Congo’.

Het spreekt dan ook vanzelf dat de hoofdthema’s van het project PREPAR samenvallen met de kernproblemen van de landbouwsector. Hierrond zullen in 6 provincies evenveel dossiers worden voorbereid. En elk dossier zal ook door elke andere provincie worden aangerijkt vooraleer de campagne wordt opgestart.

Een nieuwe landbouwbank in Congo ?

Noord-Kivu heeft het dossier van landbouwkrediet ter harte genomen. Uitgangspunt was de oprichting van een nieuwe landbouwbank nadat de oude in 2003 ter ziele was gegaan. Vice-Eerste Minister en Minister van Budget Daniel Mukoko Samba, had op 21 januari 2013, na afloop van de Ministerraad, de volgende verklaring afgelegd:

De grote uitdaging, zoals we het ook bij het begin van het jaar 2013 hebben onderlijnd, is de landbouwproductie. Het is evident dat de landbouwsector niet kan bloeien zonder een structuur voor landbouwkrediet. Dat is de reden waarom we vandaag hebben besloten dat de Centrale Bank van Congo BCC en het Ministerie van Financiën zo snel als mogelijk een instelling moeten op poten zetten die als opdracht heeft het oprichten van een landbouwbank.

Deze instelling zal verschillend zijn van de ter ziele gegane Landbouwkredietbank BCA, onderlijnde dhr Mukoko nog. Na deze ronkende verklaring: niets meer

De PREPAR workshop in Goma

Van 21 tot 24 september 2015 hebben FOPAC-Noord-Kivu en Vredeseilanden, lid van de Alliantie AgriCongo, een eerste PREPAR workshop georganiseerd voor de provincie Noord-Kivu. We hebben de problemen van de landbouwsector en het belang van landbouwkrediet voor Congo onder de loep genomen. We hebben geanalyseerd waarom in Kameroen twee opeenvolgende landbouwbanken zijn overkop gegaan en een derde niet meer van start geraakt ondanks een gelijkaardige aankondiging van president Bia. We zijn ook gaan graven naar de succesfactoren voor het verlenen van landbouwkrediet via de reguliere banken in Oeganda en Burkina Faso.

We zijn gaan kijken naar het al dan niet bestaande aanbod aan landbouwkrediet bij de commerciële banken in Congo en bij de microkredietinstellingen. We hebben kennis genomen van de conclusies van een studie uitgevoerd door de Rabobank, zelf een coöperatieve bank, zowat 115 jaar geleden gesticht door gezinslandbouwers in Nederland. En we hebben de landbouwwet in herinnering gebracht, goedgekeurd door het parlement in juni 2011 en afgekondigd op 24 december 2011. In principe had de wet op 24 juni 2012 moeten in werking treden, maar omdat de uitvoeringsbesluiten nooit zijn goedgekeurd, is ze dode letter gebleven. Nochtans artikel 3 van de landbouwwet voorziet in een Nationaal Fonds voor de Ontwikkeling van de Landbouw, bedoeld om landbouw te financieren aan preferentiële rentevoeten.

De boerenleiders in het atelier hebben de volgende vaststellingen gemaakt:

  • Een landbouwkredietbank opgericht en beheerd door de staat zal onvermijdelijk lijden onder dezelfde euvels die geleid hebben tot de ondergang van de BCA in Congo en Kameroen. Het beheer zal ondoorzichtig zijn en het zullen vooral de grote agro-industriële bedrijven zijn die aan de bak komen, gezien de duidelijke voorkeur van de regering voor de agro-industriële parken. Een bank met 100% landbouwkrediet zal bovendien een risicoconcentratie meebrengen die een rechtstreekse bedreiging vormt voor haar overleven.

  • Commerciële banken bieden vandaag wel werkingskapitaal voor het opkopen en transformeren van landbouwproducten en voor investeringskapitaal, maar ze zijn als de dood voor productiekrediet. Nochtans, in Oeganda en Burkina hebben reguliere banken de stap naar landbouwkrediet gezet en ze hebben er geen spijt van. We hebben de succesvoorwaarden ontleed en we hebben gezien dat hun portefeuille voor landbouwkrediet niet hoger gaat dan 20% van hun totale kredietportefeuille, voor een goede risicospreiding. Ook hebben ze werkmethodes ontwikkeld voor goedkeuring en opvolging van toegekende kredieten door landbouwdeskundigen aan te werven en uit te rusten met brommers om de boeren in hun bedrijf te kunnen bezoeken. Maar hun filialen zitten natuurlijk wel in de stedelijke centra en vele landelijke zones blijven ver weg. En ze vinden doorgaans geen aanvaardbare waarborgen bij kleine boeren, dus zijn ze wel geïnteresseerd in een dekking door een extern garantiefonds.

  • Micro-kredietinstellingen van allerlei slag ontwikkelen zich overal in Congo. COOCEC, AVEC, MUSO, ze worden erg talrijk en sommigen zoals CECAFEP zijn zelfs boereninitiatieven (in dit geval van de Congolese boerinnenbond). De meesten zijn nog niet erg bedreven in landbouwkrediet, steeds bevreesd voor de risico’s. Maar ze staan wel veel dichter bij de boeren en boerinnen en zouden dus zo een begeleiding van dichtbij kunnen opzetten.

De voorzitter van de provinciale boerenfederatie, de provinciale minister van landbouw, de regionale vertegenwoordiger van Vredeseilanden in Congo en de vertegenwoordiger van de nationale boerenorganisatie CONAPAC.

Een forse oproep van de workshop PREPAR: ja aan het FONADA !

Geïnspireerd door deze vaststellingen hebben de deelnemers aan de PREPAR workshop besloten om niet te gaan pleiten voor de heroprichting van de opgedoekte landbouwkredietbank, noch voor de omvorming van de CADECO (een nationale spaarkas van Congo) tot een landbouwbank, zoals de Rabobank had gesuggereerd in een studie van 2013, maar wel voor de snelle oprichting van het FONADA, Nationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling, bij decreet van de Eerste Minister.

Het fonds zal kunnen dienen als garantiefonds of als extra kredietportefeuille voor de commerciële banken, die beheersmechanismen zouden kunnen invoeren in nauwe samenwerking met de IMF voor een nauwgezette opvolging.

Maar dan moeten er wel enkele wijzigingen worden aangebracht aan het FONADA-decreet:

  • De nationale boerenbeweging CONAPAC zou moeten vertegenwoordigd zijn in de beheersorganen van het FONADA.

  • FONADA zou een gespecialiseerde eenheid moeten inbouwen voor de ontwikkeling van financiële producten die zich specifiek richten op de gezinslandbouw.

  • Een belangrijk deel van het fonds (bv. 60%) zou moeten worden voorbehouden voor krediet aan de gezinslandbouw.

  • Het fonds moet in de eerste plaats worden gevoed door interne inkomsten in Congo en niet door externe financieringen, om de duurzaamheid ervan te verzekeren.

  • De invoering van het fonds moet gebeuren in fasen: eerst een pilootfase op kleine schaal, dan een verbetering van de financiële producten in de consolideringsfase op basis van een grondige evaluatie, gevolgd door een schaalvergroting over het hele grondgebied van het land.

Om een intensieve beleidsbeïnvloeding te kunnen opzetten, stelt de provincie Noord-Kivu voor om een brede coalitie op te richten met de geïnteresseerde partijen, waaronder de grote multi- en bilaterale organisaties die mee een grote Ronde Tafel zouden kunnen financieren waarop concrete engagementen aan de betrokken overheden zouden kunnen worden gevraagd.

De droom van de Congolese boer

Je moet durven dromen, en de deelnemers aan de PREPAR-workshop hebben het aangedurfd. Ze zien een toekomst waarin de gezinsboeren toegang hebben tot landbouwkrediet om zich op te werken tot volwaardige professionele boeren en zo de landbouwsector rendabel, leefbaar en duurzaam te maken. Jongeren zullen opnieuw geïnteresseerd raken in landbouw en er hun beroep van maken, waarop ze fier zullen kunnen zijn.

In plaats van de jaarlijkse invoer in Congo van 1,5 miljard dollar aan voedingsmiddelen, zullen de boeren niet alleen de hele bevolking kunnen voeden maar ook nog eens ervoor zorgen dat het land een netto-uitvoerder wordt. De handelsbalans zal weer in evenwicht geraken, en als de overheid ook nog eens het zakenklimaat zou kunnen gezond maken, zou iedereen er beter van worden.

De Democratische republiek Congo zou nooit meer zijn zoals voorheen.

Zullen de overheden deze keer de forse oproep van de boerenleiders horen? De kersverse minister van landbouw, visvangst, veeteelt en landelijke ontwikkeling van Noord-Kivu, Christophe Ndibeshe Byemero, liet er geen twijfel over bestaan, op de slotceremonie van onze PREPAR workshop: we krijgen zijn onvoorwaardelijke steun. Wat betreft zijn nationale homoloog, professor Emile Mota Ndongo Kang, die pas op 25 september werd aangesteld, als gevolg van de “technische herschikking” van de regering Matata II, we zullen niet nalaten hem op het juiste moment achter de veren te zitten.