“‘De andere kant van het verhaal’
Energie is een hot topic in Zuid-Afrika. Martina Vitackova bekijkt wat er leeft op de grond, van de load sheddings tot de mijnindustrie en de Marikana staking.
Het begon allemaal met onze solar jar. Dat is een geweldige uitvinding, bestaand uit een glazen pot en een dekseltje met een klein zonnepaneel er bovenop. Tijdens de dag kan het ding zich opladen in de zon en in de nacht geeft het bijna zo veel licht als een zaklamp op batterijen. Praktisch voor kamperen dus.
De energie kwestie van Zuid-Afrika
We zijn vrijdagmiddag, na het werk, vertrokken en na twee uur lang gesukkel in het vrijdagsverkeer zijn we beland in een rustige camping hoog in de Magaliesberg bergen. Het plan was om de volgende dag bergen te gaan beklimmen en vooral te rusten na de drukke week. Toen we de eerste avond rond het vuur zaten met chips en wijn, wachtend tot de houtskool warm genoeg was om ons vlees te kunnen braden, begon het gekeuvel over de boven genoemde solar jar en van daar kwamen we al snel bij alternatieve energiebronnen. Zuid-Afrika is namelijk grotendeels afhankelijk van koolenergie en kan nu al niet voldoende stroom voor het hele land produceren.
Daardoor ook de befaamde load sheddings. We hadden er allemaal een mening over en deelden onze locale ervaringen met de rest van de groep. Op dit moment zou ik waarschijnlijk moeten zeggen dat we allemaal academici zijn, leden van de bevoorrechte groep die een universitaire opleiding heeft genoten. We komen uit Zuid-Afrika, Kenya, Botswana, Italië, Zwitserland, Duitsland, Tsjechië/België, verschillen van huidskleur en culturele achtergrond. Wat ons verenigd is de toegang die we hebben kunnen krijgen tot een goede opleiding. Zeker in Zuid-Afrika, waar de kans en toegang tot een hogere opleiding voor een groot deel van de populatie niet eens een droom is, vormen we een bizarre uitzondering. Misschien was het omdat tachtig procent van de groep van de alfa-wetenschappen kwam of net lekker onbewust was van hun enorme voorrecht of dat we grotendeels van meer milieubewuste delen van de wereld komen, maar iedereen leek te vergeten dat er duizenden mensen afhankelijk zijn van het werk in die vervloekte koolmijnen. Ik draaide me naar een socioloog die toevalig zijn veldonderzoek doet tussen de mijnwerkers in de Marikana mijn. ‘En wat moet er gebeuren met die mensen dan?’ vroeg ik. Hij had onmiddelijk door wat ik daarmee bedoelde en schudde zijn hoofd.
De mijnindustrie en zijn slachtoffers
In Zuid-Afrika is het bestaan van tientallen duizenden mensen afhankelijk van het werk in de koolmijnen. Vele vierkante kilometers van dit prachtig land moeten er als molshopen uitzien van af de satellieten die in banen rond de aarde cirkelen. Bij steden zoals Soshanguwe of Rustenburg maar ook Johannesburg, bevinden zich gigantische plakkerskampen waar duizenden mensen blijven. De stofwegen die door deze gebieden vol kleine huisjes uit golfplaten lopen, hebben natuurlijk geen namen. In Soshanguwe zijn ze wel verdeeld in blocks. A, B, C, D, E, F … Hoe ver in het alfabet wil je maar liever niet weten. Want de confrontatie met de dagelijkse realiteit van de (vooral migrante) mijnwerkers kun je niet aan, vooral niet als je samen met je vrienden lekker voor een weekendje in de natuur gaat kamperen. Het doet je denken aan al die vreselijke gebeurtenissen in de mijngeschiedenis van Zuid-Afrika.
President Jacob Zuma houdt een toespraak in Marikana .
GovernmentZA (CC BY-ND 2.0)
De Marikana staking
Één van de verhalen die nog duidelijk in ons geheugen is blijven hangen, is de staking van de mijnwerkers in Marikana in augustus 2012, ook gekend onder de naam de Lonmin staking. Dit incident tussen de mijnwerkersvakbond, het mijnbedrijf Lonmin en de locale politie kostte 44 mijnwerkers hun leven. Verder zijn er ook nog 78 mensen gewond geraakt, tenminste volgens de officiele bronnen. Wat er precies is gebeurd, is moeilijk om te achterhalen, de ene kant zegt dat het de protesterende mijnwerkers waren die het eerste schot hebben afgevuurd, de andere kant beweerd dat de politie aan het gevecht begon. Wat wel zeker is, is dat de mijnwerkers onder de indruk waren dat ze niet door de kogels geraakt kunnen worden en dat ze daardoor in een rij tegen de gewapende politie uit de mijn zijn gestapt. Het werd hun namelijk beloofd door een sangoma, oftewel traditional healer, dat ze, nadat ze een speciaal toverdrankje hebben gedronken, niet gewond konden geraken en dat ze hun strijd gingen winnen. Hoe groot hun wanhoop, en hoe sterk hun geloof in de krachten van de gedronken muti ook was, we kennen het uiteindelijk resultaat. Alton Joja, de sangoma, werd de volgende dag dood teruggevonden vooraleer de politie hem kon ondervragen. Deeltelijks waren de mijnwerkers toch succesvol en het mijnbedrijf heeft toegestemd om hun lonen te verhogen. De spanning, wanhoop en onzekerheid van het eigen bestaan is er echter voor altijd gebleven.
‘Ik denk dat de beste oplossing voor nu,’ fluisterde hij in mijn richting ‘is dat de mijnen open blijven. Anders ontstaat er een humanitaire ramp.’ We zaten naast elkaar in stilte en keken naar de prachtige sterrenhemel.