De kleine boer krijgt klappen
Gijs Ory
01 september 2001
In Honduras runt Mario Cruz met een twintigtal collega's een bedrijf met Afrikaanse palmbomen. Met zijn kleinschalige en milieuvriendelijke aanpak ambieert Cruz een landbouw met toekomst voor de families die ervan moeten leven. Duurzaam boeren heeft in Midden-Amerika echter evenveel te maken met nood dan met overtuiging. 'Wij hebben geen geld om pesticides of kunstmest te kopen. De meeste boeren produceren voor eigen verbruik of verkopen het zonder de biologische meerprijs op de lokale markt.'
Naast het verhandelen van palmolie is Cruz vooral begaan met het lot van de boeren uit zijn streek, Comayagua. Hij vertegenwoordigt hen in het Centro Nacional de Trabajadores del Campo (CNTC), een autonome boerenorganisatie die ijvert voor het rechttrekken van de scheve eigendomsverhouding in de Hondurese landbouw. ‘De moeilijkheden van de landbouwers zijn grotendeels terug te brengen tot de liberale grondpolitiek van de Hondurese regering. De grond concentreert zich nu in de handen van een steeds kleiner aantal, erg welgestelde eigenaars.’
De grond is van wie hem bewerkt! De slogan klinkt in Honduras vandaag met evenveel kracht als in de jaren zeventig. ‘De multinationale bedrijven worden op hun wenken bediend ten koste van de voedselvoorziening van de eigen bevolking.’ Samen met milieuorganisaties en inheemse gemeenschappen wil Cruz druk blijven uitoefenen op mensen als Miguel Facussé. Facussé levert tropische vruchten voor onder andere Dole, en zet voortdurend boeren onder druk om hun grond te verkopen.
CNTC heeft ook zijn plaats gekregen binnen de brede bedding van Via Campesina, het boerenpad, een wereldwijde krachtenbundeling van boerenorganisaties. Dit netwerk brengt sinds 1992 kleine en middelgrote boeren uit verschillende continenten samen die opkomen voor een rechtvaardige en duurzame landbouw. In het kader van een Via Campesina-experiment raakte Cruz enkele jaren geleden betrokken bij het Samenwerkingsverband Platteland (SVP), een uitwisselingsproject tussen Hondurese en Vlaamse boeren.
‘Het contact met de boeren uit het Noorden verruimt de horizon en versterkt onze positie als kleine boer.’ Voor Cruz is het de basis voor een begripvolle samenwerking rond gemeenschappelijke knelpunten en alternatieven. ‘De moordende concurrentie van de transnationale bedrijven en de milieuvervuilende landbouwindustrie zijn problemen waar we gezamenlijk het hoofd aan moeten bieden. Want het zijn steeds de kleine boeren die klappen krijgen van een beleid waarvoor ze niet gekozen hebben.’