De kleuren van Zita Swoon

De kleuren van Zita Swoon

Het is één van de eerste mooie dagen van het late voorjaar. Tussen de opengebarsten bloemenpracht van Japanse kerselaars en magnolia’s, zit Stef Kamil Carlens naast zijn zwarte hond Sami een fonkelnieuwe gitaar in te spelen. Zwart jasje, zwart sjaaltje en zwarte muts, diep over de oren getrokken.

Stef Kamil Carlens, gitarist en leider van de rockgroep Zita Swoon, is een allround ontwerper. Niet alleen zijn muziek en liedjesteksten zijn van eigen hand, ook zijn podiumkledij is dat. Voor zijn jongste ontwerp maakte Carlens een keuze uit het stoffenassortiment van Betet Skara. ‘Een soort ruimtepak is het geworden, in het materiaal van die Assyrische wevers’, vertelt Carlens. ‘Een gekke associatie, maar ik vind het wel prettig.’ Het geheel bestaat uit een kleurrijk vest, breed aan de schouders en nauwsluitend in de taille, aan de mouwen en de hals. ‘Met opgehoopte, gewatteerde Michelinrolletjes in de lenden, aan de polsen en aan de opstaande kraag.’ De broek is uit ordinaire lycra vervaardigd, het hemd fleurig groen met een roze streep erover. Bij het geheel hoort ook een petje in het groen van het hemd, met ingebouwde hoofdtelefoon en een sluiting onder de kin, als een vliegenierspetje. Waarom ging hij stoffen kiezen bij Betet Skara? Stef Kamil Carlens: ‘Ik heb bewondering voor het project omdat het mensen niet alleen opvangt en een houvast biedt, maar dat bovendien doet met economische activiteiten uit hun cultuur. Ik heb hen in het atelier aan het werk gezien, hoe ze die draden opspannen en weven. Dat is echt kunstwerk. De vastheid en het uiteindelijke effect van de stof wordt bepaald door de spanning die zij aan de draden geven. Het is zo arbeidsintensief dat het wel uit de tijd lijkt. Maar het resultaat heeft geen vergelijk. Wat zij maken is stof met een soul. Die koop je elders niet.’

Stef Kamil experimenteerde al wel eerder met zelfgemaakte kledij, liefst tweedehandskledij die hij verknipte en weer aan elkaar stikte. Sinds twee jaar werkt hij met een eigen kleermaakster, de vrouw van een bevriende muzikant. ‘Voor dagelijkse kledij vind ik nog wel wat in de gewone winkels’, zegt hij. ‘Op het podium echter wil ik iets speciaals en dat vind ik niet zo gauw kant en klaar. Het is ook prettig kleren te dragen die helemaal op jouw maat gemaakt zijn. Ze zitten veel comfortabeler en beantwoorden in stijl helemaal aan wat je wil.’

Aan het modeproject in de Scheldestad participeert hij niet, maar hij geniet er wel van. ‘Ik vind het zalig in zo’n chique stad te wonen, waarin zoveel talent aanwezig is. De producten van de zeven artiesten zijn voor mij onbetaalbaar en misschien vrij elitair. Toch denk ik dat die ontwerpers, méér dan de grote kledingketens, bekommerd zijn om de ethische kant van wat ze op de markt brengen. Maar ethiek jaagt al snel de prijzen de hoogte in.’