De Maya-wortels van Zapata

De Maya-wortels van Zapata

'Wie met militair geweld zijn wil moet opleggen, staat uiteindelijk heel zwak.' De uitspraak klinkt vreemd uit de mond van een legerleider, maar subcomandante Marcos en zijn zapatisten zijn ook moeilijk te vatten in traditionele schema's. Het EZLN was het eerste georganiseerde verzet tegen de economische globalisering. Het recent gepubliceerde boek Our Word is our Weapon, met de belangrijkste teksten van Marcos, is vandaag uitgegroeid tot één van de bijbels van de antiglobaliseringsbeweging.

Toen de Centraal-Amerikaanse guerrillabewegingen hun wapens goed en wel hadden opgeborgen, meldde het EZLN de wereld dat het een gewapende opstand ging beginnen. Een onwaarschijnlijk anachronisme leek het toen. Een legertje niet eens zwaarbewapende mannen en vrouwen dat de oorlog verklaarde, niet alleen aan de Mexicaanse staat maar ook aan de neoliberale wereldorde. De datum was symbolisch: 1 januari 1994, de dag dat NAFTA, het Noord-Amerikaanse Vrijhandelsverdrag tussen Mexico en de VS, van kracht werd. De wijziging van de Mexicaanse landbouwwet met het oog op de toetreding tot NAFTA had de decennia oude vraag van de indiaanse gemeenschappen voor landhervormingen definitief afgevoerd, en daarmee duidelijk gemaakt dat er in de geglobaliseerde economie voor indiaanse boeren geen plaats is.

DE KRACHT VAN HET WOORD

De strijd voor de erkenning van de indianen in Chiapas duurt nu al zeven jaar. Het aantreden van president Fox, een jaar geleden, bracht een sprankeltje hoop dat het in 1996 vastgelopen overleg tussen het EZLN en de regering hervat zou kunnen worden. De mars van de zapatisten naar Mexico-stad, een half jaar geleden, moest culmineren in een erkenning van de indiaanse rechten. Dat is niet gelukt en momenteel zit elk overleg opnieuw muurvast. Chiapas is nog steeds gemilitariseerd gebied, en de armoede in de gemeenschappen is vandaag zo mogelijk zelfs erger dan vóór 1994. En toch is er een wereld van verschil tussen 1994 en 2001, vindt Marcos. ‘Wat er fundamenteel is veranderd, is dat er vandaag hoop is. Er is een perspectief gecreëerd.’

Dat het verhaal van het EZLN al zeven jaar duurt, is voor een groot deel te danken aan de creativiteit en het uithoudingsvermogen van de zapatisten, die telkens via niet-conventionele acties erin slagen andere bevolkingsgroepen mee in beweging te zetten. Bij de recente zapatour was dat niet anders. ‘We zagen helemaal geen uitweg meer,’ vertelt Marcos. ‘Het enige wat we nog konden doen, was op stap gaan. Maar we waren eigenlijk gehandicapt. We hadden geen voeten om te stappen. We hadden wel een visie en een stem, en die wilden we uitdragen. Dus vroegen we voeten van anderen om op weg te gaan.’ En het werkte. Duizenden Mexicanen en internationale sympathisanten kwamen meestappen, en waar het vroeger stil en donker was, kwamen de stem en de visie van het EZLN tot leven. ‘Op sommige plaatsen waar we langs kwamen,’ vertelt Marcos, ‘kregen we verzuchtingen te horen die dateren van vóór de Mexicaanse revolutie. Het EZLN pretendeert niet al die eisen op te nemen. We nodigen wel uit om mee te stappen en zelf ook op weg te gaan.’ Daar is het de zapatisten om te doen, om basisdemocratie en participatie. Niet de wapens zijn in dit project het strijdmiddel, wel het woord: het woord geven en nemen, het opwekken en verspreiden, in urenlange debatten, in grootschalige volksvergaderingen of via het internet. Het EZLN maakte er een eigen guerrillataktiek van, postmodern in de toepassing maar geworteld in de diepe lagen van de Chiapaneekse Mayacultuur.

DE OUDE ANTONIO

Toen het EZLN zich die bewuste eerste januari kenbaar maakte, had het al een ontstaansgeschiedenis van tien jaar achter zich. Tien jaar waarin Marcos door de indiaanse gemeenschappen in het Lacandonenwoud zwierf. Een jonge dertiger was hij toen, revolutionair, ex-filosofieprofessor en communicatiedeskundige. De oude Antonio werd in die tijd zijn geestelijke leider, een sjamaan met wie hij een diepe vriendschap ontwikkelde tot die in 1994 aan tuberculose stierf. In één van de gesprekken zegt don Antonio: ‘Een leven zonder wie anders is, is leeg en verdoemt je tot verstarring.’ Waarop Marcos vraagt: ‘Wat heeft dit te maken met de intercontinentale strijd voor de menselijkheid en tegen het neoliberalisme?’ En don Antonio antwoordt: ‘De belangrijkste goden, zij die de aarde geschapen hebben, dachten niet allemaal hetzelfde. Over vele onderwerpen verschilden ze van mening. Maar ieder van hen hield ook aan zijn mening. Onder elkaar luisterden ze dan naar die verschillende meningen en respecteerden elkaar. Indien ze dat niet hadden gedaan, was er van de wereld nooit iets geworden. Ze zouden dan hun tijd verdaan hebben met vechten over hun eigen gelijk. Daarom heeft de wereld zoveel vormen en kleuren, zoveel als er bij die eerste goden verschillende ideeën leefden.’ Een ander verhaal gaat over een droom, waarin de goden aan de mensen “de spiegel van de waardigheid” geven, opdat ze niet zouden vergeten dat iedereen gelijk is. ‘Daarom komen mensen in opstand wanneer ze niet als gelijken worden behandeld’, besluit de wijze Antonio.

Deze indiaanse kijk op de wereld vormt het hart van de guerrillabeweging. Het heeft de houding van het EZLN bepaald in het omgaan met geweld of met structuren en gezag.
Mandar obedeciendo is het ordewoord bij de zapatisten en dat betekent zoveel als: gezag uitoefenen door uit te voeren wat het volk beslist heeft. Het marxistisch-leninistische gedachtengoed dat Marcos uit de “beschaafde” wereld meegebracht had, werd in de loop van die tien jaar gepolijst door de cosmovision maya van de indiaanse boeren. ‘De hoeken werden eraf gevijld, zodat het een mooi rond geheel werd,’ bekent Marcos in een recent interview.

WIJ ZIJN ALLEMAAL MARCOS

Het internet en de globalisering hebben het zapatistische ideeëngoed tot ver buiten de Mexicaanse grenzen verspreid. ‘Wie is Marcos?’ vragen sommigen zich af. Zijn identiteit is bekend, maar niet relevant. ‘Marcos is homo in San Francisco, zwart in Zuid-Afrika, Aziaat in Europa, Chicano in San Ysidro, anarchist in Spanje, Palestijn in Israël, Maya-indiaan in de straten van San Cristobal, jood in Duitsland, zigeuner in Polen, Mohawk in Quebec, pacifist in Bosnië, vrouw-alleen in de metro om tien uur ‘s avonds, boer zonder land, bendelid in de sloppenwijken, werkloze arbeider, ongelukkige student, zapatist in de bergen’, schrijft Marcos. ‘Als je wil weten wie Marcos is, wie zich verbergt onder het skimasker, neem dan een spiegel en bekijk jezelf: het gezicht dat je ziet is dat van Marcos. Wij zijn allemaal Marcos.’

Doorheen nationale en internationale bijeenkomsten heeft zich in de tweede helft van de jaren negentig het zapatisme ontwikkeld als een nieuwe kijk op de wereld. ‘Het zapatisme is geen ideologie, geen overgekochte doctrine’, benadrukt Marcos. ‘Het is een intuïtie. Iets dat zo open en flexibel is, dat het werkelijk overal terug te vinden is. Het zapatisme stelt de vraag: Wat heeft mij uitgesloten? Wat heeft mij geïsoleerd? En stelt dan vast dat het antwoord vele vormen kan aannemen. Het zapatisme is niet de nieuwe wereld. Het is een inspanning, de gedrevenheid om te vechten voor verandering, om alles nieuw te maken, zelfs onszelf.’