De postkoloniale man
Deze maand staan er twee Zuid-Afrikaanse mannen op de planken van het Antwerpse Zuiderpershuis. Greig Coetzee speelt 'White Men with Weapons' en Bheki Mkhwane brengt 'Solomon's Pride'. Coetzee is een met prijzen overladen, blanke theaterman die vroeger aan de kost kwam als leraar Zoeloe en toneel.
In zijn tragikomische stuk speelt hij 15 monologen. Daarin pelt hij de schillen af van de verwarring die de blanke mannenwereld kenmerkte in de periode rond de vrijlating van Nelson Mandela. Vrouwen, kinderen en zwarten zijn geboeid door ‘White Men’, omdat het stuk hen de kans biedt om eindelijk te zien wat er zich allemaal afspeelde achter de friese ruiters en de rollen prikkeldraad. Alle inhoudelijke ernst belet echter niet dat Coetzee met deze hilarische productie zichzelf en zijn motto trouw blijft: ‘De Zuid-Afrikanen moeten leren lachen met zichzelf.’
Over het belang van theater voor Zuid-Afrika en over de redenen achter de buitenlandse voorstelling van ‘Solomon’s Pride’ hadden we een gesprek met Bheki Mkhwane. ‘Ik begon met theater omdat dit in het oude Zuid-Afrika de kunstvorm was die je de meeste mogelijkheden gaf om het systeem te bekritiseren. Vandaag is de functie van theater veranderd. Binnen de regenboognatie die Zuid-Afrika nu is, bestaat er een immense onwetendheid over de gewoonten en geschiedenissen, over de vreugdes en de problemen van de andere groepen. Politiek protest werd als voornaamste drijfveer vervangen door sociale en menselijke interesse.’
Want iedereen is nu gelijk voor de wet?
‘Ja, al heeft politieke gelijkheid niet noodzakelijk veel gevolgen voor het leven van de mensen. Daarom is het zo belangrijk om dit soort theater met weinig of geen middelen te blijven doen. Want wie kan zich in Zuid-Afrika een kaartje permitteren om naar een musical als Sarafina! te gaan kijken, of naar ‘Ubu and the Truth Commission’ van de Handspring Puppets? Kunst wordt niet gesubsidieerd in Zuid-Afrika en dus is de echte theaterrealiteit er één van kleine gezelschappen en dito zaaltjes. Ik ben er trouwens van overtuigd dat theater niet noodzakelijk duur en blits hoeft te zijn. Je kan met een blikje, een luciferdoosje, een versleten stuk stof en een paar stokken echt wel een boodschap overbrengen.’
En die boodschap is…?
‘… niet vast omlijnd. Ik ben niet uit op een politieke respons, maar op een menselijke. Natuurlijk wil ik de politieke elementen, zoals respect voor mensenrechten en het recht om te kunnen stemmen in het land waar je geboren bent, niet minimaliseren. Mijn vraag is echter hoe politieke veranderingen vorm krijgen in de dagelijkse levens van de mensen. Mensen die nog steeds moeten vechten om de eindjes aan elkaar te knopen, die verliefd worden, die in de rij staan te wachten op hun pensioen, die nog steeds steunen op oude, tribale gebruiken. Die mensen staan centraal in mijn theater.’
En waarom komt u daarmee naar Antwerpen?
‘Ik heb al getourd in Europa en Azië en weet dat zo’n ervaring mijn creativiteit aanzwengelt. Bovendien is de kans om ‘Solomon’s Pride’ in Antwerpen te spelen een uitdaging aan het stuk zelf: hoe universeel is het thema van de wachtende man en hoe toegankelijk is de Zoeloe-vertelkunst waaruit het stuk put? En ten slotte is het aardig om ook eens in buitenlandse valuta betaald te worden.’