Luc Cortebeeck
Een blik achter de schermen van de mondiale diplomatie
“‘Luc Cortebeeck maakt de balans van één jaar voorzitterschap van de IAO’
In 2017 werd ik voorgedragen en verkozen tot voorzitter van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Het mandaat van voorzitter duurt één jaar en komt meestal toe aan een minister of ambassadeur. Het is slechts de tweede keer in de honderdjarige geschiedenis van de Internationale Arbeidsorganisatie dat iemand met een werknemersachtergrond tot voorzitter werd verkozen. Nu dit mandaat is afgelopen, is het moment gekomen om een balans op te maken. Ik hoop u hiermee een blik achter de schermen van de mondiale diplomatie te kunnen bieden. En dat op het moment dat die wereld opnieuw stevig davert.
Voorzitter Luc Cortebeeck
International Labour Organization ( ILO - OIT - BIT) Photo Collection (CC BY-NC-ND 2.0)
De Internationale Arbeidsorganisatie (International Labour Organisation) is geen vakbond maar een organisatie van de Verenigde Naties die bestuurd wordt door de regeringen, werkgevers- en werknemersorganisaties van bijna alle landen van de wereld. Ze maakt arbeids- en sociale wetgeving op wereldniveau in de vorm van conventies (internationale verdragen) en aanbevelingen en controleert de toepassing ervan. De IAO is de oudste multilaterale organisatie. Ze werd in 1919 opgericht door het Verdrag van Versailles en bestaat volgend jaar dus 100 jaar. De slagzin die aan de basis ligt van de IAO is: “Duurzame vrede is onmogelijk zonder sociale rechtvaardigheid.”
Woelige wereldwaters
Maar net die duurzame vrede lijkt nu ver af te zijn, in deze turbulente tijden. De Engelsen stoten zichzelf verder af van het Europese vasteland met hun Brexit. De Polen, Hongaren en Tsjechen leiden binnen Europa het verzet tegen betere sociale rechten, ze maken een evenwichtig gezamenlijk vluchtelingenbeleid onmogelijk. De speelruimte voor ‘stabilisatoren’ als Merkel en Macron is sterk ingeperkt. Er is de ‘America First’-campagne, de handelsoorlog en de minachting van de VN-organisaties door Donald Trump. Dit leidde zelfs tot de fel gemediatiseerde uittrede van VS-ambassadrice Nikki Haley uit de Mensenrechtenraad in Genève. In de Syrië-oorlog zitten Amerikanen, Russen en Turken op schietafstand van elkaar.
De middenklasse wordt uitgedund door de groter wordende ongelijkheid, niet alleen qua materiële welvaart maar ook qua invloed en zeggenschap.
Poetin gedraagt zich toenemend als tsaar. De Chinese Xi Jinping roept zich uit tot president voor het leven. En zopas hebben de Turken het presidentieel regime van Erdogan goedgekeurd. Laten we de spanningen rond Iran en de Arabische wereld niet vergeten, de dramatische evolutie van het Israëlisch-Palestijnse conflict en de vele haarden van radicalisering en oorlog in Afrika. Noord-Korea is even uit het gezichtsveld. Het totaalplaatje wordt in VN-kringen bestempeld als drempel naar een nieuwsoortige koude oorlog, wel een meer complexe uitgave dan de vorige.
Tegelijk wordt de middenklasse uitgedund door de groter wordende ongelijkheid, niet alleen qua materiële welvaart maar ook qua invloed en zeggenschap. Wat leidt tot twijfel en onrust. Die angstgevoelens vormen de ideale bodem voor populisme en een politiek van terugplooien op zichzelf: Brexit, America first, onze eigen veiligheid en welvaart. De globalisering die zoveel onzekerheid en minder bescherming bood, wordt op die wijze teruggedraaid door de huidige machtshebbers (ontglobalisering?). Maar biedt juist daarom nog minder perspectief voor de meeste mensen in de wereld.
Dreigende wolken boven Genève
Uiteraard werken deze realiteiten sterk door in multilaterale organisaties. Die moeten het juist hebben van een open geest ten aanzien van diverse volkeren, landen, religies en culturen. Ook in Genève dat zo fier is op “The spirit of Geneva”, gezien vele van de VN-agentschappen er gehuisvest zijn, groeit de onzekerheid en vrees. Het feit dat door de VS nog geen ambassadeur benoemd werd als permanent vertegenwoordiger ten aanzien van de VN-organisaties in Genève is geen toeval, evenmin als dit het geval is ten aanzien van de EU in Brussel. Nikki Haleys’ optreden in de Mensenrechtenraad was een zware uppercut.
Toch is er reactie. In de IOM (International Organisation for Migration), een traditioneel Amerikaans geleide organisatie, werd Trumps kandidaat zopas weggestemd ten voordele van Antonio Vitorino (vroeger Portugees minister uitgerekend in de regering Guterres en ex-EU-commissaris). Op het ‘internationaal plateau’ boven het Lemanmeer houdt men de adem in. De IOM is in grote mate gefinancierd door de VS. Voor de meeste VN-organisaties wordt 22% van het gewone budget gefinancierd door de VS-bijdrage. Voor de IAO komt bovendien meer dan 40% van de financiering van de zo nodige projecten uit Washington (uitbouwen van sociale inspectie in meerdere landen, steun bij opmaken arbeidswetgeving, uitbouw sociale zekerheid). Eerst liepen de VS weg uit de Unesco, dan uit de Mensenrechtenraad, welke organisatie volgt?
Niet alleen de internationale politiek vaart door woelig water. Ook internationale werkgevers- en werknemersorganisaties als de IOE (International Organization of Employers) en het Internationaal Vakverbond (International Trade Union Confederation) zoeken naar hun juiste plaats en opstelling, na de globaliseringsgolf, de financiële en schuldencrisis en de aanrollende zware golven of misschien wel de tsunami van de technologische revolutie.
Op zoek naar evenwichten
Dit was de achtergrond van de periode 2017-2018, het jaar van mijn voorzitterschap. Komend uit de wereld van de arbeid heb ik de laatste zeven jaar, zes jaar als voorzitter van de werknemersgroep en vicevoorzitter van de raad van bestuur en het laatste jaar als voorzitter van de IAO gevoeld hoe al deze evoluties op elkaar inspelen. Het was uitermate boeiend, een voorrecht om een kleine rol te mogen spelen op het internationale toneel. En tegelijk bijzonder delicaat om de juiste evenwichten te vinden. Dat doe je niet alleen, alles gebeurde in nauwe samenwerking met de dagelijkse leiding, directeur-generaal Guy Ryder en zijn team.
Het was uitermate boeiend, een voorrecht om een kleine rol te mogen spelen op het internationale toneel.
Ook vele informele contacten met de regionale coördinatoren van de regeringsgroep en de secretariaten en voorzitters van de werknemers- en werkgeversgroep waren bijzonder nuttig en leerrijk. Het is uiteindelijk de zogenaamde ‘Officers’ meeting’ met de voorzitter, de vicevoorzitters Mthunzi Mdawba (Zuid-Afrika) voor de werkgevers en ambassadeur Claudio de la Puente (Peru) en directeur-generaal Guy Ryder die de ‘Governing Body’ (raad van bestuur) voorbereidt en voorstellen formuleert.
De raad van bestuur was vorig jaar in juni verkozen voor een periode van drie jaar. De voorzitter van de werknemers, op die post mijn opvolgster Catelene Passchier en de Zuid-Afrikaanse werkgeversvoorzitter waren nieuw als groepsvoorzitters. De werkgeversvoorzitter en zijn groep wilden zich onmiddellijk bewijzen door zich bijzonder kritisch op te stellen ten aanzien van de leiding van de IAO om een grotere invloed voor de werkgevers af te dwingen. Soms hadden we de indruk dat ze opnieuw, zoals in 2012 een crisis wilden uitlokken. De nieuw verkozen regeringen wilden op hun beurt een sterkere positie tegenover de sociale partners. Een tendens die zich ook voordoet in vele landen, het zogenoemde primaat van de politiek. Bovendien was de vicevoorzitter namens de regeringen, de ambassadeur van Peru, nieuw in VN-middens en vertegenwoordigde hij meer de huidige Latijns-Amerikaanse politiek dan de regeringen van die wereld. Om die redenen moest ik in de eerste plaats samen met de directeur-generaal het belang en de rol van de gehele organisatie vooropstellen. Ik denk dat dit vrij behoorlijk lukte, ook al zaten de wereldpolitieke trends niet mee en waren er ook enkele inhoudelijke hindernissen.
Voorzitter Luc Cortebeeck (rechts)
International Labour Organization ( ILO - OIT - BIT) Photo Collection (CC BY-NC-ND 2.0)
Turkije
In juni vorig jaar, amper een uur na mijn verkiezing, moest de raad van bestuur een beslissing nemen over de plaats van de Europese Regionale IAO-vergadering die om de vier jaar plaatsvindt. Deze was al in 2015 toegewezen aan Istanboel. Maar inmiddels was er een mislukte couppoging in Turkije gebeurd. Met als tegenmaatregelen onder meer 150.000 mensen die uit overheidsdiensten ontslagen werden, 40.000 à 50.000 arrestaties en het sterk inperken van het recht op vrije meningsuiting en vereniging. De werknemersgroep wou de locatie wijzigen of de vergadering uitstellen. De werkgevers wilden dit niet en zelfs de kritische regeringen ten aanzien van wat in Turkije gebeurde manifesteerden zich niet en waren uitermate stil of zegden enkel dat de beslissing vroeger reeds genomen was.
Een meerderheid bevestigde dus de vroegere beslissing. De vergadering vond plaats in oktober 2017 in Istanbul. Zonder de werknemers. Buiten de Turkse organisaties die onder druk stonden en enkele organisaties uit landen waarvan de naam eindigt op …stan. De conclusies van de Istanboelvergadering werden gered door enkele sociale Europese regeringen onder leiding van Zweden. Maar hoe dan ook waren de besluiten niet volwaardig genomen gezien de afwezigheid van één van de drie zogenaamde constituanten, de werknemers. Als voorzitter heb ik de beslissing over het houden van de vergadering geleid, dat was mijn rol. Maar ik nam niet deel aan de vergadering in Turkije. Als statement kon dit tellen.
Tabaksgeld voor strijd tegen kinderarbeid?
IPEC (International Program on the Elimination of Child Labour) mag sedert de stemming van de Conventie 182 tegen de ergste vormen van kinderarbeid in 1999 een succes genoemd worden. De 280 miljoen werkende kinderen zijn teruggebracht tot 152 miljoen. Nog een veel te lange weg te gaan maar de resultaten kunnen niet ontkend worden. Het programma wordt gefinancierd door lidstaten, humanitaire fondsen. En door bedrijven, waaronder de tabakssector voor tien miljoen dollar.
Eén van onze buren in Genève, de Wereldgezondheidsorganisatie decreteerde dat omwille van de bijzonder schadelijke effecten van roken, alle contacten met de tabakssector en mensen uit deze sector moesten worden verbroken. De bijzonder goed bedoelde actie werd bevestigd door ECOSOC, de economisch-sociale top van de Verenigde Naties. Gevolg: alle VN-organisaties werden verzocht dit besluit te volgen.
40 miljoen werknemers in de tabaksplantages hebben niet de luxe te kunnen overstappen naar een andere job.
Dit is onmogelijk voor de IAO die als plicht heeft de situatie van werknemers te verbeteren. 40 miljoen werknemers in de tabaksplantages hebben niet de luxe te kunnen overstappen naar een andere job. Al vlug waren zowel werknemers als werkgevers als regeringen het eens dat de IAO deze oproep van de WGO en van ECOSOC niet kon opvolgen. Merkwaardig genoeg zijn dat dezelfde regeringen als deze die dit besluit in de WGO hebben genomen. Vanuit elk land met tabaksplantages was de minister van arbeid, al dan niet gesponsord (maar dat kan ik niet aantonen) naar Genève afgezakt voor deze bespreking.
Het programma ten voordele van de werknemers van de tabakssector werd door het bureau beter en inclusiever omschreven. Dat kon iedereen volgen. Maar het voorstel af te zien van de tien miljoen dollar en dit te koppelen aan een oproep aan landen en fondsen voor een meer neutrale financiering was een brug te ver voor de ministers van de tabakslanden en voor de werkgeversgroep die argumenteerden dat de tabakssector een legitieme bedrijvigheid is. Graag verwezen ze daarbij naar de gevaren van andere producten zoals suiker en alcohol en dat eenzelfde redenering wel eens heel negatief zou kunnen uitvallen voor de Franse wijnen of de Belgische bieren… Het laatste woord is niet gezegd.
Mijn aanvoelen is dat bij een volgende discussie in november een oplossing kan worden gevonden door als IAO op te komen voor waardig werk en een betere bescherming voor de mensen uit de sector. En het geld? Wellicht zal men besluiten dat de tabakssector niet mag beslissen over hoe hun geld gebruikt wordt en zal die opdracht toevertrouwd worden aan een onafhankelijk comité. De tijd zal mogelijks rijp zijn voor die enig mogelijke ‘diplomatieke uitkomst’. Is dit ook de beste beslissing? Beter zou zijn middelen elders te zoeken en de sector aan te zetten hun middelen te gebruiken om hun werknemers beter te behandelen zodat kinderarbeid niet hoeft. Maar de stem van tabakslanden uit Afrika en Latijns-Amerika, gesteund door groten als China, Rusland en Japan zal doorwegen.
Programma voor afschaffing gedwongen arbeid in Qatar
De geratificeerde conventies moeten toegepast worden door de lidstaten. Er bestaan verschillende mechanismen om dit op te volgen. “Het is bewezen” zegt directeur-generaal Guy Ryder dat “door een combinatie van principe en doorzettingsvermogen bij de behandeling van dergelijke klachten significante resultaten kunnen worden verkregen.”
Als voorzitter van de werknemersgroep had ik in 2014 een klacht ingediend tegen Qatar wegens gedwongen arbeid met het verzoek een onderzoekscommissie naar het land te sturen. Een meerderheid van de twee miljoen migranten wordt er uitgebuit en werkt als slaven in de woestijn aan de bouw van stadions en infrastructuur voor de voetbalwereldcup van 2022. Qatar kreeg echter de steun van een meerderheid van de regeringen. Ze deden immers allen wel op een of andere wijze zaken met het land.
De regering zette een nooit geziene lobbymachine in om elke tussenkomst van de IAO onmogelijk te maken. Tot mijn toenmalige collega, de voorzitter van de werkgevers Jørgen Rønnest het land bezocht. Dit soort toestanden kon ook hij niet aanvaarden. Met die wetenschap en de steun van 8 van de 14 werkgeversstemmen, alle 14 werknemersstemmen konden de Europese lidstaten en ook de VS en Rusland geen kant meer uit en vroeg ik de stemming die we met een grote meerderheid wonnen.
Het land zou een ‘Tripartite missie van hoog niveau’ moeten ontvangen. Met de toenmalige Japanse voorzitster, mijn werkgeverscollega en ik bezochten we het land en werden we geconfronteerd met de uiterst precaire situatie van Nepalezen, Bengalezen, Indiërs, Filipijnen, Afrikanen. Op basis van ons rapport werden onderhandelingen gevoerd. Wat in november 2017 resulteerde in een akkoord. 25 miljoen dollar wordt uitgetrokken door Qatar zelf en een IAO-bureau werkt ter plaatse om de wetten te wijzigen, de slaventoestanden weg te werken en klachten op te vangen en op te volgen.
Het conflict tussen Qatar enerzijds en Saoudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten anderzijds heeft Qatar losgewrikt uit de Saoedi-Arabische houdgreep, wat geholpen heeft bij dit dossier. In Saoudi-Arabië en de VAE blijft de behandeling van migranten-werknemers wel minstens even schrijnend.
Zwaarste sanctie en onderzoek tegen Venezuela, hoop in Guatemala
Het waren de werkgevers die in 2013 een klacht indienden tegen Venezuela over de vrijheid van (werkgevers)organisaties in het land. Toen we met een IAO-missie in 2014 het land bezochten, sloten de meeste vakbonden zich bij de klacht aan. Het voor het volk gulle Chavez-regime was onder president Maduro door de val van de olieprijzen en door slecht regeringsbeheer van petroleum en landbouwbedrijven omgeslagen naar armoede.
Toen we in januari dit jaar opnieuw met een tripartiete missie wilden gaan, werd ons de nacht vóór het vertrek meegedeeld dat we geen contact mochten hebben met enkele organisaties.
De situatie in het land is inmiddels verslechterd. Toen we in januari dit jaar opnieuw met een tripartiete missie wilden gaan, werd ons de nacht vóór het vertrek meegedeeld dat we geen contact mochten hebben met enkele organisaties. We zijn niet vertrokken. In de raad van bestuur van maart hebben we besloten de strengste sanctie toe te kennen, de oprichting van een onderzoekscommissie. Zopas hebben we ook de drie toprechters aangeduid die het onderzoek zullen leiden.
Tegen Guatemala loopt al jaren een klacht wegens geen vrijheid van vereniging en de moord op 75 syndicale leiders. Er is beweging in de wetgeving en onderhandelingen lijken langzaam resultaat op te leveren alhoewel er nog veel moet gebeuren. In juni hebben we beslist welke volgende stappen we verwachten tegen de raad van bestuur van november.
Het controlemechanisme bijna op punt
In 2012 hadden de werkgevers tijdens de Internationale Arbeidsconferentie een zwaar incident uitgelokt over het stakingsrecht. Bovendien stelden zij de objectiviteit van de expertencommissie die de toepassing van de conventies en de aanbevelingen controleren, sterk in vraag. We vonden begin 2015 een oplossing over de interpretatie van het stakingsrecht en het mandaat van de expertencommissie werd nauwkeurig omschreven. Als gevolg daarvan werd heel het controlemechanisme onder de loep genomen. Werkgevers en werknemers bereikten dit jaar een akkoord, er resten nog enkele vragen vanuit de regeringen maar ook daar staan we dicht bij een algemene consensus.
Dit jaar konden we ook de ‘Commissie van de Syndicale Vrijheid – Vrijheid van Vereniging’ deblokkeren. Deze behandelt specifieke klachten van werknemers- en werkgeversorganisaties over concrete belemmeringen van organisatie, onderhandeling of actie. Na 2012 was ook deze commissie door de werkgevers onder vuur genomen. De regels werden herschreven en toch niet verzwakt. En er is een akkoord over een nieuwe voorzitter, een Zambiaanse topjurist.
Er werd goede vooruitgang gemaakt in de Commissie die de conventies en aanbevelingen controleert op hun eigentijdsheid. Nu worden de veiligheids- en gezondheidsnormen gereviseerd.
Sedert enkele jaren is er een nieuwe Maritieme Conventie die een heel gedetailleerde regelgeving voor de miljoenen zeelieden uitwerkte. Dit jaar kon de Internationale Arbeidsconferentie een aantal verouderde instrumenten opheffen.
Een koloniaal restant weggewerkt
Je zou het niet meer verwachten maar Frankrijk had naar de Regionaal Afrikaanse IAO-conferentie vertegenwoordigers uit Parijs gestuurd namens het eiland Réunion dat een Frans mandaatgebied is. Vooral de Engelstalige Afrikaanse regeringen kwamen hier sterk op tussen en verweten Frankrijk nog steeds kolonialistische trekken te hebben. Het Verenigd Koninkrijk en Nederland die eveneens overzeese mandaatgebieden hebben, zagen de bui hangen en waren al akkoord gegaan met een rol als waarnemer tijdens de regionale conferenties van de IAO.
Frankrijk bleef echter gaan voor een volle effectieve vertegenwoordiging vanuit Parijs in de continenten buiten Europa. De vertegenwoordiging aanvaardde zelfs geen compromis en kwam helemaal alleen te staan. Het overblijfsel uit het koloniaal verleden werd afgeschaft. Het leverde de directeur-generaal en mijzelf wel een brief op van de Franse regering. We zouden de verwijten over het kolonialisme niet genoeg hebben gecounterd en het Franse standpunt niet voldoende hebben verdedigd. Waarvan akte.
Wordt de IAO opgezogen door de Verenigde Naties?
Sedert de 2030 Agenda met 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen drie jaar geleden werd afgekondigd, met daarin ook doelen als ‘waardig werk’ en ‘sociale bescherming’, wordt gewerkt aan de hervorming van de Verenigde Naties. Laten we niet vergeten dat vooral de kritiek van de Verenigde Staten sterk doorwerkt en die heeft niet eens zoveel te maken met de 2030 Agenda.
Meest delicaat is de relatie tussen de rol van de VN en de IAO in de nationale en regionale kantoren.
Het is logisch dat om de VN-doelstellingen te realiseren een betere samenhang tussen alle organisaties van de VN nodig is. Als voorzitter werd ik tweemaal uitgenodigd op een persoonlijk gesprek met Amina Mohammed, de adjunct secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN). Zij heeft namens secretaris-generaal van de VN Antonio Guterres de leiding van het project. Ik nodigde haar ook uit voor de raad van bestuur van de IAO. De raad van bestuur maakte haar duidelijk dat wij wel voor coördinatie zijn maar dat wij niet willen inleveren op ons mandaat om conventies te maken en te controleren en op de zeggenschap van werknemers en werkgevers, wat wereldwijd een unicum is. Ik maakte het verslag van de bespreking over aan ECOSOC en de VN. Zopas ontving ik antwoord dat terdege zal rekening worden gehouden met de specificiteit van de IAO en dat de VN die expertise ook nodig heeft. Meest delicaat is de relatie tussen de rol van de VN en de IAO in de nationale en regionale kantoren. Welke inbreng en sturing zal welk gewicht hebben? De evolutie wordt nauwgezet opgevolgd.
‘De toekomst van het werk’
Tijdens het 99e jaar van de IAO was het ook belangrijk de inhoudelijke brug te leggen naar het eeuwfeest. We willen de eeuwling niet vieren door achteruit te kijken, alhoewel we uit de geschiedenis veel kunnen leren. We willen vooral de toekomst voorbereiden, nu arbeid en werk uitgedaagd worden door de vierde technologische revolutie met de robotisering, artificiële intelligentie en de zogenaamde platformeconomie. Welke effecten zullen deze evoluties hebben op het aantal werkplaatsen en de kwaliteit van ons werk? Maar het gaat evengoed over de andere uitdagingen zoals de toenemende ongelijkheid, de veroudering van Europa en de verjonging van Afrika, de migraties en vluchtelingenstromen die er het gevolg van zijn.
Welke nieuwe regelgeving moet er komen op wereldvlak? Wat zal de rol zijn van regeringen, vakbonden en werkgeversorganisaties? En welke rol zal de IAO zelf moeten spelen?
Welke nieuwe regelgeving moet er komen op wereldvlak? Wat zal de rol zijn van regeringen, vakbonden en werkgeversorganisaties? En welke rol zal de Internationale Arbeidsorganisatie zelf moeten spelen? Om dit goed voor te bereiden werd de ‘Wereldcommissie voor de Toekomst van het Werk’ opgericht en dit jaar opgestart. Ze staat onder het co-voorzitterschap van president Cyril Ramaphosa van Zuid-Afrika, eindelijk een opvolger Nelson Mandela waardig. En van de sociaal gedreven eerste minister van Zweden Stefan Löfven.
Vanuit mijn rol werd ik ambtshalve lid van deze commissie. Er is ook nog een andere Belg, Alain Dehaze. Hij is de internationale ceo van Adecco. De commissie bestaat zowel uit mensen vanuit de praktijk vanuit regeringen, werkgevers, werknemers als wetenschappers uit verschillende disciplines, ngo’s, enz. We hebben nog één vergadering te gaan in november om op 22 januari 2019 ons rapport af te leveren. Dat moet dan de basis vormen voor de bespreking van de Internationale Arbeidsconferentie in 2019.
Na dit bijzonder boeiende jaar als voorzitter zal ik als lid van de raad van bestuur en van de Wereldcommissie de brug naar het honderdste jaar verder helpen afwerken.
Luc Cortebeeck, Voorzitter raad van bestuur IAO 2018-2019