“‘Een Syrisch-Belgische Kerst’
De geest van het kerstfeest in de praktijk omzetten is eenvoudig. Je huis openen voor mensen die op zoek zijn naar de zin van wat hen overkomt: wij deden het voor een Syrische vluchtelingenfamilie uit Aleppo. Een kerstverhaal over Syrische levenslust en Vlaamse schroom, schoonheid en nederigheid, wereldburgerschap en menswording. En de zin van het lijden.
Bij de eerste kennismaking vertelt mijn moeder aan Nazmiyah, de moeder van het Syrische gezin, dat ze zich schaamt voor de apathie van sommige politici en medeburgers. Nazmiyah vertelt over schoonheid: het eten in Aleppo en de eindeloze olijfboomgaarden van hun dorp Afrin.
Twaalf mensen zitten rond de tafel in de woonkamer. Roni, de oudste zoon, vertelt over zijn leven als acteur in Syrië. Dat hij moest vluchten omdat hij een kritisch toneelstuk had opgevoerd, slaat mijn broers, zelf ook kunstenaars en muzikanten, met verstomming.
Aan de eettafel vertelt Nazmiyah: ‘We missen alles, de momenten en de jaren in ons land. Ze zullen niet meer terug komen. We moeten hier zijn voor onze kinderen. Zij kunnen niet wachten. Ze zijn slim en moeten nu verder studeren.’
Dochter Nevyn praat vlot mee in het Nederlands, dat ze leerde op amper twee maanden. Bulgaars pikte ze op tijdens hun – verschrikkelijke – acht maanden in Bulgarije. Jongste zoon Mido zegt “ik hou van jou” in 10 talen.
Syrische levenslust en Vlaamse schroom
Het wordt even moeilijk als we aan de Syrische familie een rondleiding geven in ons huis. Nazmiyah en vader Ahmad kijken bedrukt. We kunnen nooit begrijpen wat het betekent om alles waar je de laatste 30 jaar aan bouwde, te verliezen in een paar seconden.
En toch worden we elkaars gelijken aan de eettafel en in de woonkamer, die verandert in een dansvloer. We eten Belgische frieten en Syrische kufta. Mijn moeder danst Palestijnse dabke met Nazmiyah. De eerste uitbundige lachsalvo’s. Twaalf mensen uit twee werelden praten, lachen en dansen.
Nazmiyah, met de Syrische levenslust die ondanks drie jaar oorlog en vernieling niet verloren ging, nodigt mijn moeder uit om te dansen. Zij doorbreekt de schroom van een Vlaming. Syriërs leren ons een lesje in levenslust. Wij, die alles hebben, en zij, die alles hebben verloren, maar in de plaats een levenskracht kregen die wij niet begrijpen.
Wereldburgers
We worden één familie. Broers en zussen, neven en nichten, wereldburgers. Als ik weet hoe makkelijk het is om mensen gelukkig te maken, waarom doe ik dat dan enkel op Kerst? Gastvrijheid moet een tijdloze en universele waarde zijn, de gastvrijheid die mij tijdens mijn reizen in hun wereld de laatste 8 jaar zoveel te beurt viel.
We spelen muziek. Mijn broers verzorgen de drums en de toetsen; Roni, Nevyn en Neyrouz zingen in het Koerdisch, Arabisch, Engels, Bulgaars en Nederlands. Nevyn communiceert haar gevoelens over de avond via een geïmproviseerde tekst in de microfoon.
Aan het eind van de avond gaat Mido mee met zijn oudere broer Roni, die alleen woont in Leuven als erkende vluchteling. Mido wil niet mee naar het opvangcentrum. Van Kerstavond in een huis terug naar je leven in een opvangcentrum: het kan deprimerend zijn.
De zin van het lijden
Alles kwijtraken, heeft dat zin? Het moet wel. De gedachte dat het niet voor niets is geweest, dat is de betekenis die wij en hun oudste zoon Roni aan hun lijden kunnen geven. Verrijkende ervaringen geven zin aan het zinloze.
Zelf word je er ook rijker van en je wereld groter. Hun tweede thuis is Bunsbeek, de onze Aleppo. Wat als de hele wereld elke dag was zoals ons kerstfeest? De spirituele groei zou zelfs de economische stimuleren.
Maar België dreigt hen terug te sturen naar het eerste land waar ze Europa binnenkwamen, en dat is Bulgarije. Dan zouden ze gescheiden worden van Roni, die ze net voor het eerst in vijf jaar weer in levende lijve zagen en die hen veiligheid en warmte bezorgt. ‘De enige bron van kracht die me nog rest, is de eenheid van mijn gezin’, zegt Nazmiyah.
De zingeving weer afnemen, zou catastrofale gevolgen hebben op micro- én macroniveau. Nazmiyah hield evenveel trauma’s over aan Bulgarije als aan Syrië. En een beleid dat trauma’s accumuleert, voedt instabiliteit.
De mens is permanent op zoek naar de betekenis van wat hem overkomt. Als de familie Hossein toch uit België weg moet, dan zouden ze die zin eerder vinden in het vertrouwde eigen land in oorlog dan in het onbekende, ongastvrije Bulgarije. Dat verklaart Nazmiyah’s doodernstige uitspraak ‘Stuur me dan naar Syrië, niet naar Bulgarije alsjeblieft. Als ik sterf, dan ben ik tenminste in mijn land.’
Weer mens worden
Het familiegeluk dat ze vanavond voelden, zij hadden het ook. Maar het is uiteengeslagen. Elk voorwerp waar een herinnering aan vast hangt, is voorgoed verdwenen. ‘Sindsdien heb ik amper gelachen. Hier, vanavond in jullie huis, heb ik mijn lach terug gevonden en de vrouw die ik vroeger was. Het was de mooiste dag van de laatste drie jaar’, drukt Nazmiyah mijn moeder op het hart, in het Koerdisch.
‘Als we in België ooit een eigen huis hebben, willen we jullie daar verwelkomen. En als Syrië weer een mooi land is, willen we met jullie genieten van de vrede op het land van ons dorp’, zegt Ahmad.
We geven, maar krijgen veel terug: we geven hen het geluk dat anderen hen afnamen; zij helpen ons de nederigheid en de menselijkheid te voelen die we vaak vergeten. Het herstel van hun waardigheid is een nieuwe menswording voor allebei. Door de muren te slopen die zogenaamde leiders tussen ons in bouwen, vind je bevrijding en geluk.
Pieter Stockmans
Lees hier de column ‘Beste Syriërs, kunnen jullie aub nog eens vluchten?’ en de bijhorende reportages over het Europese asielbeleid ten aanzien van de Syrische vluchtelingen.
Twitter: @VRIJHEIDenGELUK