Enkele vlucht naar Brussel, a.u.b

Mehreen Afzal

01 mei 2012
Blog

Enkele vlucht naar Brussel, a.u.b

Enkele vlucht naar Brussel, a.u.b
Enkele vlucht naar Brussel, a.u.b

Zondag 22 april. Vandaag is het 'hartal' in Bangladesh: algemene staking. Uitgeroepen door BNP, oppositiepartij die er de regering van beschuldigt geen vooruitgang te boeken in het opsporen van een van haar nationale kopmannen die vorige dinsdag verdween samen met zijn autobestuurder. En om duidelijk te maken dat het menens is, werden gisterenavond al enkele autobussen in brand gestoken en op verschillende plaatsen hevig gevochten. Zeker een dodelijk slachtoffer wordt gemeld.

Om het protest wat in te dijken heeft de politie gisteren een hele reeks oppositieleiders opgepakt en vastgehouden. En uit vrees voor nog meer geweld vandaag, blijven alle winkels dicht, sluiten de scholen en gaan velen niet werken. Ja, een hartal is geen gewone demonstratie; dat wordt steeds met serieus geweld geassocieerd. Toch moet dat niets ongewoons zijn hier in Bangladesh, want de eerste minister vond het niet de moeite om vroeger uit Doha terug te komen om de gemoederen te bedaren. Ze woont in de Qatarese hoofdstad de Unctad-conferentie bij over internationale handelsafspraken.

Het was dus onwezenlijk stil op straat deze morgen. Ik moest uitgerekend vandaag tegen 9 uur bij de Indische ambassade zijn voor mijn visum, want begin volgende maand heb ik daar een vorming met onze Indische partners over capaciteitsversterking. Bijna gaan auto’s op de baan, helemaal geen files. En zelfs geen barricades op de meer dan vijf kilometer die ik grotendeels te voet heb afgelegd. Aan een van de ronde punten sprak een jonge gast me aan. Of ik een minuutje tijd had. Zijn Engels was meer dan behoorlijk. ‘Ik geef Engelse les, ‘ verduidelijkte hij terwijl hij met me meewandelde. Hij woont alleen in Dhaka, zijn familie bleef in zijn dorp achter. En zijn grootmoeder is ziek en zou moeten geopereerd worden, maar heeft geen geld. Ik voelde het al aankomen; dit was mogelijk een creatieve manier om aan wat geld te komen. En de oma zal deze jongeman zeker niet komen tegenspreken. ‘Ik ben een christen en eigenlijk beschaamd dat ik geld moet vragen,’ gaat de overigens netjes geklede jongeman verder. Ik probeer hem wat suggesties aan de hand te doen van organisaties die op het platteland medische zorgen brengen voor wie het niet kan betalen. En of zijn collega’s en de directeur van de school waarin hij les geeft, ook hun steentje bijdragen? Na een kleine kilometer hebben we afscheid genomen, nadat ik hem toch een kleinigheid had overhandigd en verder succes had toegewenst. Of de oma daar beter zal van worden, weet ik niet. Maar dat wil ik al lang niet meer achterhalen.

Twee dagen eerder had ik een andere vreemde ontmoeting. Toen de chauffeur van een lokale organisatie me enkele opgevraagde documenten kwam overhandigen, drong hij in het deurgat met gretige oogjes erop aan ‘high confidential’ een babbel te mogen doen. Ik kon duidelijk maken dat ik net op dat moment in skype-vergadering met Brussel zat; en dat was niet gelogen. ‘Niets tegen mijn baas vertellen, want dit is heel vertrouwelijk,’ herhaalde hij. ‘En wanneer vertrek jij terug naar Brussel?’ ‘Ik ga mee; mijn vader heeft geld gespaard en ik ga naar Europa om daar mijn toekomst uit te bouwen. En jij kunt mij helpen. Jij moet me aan de juiste papieren helpen.’ Was dat even slikken, zeg. Ik voel direct dat ik hier helemaal niet kan helpen. Maar zijn vragende blik heeft blijkbaar alle hoop op mij gesteld. Moet ik trafikant zijn voor deze brave jongen? Dat gaat toch niet! Moet ik zijn zorgvuldig gekoesterde droom aan diggelen slaan door vlakaf te zeggen dat hij aan het verkeerde adres is? Ik was nog te onthutst om hem kordaat de deur te wijzen. Een enkele vlucht Brussel, dat is al wat hij vraagt. Ik durf me niet te bedenken hoeveel offers hij en zijn familie al gebracht hebben om deze stap te zetten. Gelukkig was er de skype-meeting om me uit de nesten te helpen.
 
Zijn vraag laat me toch niet los. Mijn aanwezigheid hier in het straatbeeld roept duidelijk bij een aantal lokale mensen verwachtingen op. Zoals ook bij Shahid, die mee voor me uitgekeken had naar een woonst. Hij belde me in de week of hij eens mag langs komen, want hij is op zoek naar een job. Ook al weet ik dat ik ook deze man niet kan helpen, toch heb ik hem uitgenodigd voor een tas thee. We zullen wel zien waar het ons brengt.