Europa in Congo: hoge ambities, veel geld en weinig impact

Blog

Europa in Congo: hoge ambities, veel geld en weinig impact

Europa in Congo: hoge ambities, veel geld en weinig impact
Europa in Congo: hoge ambities, veel geld en weinig impact

Na de Congolese verkiezingen van 2006 stond de EU als fiere peetvader naast de wieg van Kabila's Derde Republiek. Samen met haar lidstaten had de EU zowat 85% van het prijskaartje van de verkiezingen opgehoest. Humanitaire en ontwikkelingsprogramma's maakten Europa tot gulste partner, en de Unie ambieerde ook een leidinggevende rol spelen bij de hervormingen van politie, leger en justitie. Zeven jaar later staat Europa wat weggedeemsterd in de coulissen.

Niet alleen heeft het Europese schip in de eigen thuishaven zwaar averij opgelopen, er verschenen ook kapers op de Congolese kust. In 2007 kwam China langs de grote poort binnen met een miljardencontract, en in haar zog gingen ook andere partners meer ruimte innemen, bijvoorbeeld India, Tanzania en Zuid-Afrika.

Enkele dagen geleden bracht een auditrapport van het Europees Rekenhof dit wegdeemsteren nogal pijnlijk in beeld. In de periode tussen 2003 (toen de oorlog eindigde) en 2011 (de herverkiezing van Kabila) had de Europese Unie 1,9 miljard euro steun verleend aan Congo. Die werd nu geëvalueerd, met een focus op de steun aan verkiezingen, hervorming van politie, justitie en financieel beheer en de decentralisatie.

Hard oordeel

Het oordeel is hard. Het Rekenhof concludeert dat de impact van de Europese steun beperkt is. De samenwerking is wel gebaseerd op een doordachte strategie en concentreert zich op belangrijke noden, maar echte vooruitgang werd er amper geboekt op veel terreinen. Minder dan de helft van de Europese programma’s slaagde erin de eigen doelstellingen te verwezenlijken.

En waar er toch resultaten zijn, zijn ze volgens het Rekenhof niet duurzaam. De EU is er niet in geslaagd in een volwassen politieke dialoog te treden met de Congolese autoriteiten. De aanpak was vaak te technisch en had niet genoeg politieke visie en wil om goed beheer in Congo echt een stap vooruit te laten zetten. Programma’s zoals de hervorming van leger en justitie blaakten niet alleen van goede bedoelingen, maar ook van de nodige wereldvreemdheid. Gebrek aan terreinkennis en het onderschatting van de kwetsbaarheid van de Congolese staat maken dat de resultaten, als die er al waren, vaak oppervlakkig waren.

Dubbelzinnigheid

De Europese Unie heeft haar ambities in Congo niet waargemaakt en betaalt nu de tol van haar dubbelzinnige aanpak. Enerzijds ligt er een zware nadruk op verkiezingen als belangrijkste kenmerk van democratie. Anderzijds gaat men erg ver in het accepteren van niet-democratische praktijken bij de organisatie van die verkiezingen: van ad hoc grondwetswijzigingen over het schenden van mensenrechten en repressie tot de chaos rond de verkiezingen zelf. Die ambiguïteit wordt ter plekke haarfijn doorzien. Niet alleen door de machtshebbers die er handig gebruik van maken, ook de bevolking heeft geen illusies over wat ze wel of niet van democratisering kan verwachten.

Als Europa het verschil wil maken met haar steun aan democratisering en veiligheid zal het toch moeten waken over de geloofwaardigheid, de kwaliteit en de transparantie van de processen en de hervormingen die ze ondersteunt, en zich niet beperken tot het technisch begeleiden van formele oefeningen.