Europese zetel 6: Parisa Khosravi, Stockholm

Tess Vonck

Tess Vonck

03 april 2014
Blog

Europese zetel 6: Parisa Khosravi, Stockholm

Europese zetel 6: Parisa Khosravi, Stockholm
Europese zetel 6: Parisa Khosravi, Stockholm

Lang loofde het zichzelf als modelstaat, een voorbeeld van sociale integratie en gastvrijheid, maar ook het Zweedse DNA is niet langer imuum voor sociale problemen die de rest van Europa treffen. In Stockholm bestudeert student Parisa Khosravi (21) politiek als wetenschap omdat ‘het’ er altijd maar over gaat, maar niets ooit beter gaat. Als kind van een generatie migranten voelt ze zich soms een exotische clown, die als het de samenleving uitkomt af en toe uit haar Ikeadoos mag springen.

‘Waar klagen jullie over?’, zucht Valentyna N., een jonge Oekraïnse journaliste die drie jaar geleden uit de Krim naar Zweden moest vluchten omdat haar neus voor corruptie iets te diep in de vuile was van de regering snuffelde. Liever vrij en onzeker dan zeker in gevangenschap, huwde ze met een Rus in Zweden en ruilde haar kritische pen in voor een spoedcursus Zweeds. Een defecte verwarming en pech met couchsurfen brengt ons samen onder een deken in een Stockholms hotel. Beiden snifverkouden en kousenwriemelend.

In een mum van tijd hangt ze mijn ongemakkelijkheid over een relatief zorgeloos bestaan in België naakt aan de wasdraad. Uit mijn huid gekleed kan ik begrijpen dat ze weinig begrip heeft voor de zwaarmoedigheid waar jonge Zweden doorgaans mee beladen zijn. Haar pleidooi voor Europa komt als een schaamklap in mijn gezicht. ‘Hier krijg je als burger vrijheden waar wij alleen van kunnen dromen en toch zijn jongeren zo ongelukkig.’ ‘Hoeveel zijn er dan ongelukkig?’ ‘Hoeveel zijn we echt vrij’, vraag ik me af. ‘Hoeveel dagen ben ik onderweg?’ Ontelbaar is een noemer voor veel onjuistheden.

Anti-racisme rellen

Verenigd tegen zinloos geweld, racisme en structurele werkloosheid, spuwden allochtone buurtjongeren hun gal verpakt in Molotov-cocktails.

De Zweedse gastvrijheid is tot ver buiten Europa’s grenzen bekend. Nieuwkomers zouden hier meer maatschappelijk betekenen dan afdrukken in het stof op de weg van bouwwerf naar bouwwerf. Een rits rechten, gratis taalbad en een verregaand integratietraject moet hen van een nodige laag eelt voorzien om rimpelloos in de samenleving en haar schitterende potentieel te glijden. En toch wil het maar niet, willen ‘ze’ maar niet plooien.

Heftige anti-racisme rellen in een achterbuurt van Stockholm deden vorig jaar de illusie dat Zweden immuum zou zijn voor de sociale kwalen die de rest van Europa treffen in rook opgaan. In een kwetsbare wijk vol migranten kwam een dodelijk schot, verkeerdelijk of niet, terecht in een oud, seniel hoofd dat met een machete zwaaide. De politie wist van niets.

Verenigd tegen zinloos geweld, racisme en structurele werkloosheid, spuwden allochtone buurtjongeren hun gal verpakt in Molotov-cocktails. De onlusten breidden zich in mum van tijd uit tot andere migratiegevoelige wijken tot ver buiten Stockholm. Zweden wist van niets.

Generatie modder

Sofo

De Zweden vroegen zich massaal af hoe een land dat zichzelf looft als paradijs voor sociale welvaart, harmonie en gastvrijheid ooit het mikpunt kon zijn van raciale onlusten. ‘Typisch Zweeds probleem-vermijdend denken’, sneert mijn gastvrouw Parisa terwijl we struinend in het avondlicht de hipste straten van Stockholm verkennen.

Zoals New York Soho heeft, heet het epicentrum van hip Zweden Sofo: een half dozijn huizenblokken van matig architecturaal vernuft maar tot in de laatste details uitgekiende winkels vol vintage en hoge prijskaartjes.

Op een boogscheut hiervandaan groeide Parisa op. ‘Niet mis hé, voor een Blatte’, grapt ze. Haar mondhoeken krullen speels omhoog, alsof ze stof van haar neus wil jagen. ‘Modder. Dat is een lelijk woord voor wat ik ben’, antwoordt ze. ‘Ik ben hier geboren, maar moet me telkens weer verantwoorden voor mijn Perzische naam en Hongaarse looks. Er is zoveel onderhuidse discriminatie waar niemand de verantwoordelijkheid durft voor te nemen.’ Ze spreekt zinnen waar alle medelijden is van afgeschud, weigert zich voortdurend over de arm te strelen tot ze gevoelloos wordt.

Als kind droomde ze van een modeopleiding in de Verenigde Staten, maar haar huisdokter raadde haar voor alle zekerheid aan om toch niet te hoog te mikken, met zo’n vreemde naam. Haar eerste jeugdliefde groeide op in een extreem-rechts gezin, nam haar als exotische trofee mee naar huis om tegen ouderlijke schenen te schoppen, naar zijn vrienden om zijn politieke correctheid te bevestigen.

‘Waarom ik? Nu pas zie ik het duidelijk. Ik was voor hem een spiegel waarin hij zichzelf niet wou zien, hij mijn spiegel die me telkens weer eraan herinnerde dat ik anders was.’

Worstelen!

De samenleving, de media, de Zweden en hun stuntelige verontwaardiging: er was nog weinig braakliggend terrein te vinden dat iets aan haar verbeelding overliet. ‘Ik dacht dat racisme in het DNA van de Zweedse samenleving was gebakken. Gelukkig zat ik mis.’ Als ze niet was opgegroeid tussen kleverige Hongaars-Iraanse familiewaarden, was ze nooit aan een universitaire opleiding begonnen. De boodschap aan haar jonge zelf was duidelijk: je kan kiezen om hard te werken, maar moet niet te veel beloning verwachten.

Ook Europa moet meer durven worstelen, de confrontatie aangaan met haar burgers, vindt ze.

‘Je kan het probleem benoemen, roepen dat we er iets moeten aan doen maar het is vooral belangrijk dat individuen zelf beseffen wat zij er persoonlijk aan kunnen veranderen.’ Zwart op wit klinkt het misschien naïef, maar Parisa gelooft dat jongeren hierin verandering kunnen brengen. Al zijn de meesten meer met hun diploma en het effenen van hun carrièrepad bezig dan met de plooien in politiek en samenleving.

De Zweedse diplomafetisj.

‘Ik vertel mijn jonge zus elke dag dat ze niet bang moet zijn om te worstelen’, legt Parisa uit. ‘Veel van mijn leeftijdsgenoten hier weten niet wat het is om te vechten voor je plaats in de samenleving. Zweedse jongeren zijn doorgaans snel tevreden en bang van confrontatie.’

Ook Europa moet meer durven worstelen, de confrontatie aangaan met haar burgers, vindt ze. In haar ideale EU zitten jongeren niet langer op de bank, maar leven in een transparante samenleving die hen in staat stelt om volwassen burgers te worden. ‘Jongeren moeten in de eerste plaats zelf ook meer durven worstelen, in hun hoofden én in het stemhokje.’ Daarvoor moeten ze wel met gelijke middelen kunnen strijden. Haar boodschap aan de maatpakken in Brussel en Stockholm ruikt naar Pink Floyd: wees niet de zoveelste baksteen in de muur!

Generatie Y versus I

‘Natuurlijk! Politiek bepaalt ons leven. Het gaat er altijd maar om, maar er verandert nooit iets en als er gestemd moet worden, weet niemand waar de wind draait,’ zucht Parisa als ik haar vraag of ze eind mei zal stemmen. Absenteïsme. Apathie. Dat soort woorden jagen haar de stuipen op het lijf. Alsof jongeren geen pathos zouden hebben, niet aanwezig zijn en als holle, zwevende atomen ergens doelloos in hoopjes rondhangen wachtend tot ze de juiste landingsbaan hebben gevonden.

‘Als iedereen zwarte vestjes draagt, moet je hier niet met een wit exemplaar opdagen. Dat de samenleving hen bemoedert en niet in hen gelooft, dwingt jongeren om een eenheidsworst na te streven. Wie daar niet bijhoort, valt diep.’

Hoewel een kind van de Me, Myself en I-generatie is Parisa bezeten door burgerzin. Ze berijdt het leven alsof het een paard is. Dorstig. Stuurloos. Vers gegraasd gras komt op hoopjes, hoop verzameld voor anderen. Als kind teste ze alle religies uit, ging als tiener in Zambia op zoek naar de perceptie van geluk en wil voor haar dertigste in minstens tien wereldsteden gewoond hebben. Ze zetelde in het Europese Jeugdforum en zwaait sinds kort als jongste vice-oorzitter ooit de plak in de Stockholm Association of International Affairs, een vooraanstaande organisatie die internationale politiek aantrekkelijk wil maken voor een jong en divers publiek.

Haar droom is om dit jaar nog een radiostation op te richten waarin jonge studenten zelf nieuws maken, op de manier die ze willen maar binnen bepaalde thema’s die de machtsverhoudingen in de wereld rondom hen onder de loep nemen. Zo wil ze de kloof tussen jongeren en politiek dichten, ‘Want alleen zo kweek je een generatie volwassen burgers’, klinkt ze vastberaden.

‘Als niets meer lukt rechts, ga dan links’, lees ik op een etalageraam op weg naar de ferry richting Finland. Ergens in de periode van ontkenning bevindt zich een kantelpunt. Een sprong in de tijd waarin iets dat nog te redden valt, wordt omgedraaid naar iets dat kansloos is. Ik vraag me af hoeveel momenten van ommekeer me zo geruisloos zijn ontsnapt, hoeveel jongeren in Europa die stille verleiding om ‘het’ nog even uit te stellen nog kunnen weerstaan. Ontelbaar is ook een noemer voor veel juistheden. Voor Parisa begon het lang voor en eindigt ‘het’ niet na éénentwintig.

Tags