“‘Haïtiaanse verkiezingen in het najaar’
De komende 6 maanden beloven een politiek spannende en misschien ook een sociaal gespannen periode te worden in Haïti. Er komen parlements- en presidentsverkiezingen aan en de aanloop gaat alvast gepaard met de nodige problemen. Bij de vorige verkiezingen werd de meest populaire partij uitgesloten en werd ex-zanger Sweet Micky president Michel Martelly van een land in puin en in rouw. Een uitgesproken kanshebber om Martelly op te volgen is er momenteel niet.
Een nieuwe grondwet in 1987, na 30 jaar Duvalier-dictatuur, moest Haïti naar een democratische staatsstructuur leiden. Van dan af zou het land functioneren met een president, een regering met een premier, ministers en staatssecretarissen en ten slotte een tweekamerstelsel met 99 afgevaardigden (118 vanaf de volgende legislatuur) en 30 senatoren.
Om de vijf jaar wordt een nieuwe president verkozen die zichzelf niet kan opvolgen meteen na het eerste mandaat. De afgevaardigden en twee-derde van de senatoren worden elke vier jaar verkozen, de overige senatoren elke twee jaar. Zij zijn allen steeds herverkiesbaar.
De eerste democratische verkiezingen vonden plaats in 1990.
De president draagt een kandidaat-premier voor, bij voorkeur iemand van de grootste partij in de twee kamers, over wie vervolgens gestemd wordt in de twee kamers. De eerste minister stelt vervolgens een regering samen die ook goedgekeurd moet worden door de twee kamers.
Het Conseil Electoral Provisoire (CEP) – de kiesraad, zeg maar – installeert en organiseert het gehele verkiezingsproces in Haïti sinds de grondwet van 1987.
De verkiezingen van 1990 zijn de eerste die georganiseerd werden door het CEP. Ook voor het eerst namen toen meerdere politieke partijen deel aan de verkiezingen.
Verkiezingen in 2010-2011
Met een land in puin en in rouw na de aardbeving was iedereen het er over eens de geplande verkiezingen in maart 2010 uit te stellen. Maar eigenlijk kwam zelfs november te vroeg. Honderdduizenden mensen verbleven in tentenkampen en bezaten geen identiteitskaart meer.
Vanaf oktober werden nog eens honderdduizenden mensen getroffen door cholera, veroorzaakt door het per ongeluk lozen van een septische tank van het Nepalees Minustah-compartiment in de levensbelangrijke Artibonite-rivier. Na lang de kaart van onschendbaarheid te hebben gespeeld, geeft het hoofdkwartier van de VN nu schoorvoetend zijn fout toe.
De meest populaire partij, de volksbeweging Fanmi Lavalas, werd uitgesloten van verkiezingsdeelname. Het CEP weigerde de gefaxte toestemming en handtekening van de naar Zuid-Afrika gevluchte partijleider en ex-president Jean-Bertrand Aristide.
In de internationale pers heette het dat ex-zanger en huidig president Michel Martelly een sterk mandaat ontving met 68% van de stemmen in maart 2011. In de eerste verkiezingsronde op 28 november 2010 stond hij met 235.000 stemmen op de derde plek, terwijl professor Mirlande Manigat leidde met 337.000 stemmen.
De kiezersopkomst lag in 2010-2011 met 23% ongezien laag.
Maar met een campagnebudget van 7 miljoen Amerikaanse dollars wist Martelly de overige kandidaten op een paar maanden tijd van hun sokken te blazen. Hij voerde zelfs campagne in Miami, waar heel wat diaspora leven. Uiteindelijk haalde hij tijdens de tweede ronde 717.000 stemmen binnen. De kiezersopkomst lag in beide rondes met 23% ongezien laag.
Ter vergelijking: Aristide ontving in 1990 1.107.000 (68%) en in 2000 2.633.000 (92%) stemmen met een opkomst van minstens 50%. En hoe dit uniek democratisch momentum werd gefnuikt, wordt elders uitvoerig belicht.
De regering Martelly-Lamothe
In de verkiezingen van maart 2011 deed Repons Peyizan, de partij waar huidig president Michel Martelly deel van uitmaakte, het veel minder goed dan Martelly zelf. De regeringsvorming was dus al van meet af aan een moeilijke oefening. Martelly’s eerste twee kandidaten voor de post van eerste minister werden geweigerd. Zijn derde keuze, Garry Conille, een technocraat met een sterk cv werd unaniem aanvaard, maar die man hield het zelf nog geen half jaar vol.
Huidig president Michel Martelly zal wellicht een positief rapport krijgen van de lokale elite en de internationale gemeenschap.
© OEA-OAS (CC BY-NC 2.0)
Daarna schoof de president Laurent Lamothe naar voor, ook iemand die net als Martelly eerder halfslachtig dan volmondig deel uitmaakte van Repons Peyizan. Na aanhoudende protesten zowel op de straat als in het parlement tegen de regering zette Lamothe zijn vriend Martelly uit de wind en hield hij begin december 2014 de eer aan zichzelf. Eind december zette zijn opvolger Evans Paul een “consensus-regering” op poten, maar noch hij noch zijn regering zijn goedgekeurd door de twee kamers.
Op 12 januari 2015 werd het parlement ontbonden. Twee weken voordien zou de regering een akkoord getroffen hebben met het parlement om amendementen op de kieswet te stemmen op zondag 11 januari opdat de kamers konden doorzetelen tot september 2015, in het midden van verkiezingsrondes. Die stemming gebeurde niet en sindsdien regeert Martelly bij presidentieel decreet. Maar tot excessen heeft dat vooralsnog niet geleid. De voornaamste internationale ‘partners’ van Haïti, de VS en de VN, geven aan de politieke situatie te betreuren en Martelly te blijven steunen.
Een huidige stand van zaken
Het CEP stelt een verkiezing voorop met rondes op 9 augustus (eerste ronde parlement), 25 oktober (tweede ronde parlement en eerste ronde president) en 27 december (tweede ronde president) en de organisatiekosten ervan worden geschat op 66 miljoen us dollars. Op dit moment echter is er nog maar 40 miljoen gevonden.
Er hebben zich iets meer dan 70 mensen kandidaat gesteld voor de presidentsverkiezingen, maar naar verwachting zal de definitieve lijst van het CEP minder dan 50 namen bevatten. Onder de voorlopige 70 kandidaten zijn er 23 wiens deelname gecontesteerd wordt. Het gaat hierbij vaak om directe dan wel indirecte betrokkenheid in strafzaken (zwendel, verduistering, drugstrafiek, fraude, moord, …).
In eerste instantie dient het Bureau du Contentieux Electoral Départemental (BCED) zich uit te spreken over de toelaatbaarheid van kandidaten voor de parlements- en presidentsverkiezingen. Maar het BCED weigert momenteel een beslissing te nemen over sommige gecontesteerde gevallen, want het wil eerst dezelfde vergoeding afdwingen die de leden van het Bureau du Contentieux Electoral National (BCEN) ontvangen. Saillant detail: het CEP kan souverein beslissen over eender welke kandidatuur, los van uitspraken door het BCED en het BCEN.
Afgetreden premier Lamothe wil gaan voor de hoogste post, maar zijn kandidatuur is alvast wel geweigerd door het BCED. Lamothe zelf spreekt van een politieke beslissing en laat het er niet bij. In de regering was hij behalve premier ook minister van buitenlandse zaken en van planificatie. In die laatste functie is er volgens het Haïtiaans rekenhof nog steeds onduidelijkheid over de bestemming van 4 miljard gourdes (om en bij 75 miljoen euro).
Het is op grond van het ontberen van een zogenaamde décharge dat het BCED tot nog toe drie presidentskandidaten, waaronder Lamothe, heeft geweigerd. Deze décharge is een bewijs van goed beheer van de middelen waarvoor de ambtenaar in kwestie eerder verantwoordelijk was. Staatsfunctionarissen, zoals ex-ministers, die zich verkiesbaar willen stellen, hebben een dergelijke ontheffing nodig en die wordt afgeleverd door het parlement.
Over andere kandidaten die evenmin een ontheffing bezitten, is nog geen beslissing genomen. Maar er is dus geen parlement sinds 12 januari en Martelly weigert decreten voor deze ontheffingen toe te kennen. Zijn woordvoerders wijzen er op dat Martelly’s voorgangers dit ook niet deden en wat betreft oud-ministers in zijn regering zou de president tegelijk rechter en partij zijn. Door deze impasse zoeken sommige kandidaten hun heil bij rechterlijke beslissingen, maar het CEP liet al weten deze niet te aanvaarden.
Opnieuw een wit konijn?
Het ziet er naar uit dat Martelly een positief rapport zal krijgen van de internationale en lokale elite. Onder zijn bewind – ‘Haiti is open for business’ – is de neo-liberale agenda alleen maar versterkt. Al zou het oneerlijk zijn op vijf jaar tijd van hem te verwachten wat al decennialang in dit land schier onmogelijk lijkt, toch is het dramatische sociaal-economische status-quo van de bevolking onaangetast gebleven.
Michel Martelly werd bij de verkiezingen beschouwd als een outsider en dat was een bewuste constructie. Het zou namelijk niet geholpen hebben als de nadruk kwam te liggen op het feit dat de man een duvalierist is en connecties heeft met tal van dubieuze figuren, om niet te zeggen flagrante criminelen.
Hij wil terug naar de good old days met een nationaal leger en hij wist dat zijn wens, een staatsbegrafenis voor de in 2014 overleden Baby Doc, een stap te ver zou zijn. De man en zijn entourage zijn beredeneerd te werk gegaan. Puin ruimen na de aardbeving en meetings met Herman van Rompuy en Barack Obama komen gelijk te staan aan vooruitgang.
Het presidentieel budget ging de lucht in en de schaar is bovengehaald in afdelingen zoals sociaal welzijn en onderwijs onder Martelly, maar dit wordt toegedekt door overmatig publiciteit te maken voor een schoolproject dat het vooral moet hebben van ruime interpretatie. Zijn ‘5 E’ programma (Education, Environnement, Etat de droit, Energie en Emploi) is een kwestie van perceptie en cosmetica.
Het is koffiedik kijken of er presidentskandidaten zijn die sociale verandering willen én een massa kunnen verroeren.
Toch zijn de vele, vreedzame betogingen en manifestaties het afgelopen jaar een teken aan de wand en mogen we de vele stakingen niet vergeten. Een paar honderdduizend kinderen hebben in januari meer dan twee weken rondgedoold in de stad omdat de leraars van publieke scholen staakten. Sommige zaken geraken amper in de internationale pers.
Het is koffiedik kijken of er kandidaten zijn die vol voor sociale verandering willen gaan en daarbij ook de massa op sleeptouw kunnen nemen. Geen enkele van de huidige kandidaten valt op tussen de rest zoals de presidenten Aristide en Préval, die elk twee keer verkozen werden, dat deden.
Dat doet de vraag rijzen of er opnieuw een wit konijn uit de hoed getoverd zal worden, net zoals Martelly geheel onverwacht president kon worden.
En intussen onder de mensen…
Een experiment in een nieuwe staatsvorm dat is opgestart in 1987 is een jong experiment. In een samenleving die keihard is opgedeeld tussen een arme massa, een verwaarloosbare middenklasse en heel kleine superelite staat democratie sowieso in de kinderschoenen. Politiek leeft onder de bevolking, al hebben veel mensen er weinig vertrouwen in.
De torenhoge corruptie is de meest bekende voedingsbodem voor politiek cynisme. In verkiezingen uit zich dat sterk als campagnebudgetten verdeeld worden onder presidentskandidaten naargelang het aantal zitjes van hun politieke partij in het parlement. Voor veel mensen is het helder dat de meeste figuren deelnemen met uiteindelijk maar weinig affiches en vers geld in de zakken.
Corruptie, onmacht en een gebrek aan identificatie voeden het cynisme onder de bevolking.
Ook onmacht en een gebrek aan identificatie spelen mee in het politiek cynisme. Er is dan wel een democratisch proces, namelijk verkiezingen, maar sociale vooruitgang blijft uit of wordt onmogelijk gemaakt. De meeste politieke figuren die belangrijke posten bezetten, kennen de taal van armoede of sociale ellende niet. Hoger geschoolde kiezers zoeken dan weer vaak naar een meerwaarde die ze niet vinden in politieke kandidaten.
De kiezersopkomst lag in 2010-2011 met 23% veel te laag en het is momenteel maar de vraag of dat zoveel beter zal zijn binnenkort.