Het Annapurna Circuit: het einde van een klassieker?

Blog

Het Annapurna Circuit: het einde van een klassieker?

Het Annapurna Circuit: het einde van een klassieker?
Het Annapurna Circuit: het einde van een klassieker?

Het Annapurna Circuit wordt voorlopig nog altijd geprezen als één van de beste trekking routes ter wereld, maar is de route die reputatie wel waard? In de afgelopen jaren werd er een weg langs aangelegd. Die weg is nog altijd niet operationeel omwille van jaarlijkse landverschuivingen in het monsoon-seizoen. Voor een 'veteraan' van het Circuit zoals ik verpest die onbruikbare weg echter wel het originele karakter van de trek. En als de weg ooit operationeel wordt, zal die weg uiteraard ook korte metten maken met het karakter van de regio als natuurpark.

Het Annapurna Circuit is gekend als een echte klassieker. Wikitravel – een zuster-site van Wikipedia die objectieve reisinformatie poogt te bieden – schrijft er het volgende over: “The Annapurna Circuit is considered one of the best treks in the world though road construction is threatening its reputation and its future as a classic trek.” Dat is een goede samenvatting inderdaad.

Het Circuit cirkelt rond het Annapurna-massief, dat niet minder dan 15 pieken van meer dan 7000 m telt, inclusief de top van Annapurna zelf (8091 m), één van de meest indrukwekkende achtduizenders. De ongeveer 230 km lange route leidt je over de 5416 meter hoge Thorung La bergpas en – uiteraard – door vele mooie dorpjes en prachtige landschappen. Maar langs het Circuit werd/wordt dus een weg gebouwd, en die neemt veel van de charme weg, ook al kun je vaak ‘rond de weg’ wandelen, langs de andere kant van de vallei, in plaats van erop. Jammer, want van de ruim honderdduizend trekkers die het land elk jaar bezoeken, kiezen – naar schatting – vier op vijf voor de Annapurna-route. Er is dus een financieel aspect: ook al zijn de permits voor andere routes duurder, dan nog is het Circuit een cash cow voor de betrokken autoriteiten. Reken maar: 80.000 bezoekers die elk ongeveer 40 US$ betalen voor hun toegangsticketje, dat is goed voor 2 miljoen Euro aan inkomsten per jaar. Alleen Mount Everest en het omliggende Sagarmatha Nationale Park brengen nog meer op, maar de commerciële  exploitatie van de hoogste piek ter wereld kan natuurlijk niet vergeleken worden met het – in vergelijking – massa-toerisme langs Annapurna: een permit voor Everest kost 10.000 USD per persoon, plus 80.000 USD voor de groep. Dat is dus 20.000 USD per persoon voor een groep van acht persoon, exclusief de kosten van de expeditie zelf (logistiek, sherpas, porters etcetera). Aan dat tarief heb je maar 120 Everest-fanatiekelingen nodig voor dezelfde financiële recette. Maar met de ongevallen dit jaar zit Everest misschien ook op zijn piek als snelverdiener? [Wat er met al die inkomsten gebeurt, is natuurlijk een andere onbeantwoorde vraag.]

Ik heb het Circuit drie keer gedaan: één keer als huwelijksreis – da’s dus twintig jaar geleden – en twee keer dit jaar, in april met mijn kinderen, en in de afgelopen weken (juli - ja, volle monsoon: elke dag regen), om te klimmen: de Pisang en Chulu Peaks zijn relatief makkelijke zesduizenders en  die wou ik dus ook eens proberen (Pisang is gelukt, maar net voor de top van Chulu Peak ben ik terug gekeerd: ik vond de zomersneeuw daar te verraderlijk). Misschien geven die drie ervaringen me nog niet het recht op een veteraanstitel, maar ik denk dat ik dus wel wat kan vergelijken.

Uiteraard is het Circuit nog altijd erg mooi. Vooral de zogenaamde hoge route (high route) van Pisang dorp (niet de 6100 m hoge berg) naar Manang, langs Ghyaru (3670 m) en Ngawal (3660 m) doet je de aanwezigheid van de weg eventjes vergeten. De klim over de pas zelf, van Manang via Thorung Pedi, volgt ook nog het oude pad. Maar voor de rest van het traject stap je dus op de weg, tenzij je een _om_weg neemt – langs Bahundanda bijvoorbeeld, maar dat is een lastige klim, net in het begin van de route (en dus niet tof); en op het einde van de trek kun je natuurlijk op de route van de Poon Hill trek springen (dat is wel tof - want je bent dan in vorm na 10 of 14 dagen stappen, en dus dan zijn al die trappen van Tattopani naar Ghorepani geen probleem ;-). Wat er ook van zij, de wetenschap dat er nu een weg ligt tussen (bijna) elk punt A en (bijna) elk punt B neemt – voor mij – veel van het originele reisgevoel weg: twintig jaar geleden was je echt ‘weg’ langs het Circuit - ver van alles. Een weg is modern; een weg betekent business; een weg is alles waar je van weg wil als trekker.

Wat mij ook opvalt, in vergelijking met twintig jaar geleden, is dat het Circuit nog altijd een relatief goedkope reiservaring is, maar dat het toch allemaal veel duurder en commerciëler is dan vroeger: je moet nu op 20 tot 30 Euro per dag per persoon rekenen - twintig jaar terug was het minstens vijf keer goedkoper. De reden is simpel: in elk dorpje heeft een tourism management committee de prijzen strak vastgelegd, en op een relatief hoog niveau (de prijzen in Besi Sahar - de districtshoofdstad die je passeert onderweg naar het trail head - liggen vijf (of zelfs tien) keer lager). De redenering erachter is logisch: meer inkomsten voor de lokale bevolking in de bergen. Veel van de lodges en guest houses echter worden gerund door outsiders die weliswaar lokaal personeel tewerkstellen maar ik moest toch vaststellen dat (a) dat lokaal personeel bar slecht betaald wordt, en (b) dat er bij dat lokaal personeel ook lokale kinderen zitten - de zogenaamde child servants. Kortom, it all feels a bit more nasty now as compared to twenty years ago. Het zelfde geldt trouwens voor de wegarbeiders: meestal gaat het daar om de armsten der armsten, inclusief vrouwen en kinderen die in de meest schrijnende omstandigheden moeten werken en leven.

Het meest bevreemdende is dat de weg – ondanks het feit dat er al zo vele jaren aan gewerkt wordt – nog steeds niet operationeel is. De belangrijkste reden is niet dat er hier en daar nog stukken met elkaar verbonden moeten worden. Dat is bijna helemaal gedaan. De echte reden is dat, tijdens het monsoon-seizoen (juni-september), land slides (aardverschuivingen) soms honderden meter van de weg vernielen, en dan moet alles terug van scratch opnieuw gedaan worden natuurlijk. Het zou enorme investeringen vragen om de nodige structurele versterkingen aan te brengen om de weg all year round bedrijfszeker te maken – geld en know how die, gelet op het nogal primitieve karakter van de werken, blijkbaar niet aanwezig is. Voorlopig zijn de vele porters (dragers) langs het Circuit – die, net zoals twintig jaar geleden, nog altijd op erg slecht schoeisel rondlopen – dus nog niet werkloos.

Ik denk dat het afwerken van de weg nog een paar jaar zal duren, en tot dan zal de weg alleen maar een lelijke ‘schreef’ in het beeld zijn - om het op zijn Vlaams te zeggen.

Op de vraag welke voordelen de weg eigenlijk heeft, blijft de lokale bevolking het antwoord meestal schuldig. Velen denken dat de weg meer, in plaats van minder, toeristen zal brengen. Een vreemde veronderstelling want de meeste trekkers vinden dat het ding inderdaad veel van de charme van de trek wegneemt - en vele trekkers die ik ontmoette, zeiden dat ze het Circuit niet aan vrienden zouden aanbevelen (en mond-aan-mond reclame werkt nog altijd het beste, niet?). Als er meer toeristen zullen komen langs die weg, dan zal het allicht een ander profiel zijn: meer Nepalezen, of Indiërs misschien. Aan de andere kant van de Thorung La pas, langs de Kali Gandaki rivier, is de weg wel al functioneel (de brede vallei maakt het bouwen van zo’n weg daar technisch eenvoudiger), en daar rijden inderdaad vele Indische auto’s (met Indische toeristen uiteraard), maar die gaan naar Muktinath omwille van Muktinath. Muktinath is immers een erg belangrijk hindoe bedevaartsoord. Iets soortgelijks heb je niet in de Manang vallei, dus ik denk niet dat de Manang-vallei in de nabije toekomst veel meer hindoe-toerisme zal zien, met of zonder weg.

Misschien meer tewerkstelling en - het gevleugelde woord - ontwikkeling? Nu al overspoelen goedkope Chinese produkten de markt: eens die aangevoerd zullen worden in vrachtwagens – in plaats van op de rug van dragers – zal het hek helemaal van de dam zijn. Vooral het effect op de lokale landbouw zal allicht dramatisch zijn: landbouw op hellingen tussen de 2000 en 4000 meter is erg arbeidsintensief.

Het meest onmiddellijk effect lijkt mij ontbossing te zullen zijn: het Annapurna-gebied is nog altijd merkwaardig groen en bebost, en ik denk dat dat deels toegeschreven kan worden aan het feit dat commerciële hout-exploitatie er voorlopig nog altijd fysiek niet mogelijk is, omdat het gekapte hout niet weggevoerd kan worden. [Afgaande op wat in andere natuurgebieden gebeurt, denk ik de hout-exploitanten niet afgeschrikt zullen zijn door het feit dat de regio een officieel natuurpark is.] Mijn prognose is dus dat de weg – eens operationeel – het huidige karakter van de Annapurna Conservation Area als natuurgebied zal veranderen.

Ik hoop dus dat de monsoon-regens in de komende jaren de wegenbouwers zullen blijven pesten.