“‘Het gevaar van een leesgroep in Angola’
Een leesgroep doet mij denken aan keuvelende mensen, kopjes thee, en het gegons van namen van literaire klassiekers door een huiskamer. Warm, gemoedelijk en – eerlijk gezegd – niet direct spannend. Voor Angola klopt dit beeld helemaal niet. Daar staat een leesgroep namelijk middenin de rauwe politieke werkelijkheid.
In juni werden 15 jonge lezers gearresteerd omdat ze een workshop bijwoonden waarin boeken over politiek protest werden gelezen. De jongeren zijn allen lid van de ‘Revolutionaire Beweging’ in Angola, een kritische groep die de misdaden van het Angolese regime aan de kaak stelt. Een paar dagen later werd ook de universiteitsdocent en filosoof Domingos da Cruz aangehouden.
Hij zou tijdens de workshop een lezing geven over zijn nieuwste boek: ‘Gereedschap om een dictator te vernietigen en een nieuwe dictatuur te voorkomen’, maar was in laatste instantie verhinderd.
Voor een deel van de arrestanten was het niet hun eerste kennismaking met de Angolese politie. De rapper Luaty Beirão werd al eerder gearresteerd en ook de 19-jarige Manuel Nito Alves zat in 2013 enige maanden in de gevangenis wegens het vervaardigen van subversieve t-shirts. De journalist Sedrick de Carvalho werkt voor Folha 8, een blad dat stelselmatig wordt tegengewerkt door de regering.
De huizen van de arrestanten werden doorzocht en hun bezittingen geconfisceerd, zonder huiszoekingsbevel. Sommige arrestanten worden vastgehouden op een onbekende plaats en hun familie kan hen niet bezoeken. Het contact met hun advocaat wordt gedwarsboomd en de gevangenen zouden geïntimideerd worden en doodsbedreigingen krijgen. Een deel van de groep is inmiddels in hongerstaking, zowel nationaal als internationaal zijn er solidariteitsmanifestaties en Amnesty International is een actie begonnen.
Nervositeit en/of de macht van het woord
In een artikel argumenteert Simon Allison dat de affaire aantoont hoe verschrikkelijk paranoïde de Angolese regering is. En gelijk heeft hij. De Angolese regering is paranoïde. Maar je kan het argument ook omdraaien. Je kan, zoals Allison, stellen dat het van vergaande nervositeit getuigt als je je als regering zelfs druk maakt om leesgroepen.
Je kan stellen dat het van nervositeit getuigt als je je als regering druk maakt om leesgroepen.
Maar het getuigt evenzeer van de macht van het woord. Lezen, boeken, literatuur – en ook rap en t-shirts – hebben een enorme invloed. De angst van de Angolese regering is terecht: iedere dictatuur probeert de pers aan banden te leggen, weert zich tegen de verspreiding van kennis, probeert om alle creativiteit en verbeelding in de kiem te smoren. Omdat literatuur niet onschuldig is: het is een manier om met de werkelijkheid om te gaan en er op te reflecteren. Net daarom zijn pervrijheid en ‘leesvrijheid’ zo een hoog goed.
Verder lezen?
Rafael Marques, ‘Angolan Authorities Detain Youth Protesters as “Coup Plotters”, Maka Angola (25 juni 2015, de hele site is interessant)
Simon Allison, ‘Reading the revolution: the book club that terrified the Angolan regime’, The Guardian (30 juni 2015)