Het wereldbeeld van Moses Isegawa

Het wereldbeeld van Moses Isegawa

Janine Meijer

01 januari 2001

"Het wereldbeeld van…" is een nieuwe serie interviews in Wereldwijd Magazine. We vertrekken van zestig beelden die de redactie koos uit de 80.000 dia's in onze kasten. De gast kiest er drie foto's uit en geeft commentaar bij die keuze. Op deze manier willen we u kennis laten maken met het wereldbeeld van bekende en minder bekende gesprekspartners. De spits wordt afgebeten door de Nederlands-Ugandese schrijver Moses Isegawa, auteur van de succesvolle debuutroman Abessijnse kronieken. In februari verschijnt zijn derde boek Twee chimpansees.

Midden in de Noord-Hollandse polders, geklemd tussen het IJsselmeer en de Noordzee, ligt Beverwijk. De woonplaats van Moses Isegawa, de man die door onze noorderburen wordt omschreven als de Nederlandse Rushdie. The New York Review of Books vindt dat een lichtjes racistische omschrijving. Als Isegawe dan toch zo’n geniaal schrijver is, waarom wordt hij dan niet aangeprezen als de nieuwe Mulisch? In Isegawas woonkamer wordt zichtbaar geleefd, gewerkt en geslapen. Een enorme computer neemt bijna de hele eettafel in beslag. Een opblaasbare plastic koe is achteloos is een hoek gegooid. Drie horloges zijn met spelden op de kale muur geprikt. Verder boeken, heel veel boeken, op de bank, onder de tafel, in de keuken, tussen de kranten en op de grond. Om drie foto’s te kiezen heeft Isegawa niet veel tijd nodig. Hij bladert het stapeltje snel, bijna nonchalant door. Hij neemt een foto van een man in een taxi in Port-au-Prince, Haïti, van een Rajasthaanse zanger op het Sfinxfestival in Boechout en van een groepje demonstrerende mannen op een heuvel in Abidjan, Côte d’Ivoire.

Wat spreekt u aan in het beeld van de man in een Haïtiaanse taxi ?

‘De man denkt na terwijl hij reist. Hij mijmert over waar hij vandaan komt en waar hij naartoe gaat. Ik reis zelf ook veel. Voor mijn werk kom ik regelmatig in Finland, Duitsland, Engeland en Amerika. Ik ga erheen om over mijn boeken te vertellen en interviews te geven. Het is een mooie manier van reizen, want zelf hoef ik er niets voor te doen. Mijn uitgever regelt alles. Zij bestelt het vliegticket, boekt een hotel en zorgt dat er een taxi klaar staat om me van het vliegveld te halen. Een meer comfortabel exemplaar dan die van de foto, natuurlijk. Ik hoef me alleen maar te laten leiden. Ik doe mijn werk, loop een beetje rond en hoop dan weer snel naar Nederland terug te kunnen. Thuis wacht ik tot mijn uitgever belt voor de volgende reis. Ik reis nooit om na te denken. Als ik wil nadenken, blijf ik thuis, dan ga ik op de bank liggen en luister naar muziek. Of ik ga naar buiten om boodschappen te doen en met iemand iets af te spreken. Maar ik neem niet de trein naar Amsterdam of de boot naar Londen om na te denken. Alles wat ik nodig heb, zit al in mijn hoofd. Ik heb geen nieuwe impulsen van buitenaf nodig. Ik hoef niets te gaan zoeken, want het is er al. Het enige dat ik moet doen, is lang genoeg wachten tot het eruit komt.’

Komt u nooit op een plek waarvan u meer zou willen weten of waar u misschien wat langer zou willen blijven?

‘Jawel. Ik vond Chicago en New York heel bijzonder. Ik was er nog nooit geweest en het was heel anders dan ik had verwacht. Het verschil tussen Europa en Amerika is enorm. Zo enthousiast en energiek als de Amerikanen zijn, zo terughoudend en gedwee gedragen de Europeanen zich. Amerikanen hebben een heel andere levensstijl. Ze vragen je niet waar je vandaan komt. Iedereen doet gewoon waar hij zin in heeft. Het contrast tussen arm en rijk is er veel groter wat tot gevolg heeft dat de mensen veel strijdlustiger zijn. Het is een samenleving die je scherp houdt. Gekken, gehandicapten, daklozen, alles loopt er door elkaar. Om aan geld te komen verkopen ze sigaretten en snoepjes op de stoep voor de meest luxueuze flats. Er is meer energie in Amerika. Dat voel en dat zie je. Ze zingen, ze lachen en ze liegen. De Amerikanen hebben een grote aantrekkingskracht en verrassen je telkens opnieuw. In Europa zijn de gekken en de gehandicapten opgeborgen in instellingen. De tegenstrijdigheden zijn vervlakt. Als je hier naar buiten kijkt, zie je steeds hetzelfde. Zelfs in Amsterdam gebeurt er niets. Ja, je ziet een paar hoeren achter een raam zitten of wat junks die ruzie maken. Maar verder?’

Het recht van de sterkste trekt u aan?

‘Nee, het leven is hard in Amerika, maar in Europa is het leven misschien nog veel harder. Hier moeten sommige mensen van een heel kleine uitkering leven. Die hebben het ook heel zwaar. Ze leven niet op straat, maar zitten wel opgesloten in hun flats. Gevangen in hun armoede. Armoede verborgen houden leidt tot niets, alleen tot eenzaamheid en onverschilligheid. In Amerika krijgt bijna niemand een uitkering. Zo wordt je gedwongen je op de straat te begeven. Je wordt er strijdlustig van. Het gevecht tussen de machtigen en de machtelozen is veel feller. Er is daar meer energie, meer woede, meer verlangen naar actie, omdat de tegenstellingen groter zijn en de mensen hun situatie moeten bevechten. Wie komt er in Europa nog in actie? Niemand. Logisch, want er wordt voor iedereen gezorgd. Stel, je gaat campagne voeren voor het milieu. Welke reactie krijg je? Geen reactie, want de burger vindt het milieu niet zijn verantwoordelijkheid. Dat is immers de taak van de regering.’

De tweede foto toont een Rajasthaanse zanger. Kunnen we iets van andere culturen leren door naar muziek te luisteren?

‘Nee, want muziek is oppervlakkig. Het kan je stimuleren of enthousiast maken, maar meer ook niet. Het is een illusie te denken dat je via muziek iets kunt leren over de strijd of de gevoelens van een bepaalde groep mensen. Als een muzikant een triestig liedje zingt, speelt hij dat hij droevig is. Wie zegt mij dat het zijn echte gevoelens zijn? Misschien is de tekst wel door iemand anders geschreven en de cd in een studio opgenomen. Nee, muziek als bron van kennis is bedrog. Ik heb nog nooit veel geleerd van muziek. Ik luister ook niet naar muziek voor de boodschap, wel vanwege de schoonheid van de klank. Ik hou erg van countrymuziek. Op kostschool in Uganda draaiden we ook altijd countrymuziek. Zelfs de priesters waren er gek op. Sommige mensen passen veranderen hun muziekkeuze naargelang de stemming waarin ze zich bevinden. Als ze vrolijk zijn, draaien ze salsa, als ze triestig zijn, zetten ze klassieke muziek op. Ik draai hele weken achter elkaar dezelfde cd’s van Congolese zangers als Papa Wemba en Koffi Olomide, maar als ik echt iets over Congo wil leren, lees ik een boek. Ik heb pas het gevoel iets over een land te weten als ik de geschiedenis ervan ken. Congo: koning Leopold, onafhankelijk in 1960, tien miljoen doden. Zoek de feiten, dan vind je vanzelf de kennis. Het heden kan nooit zonder het verleden worden bestudeerd, alleen beseffen nog maar weinigen dit. De berichtgeving in kranten en op televisie is heel oppervlakkig. Bij het nieuws wordt er geen enkele achtergrond meer gegeven. Ze tonen gedurende twintig seconden wat beelden, maar een degelijke analyse ontbreekt. Bovendien gaat het alleen maar over Europa of Amerika. Afrika komt zelden nog in beeld en als het continent aan bod komt, gaat het alleen over de Nederlandse of de Belgische betrokkenheid bij een Afrikaanse oorlog. De kijkcijfers tellen, de oplage moet omhoog en Afrika alleen verkoopt niet.’

Mensen zijn niet geïnteresseerd in nieuws over Afrika, zegt u, maar ze lopen wel massaal warm voor muziekfestivals met Afrikaanse muziek.

‘De belangstelling voor Afrika is inderdaad heel beperkt. Je kunt Afrikaanse muziek consumeren zonder echt in het continent geïnteresseerd te zijn. Dit stoort me zeker, want Afrika heeft Europa rijk gemaakt, maar je merkt er niets van. Zie jij ooit wel eens producten waarop staat made in Africa? Het lijkt soms net of Afrika niet bestaat, maar het bestaat wel. De diamanten, het goud, de koffie, alles komt uit Afrika. Het continent wordt leeggehaald maar profiteert nergens van.’

Het laatste beeld toont een groep Afrikaanse mannen boven op een berg. Een van hen heeft zijn armen opgeheven. Wat spreekt u hierin aan?

‘De combinatie van schaduw, licht en wolken is heel mooi op deze foto. Het beeld symboliseert voor mij de afhankelijkheid van mensen tegenover de natuur. De natuur is belangrijker en sterker dan wij. We maken de natuur echter stilaan kapot. De gevolgen daarvan zijn overal om ons heen zichtbaar: stormen, orkanen en overstromingen. Het wordt steeds warmer en de ozonlaag smelt. Het milieu raakt meer en meer vervuild en het grootste deel van die verontreiniging wordt in het Westen veroorzaakt. Kijk maar naar de luchtverontreiniging in de steden of de chemische afvalstoffen van fabrieken die in de rivieren worden geloosd. Ons vooruitzicht op dit gebied is bijzonder slecht. Ik weet niet wat er gaat gebeuren als niemand ingrijpt. Mensen zouden er zich kwaad over moeten maken, maar ze doen dat niet. Ze denken alleen maar aan zichzelf en willen op korte termijn zoveel mogelijk geld verdienen. Van de bomen die in Congo en Uganda worden gekapt, maakt men hier lelijke tafels. Die staan dan een paar jaar in een huiskamer en worden vervolgens op straat gezet. Van de regering kun je op dit gebied niet veel verwachten. Die doet alleen het meest noodzakelijke. Ze belooft meer te investeren in milieuvriendelijke energiebronnen als zonne-energie en aardgas, maar bereikt uiteindelijk niets. Als ze wel wat zou willen bereiken, zou ze de bedrijven aan strengere milieuregels moeten onderwerpen en dat heeft een daling van de winst tot gevolg, terwijl iedereen juist naar een zo groot mogelijke economische groei streeft. De bevolking zou de regering moeten corrigeren, maar de mensen hebben het te druk met zichzelf, of ze nu oud, jong, rijk of arm zijn. Ze beschuldigen de politici, maar doen niets als je hen vraagt in actie te komen. Dat is het desastreuze gevolg van onze verzorgingsstaat.’