“‘Hosni Mubarak in New York: verslag van een zenuwslopende namiddag’
Eline Gordts
11 februari 2011
Een voordeel aan studeren aan een Midden-Oosten departement is dat op uiterst frusterende namiddagen als die van donderdag lessen worden geschrapt en studenten en professoren gezamenlijk voor al-Jazeera samentroepen. Toevallig – of misschien bijzonder vooruitziend – organiseerde het Kevorkian Center voor Midden-Oosten Studies aan New York University net gisteren een panelgesprek over de situatie in Egypte. Verslag van een zenuwslopende namiddag.
Aaron Jakes, een doctoraatsstudent aan het Kevorkian Center kwam net terug uit Egypte, en zette de belangrijkste gebeurtenissen in aanloop naar de revolutie uiteen.
Drie gebeurtenissen waren volgens hem cruciaal in het mobiliseren van de Egyptenaren.
In november vorig jaar vonden verkiezingen in Egypte plaats waaruit bleek dat een conflict was uitgebroken binnen de regeringspartij, de NDP. Kandidaten die nauw verbonden waren met het leger en de veiligheidsdiensten konden het steeds minder vinden met partijleden dicht bij Gamal Mubarak, de zoon van president Hosni Mubarak met sterke connecties in de zakenwereld.
Dan waren er de bomaanslagen op Koptische Christenen in December 2010. Als antwoord op de aanslagen, en op de hevige betogingen in de nasleep van het drama, trachtte het regime de sectarische spanningen in de hoofdstad te stillen. De overheid liet massaal posters verspreiden, waarop een versmolten halve maan en kruis te zien waren. De campagne bleek effect te hebben, en maakte, volgens Jakes, aan veel Egyptenaren duidelijk dat sectarische verschillen te overbruggen zijn. In de protesten de voorbije dagen kwamen religieuze verschillen dan ook zelden aan bod. “Zelf vaag religieuze slogans werden snel naar de achtergrond verbannen, en vervangen door seculiere, zelf door slogans uit het voetbal,” vertelde Jakes
En uiteindelijk was er de moord op Khaled Saïd, een jonge blogger in Alexandrië die brutaal door de ordediensten werd vermoord nadat hij een filmpje op het internet had geplaatst waarin politiemannen te zien waren die een drugsvanst onder zichzelf verdeelden. De moord op de blogger was een van de aanleidingen voor de eerste demonstratie op het Tahrirplein op 25 januari.
De tweede spreker, Helga Tawil-Souri doet onderzoek aan het Centrum voor Mediacultuur en Communicatie aan NYU. Ze is gespecialiseerd in media in het Midden-Oosten, en waarschuwde er voor de gebeurtenissen in Egypte niet louter als een twitter-, facebook- of blogrevolutie te beschrijven. Niet alleen nieuwe media zijn in deze revolutie belangrijk, ook oudere communicatiekanalen spelen nog altijd een bijzonder grote rol. “
“Een belangrijk deel van de media is ook nog steeds in handen van het regime,” legde Tawil-Souri uit. “Het regime probeert het internet en telefoongesprekken te controleren. Dus demonstranten doen beroep op andere vormen van communicatie, op pamfletten, graffittie en mond- aan mondreclame.”
Tawil-Souri wees er op dat zowel de activisten als de president trachtten hun boodschap via de media over te brengen, en beiden zijn zich daarbij erg bewust van hun publiek. Ze communiceren niet alleen met andere Egyptenaren, maar met een veel breder publiek. “Denk maar aan de protestborden op het Tahrirplein,” zei Tawil-Souri. Die zeggen Mubarak immers zowel in het Engels, Arabisch als Frans dat hij best kan opkrassen.
En ook de beeldvorming in de rest van de wereld is in de voorbije weken drastisch veranderd. Egypte heeft de wereld getoond dat het haar lot in eigen handen neemt, en op een geweldloze manier. Alleen Fox and Glenn Beck hebben het volgens de onderzoekster nog niet begrepen. “Misschien kan Egypte opnieuw het hart worden van de Arabische wereld, zowel cultureel als politiek,” sloot ze af.
Zackary Lockman, professor aan het Midden-Oosten Instituut bracht verschillende jaren in Egypte door. Hij had het afsluitend over de economische toestand in Egypte.
De levensstandaard in Egypte ging er de voorbije jaren alleen maar op achteruit, en dat wijt Lockman aan de liberale koers die het regime in Cairo de voorbije jaren voer.
Structurele Aanpassingsprogramma’s –de voorwaarden die het IMF landen oplegt bij het aangaan van een lening – dwongen de Egyptische regering drastisch in overheidssteun te knippen. Staatsbedrijven werden verkocht (vaak aan proxies van het regime), arbeiders afgedankt, broodssubsidies opgeheven. “Voor ons is brood dan wel een zekerheid, in Egypte hield goedkoop brood de voorbije jaren veel Egyptenaren in leven,” zei Lockman.
“De helft van de bevolking leeft nog steeds in het platteland, en ook daar ging het de voorbije jaren bijzonder moeilijk,” legde Lockman uit. Mubarak herriep landhervormingen, die in de jaren vijftig en zestig kleine boeren uit de nood hielpen. Grootschalige armoede dwong landbouwers naar de steden, maar ook daar faalde het regime. Werkloosheid en een lage schoolingsgraad deed het aantal Egyptenaren dat onder de absolute armoedegrens leeft met een kwart stijgen. Veertig percent van de Egyptische bevolking leeft vandaag van minder dan twee dollar per dag.
En dan was het iets over vier in New York, iets na tien in Caïro, en stond plots al-Jazeera weer op het hoogste volume. “Wat er ook gebeurt, het wordt geschiedenis,” had Craig Calhoun van het Instituut voor Public Knowledge zoeven nog gezegd. Geschiedenis werd het zeker.