Je weg vinden in Canada

Blog

Je weg vinden in Canada

Je weg vinden in Canada
Je weg vinden in Canada

Naar het schijnt gruwen de meest vluchtelingen van de lange ijskoude winters in Ottawa. Een remedie is blijkbaar om met je schaatsen het prachtige Rideaukanaal op te trekken. Ian en zijn vrouw vatten ooit het plan op om Somalische kinderen in te wijden in hun geliefde ijshockey. Een sponsor zorgde voor de eerste pupil voor een volledige uitrusting. Na een paar keer onderuit te zijn gegaan op de ijspiste, sloeg het kind volledig in paniek. Het heeft wat voeten in de aarde om een echte Canadese kerel te worden.

Maar voor het winter wordt, worden de vluchtelingen vast net als ik betoverd door de zinderende herfstkleuren. Het is een prachtige dag en ik heb het vaste gevoel dat de bomen hier veel uitbundiger kleuren dan bij ons.

Vandaag ben ik op bezoek bij het Catholic Centre for Immigrants, een grote service provider in Ottawa. Onze gastvrouw is Lucila Cabrera, een praatgrage Salvadoraans die hier ooit begon als receptioniste. Vandaag coordineert ze de ontvangs van hervestigde vluchtelingen in Ottawa. Bij aankomst verblijven die zes weken in een opvangcentrum waar ze een stoomcursus ´Canada´ krijgen. Daarna moeten ze verhuizen naar een eigen woning. CCI helpt hen die te vinden, net als een talencursus, een dokter, een school en een plan om werk te zoeken. Ze wijzen ook de weg naar andere diensten, onder andere het bredere integratieprogramma van CCI zelf. Het eerste jaar krijgen de vluchtelingen steun uit een apart programma van de overheid. Daarna moeten ze aansluiten bij het algemene welzijnssysteem. De problemen die ze daarbij tegenkomen, klinken me erg vertrouwd in de oren.

De Canadese overheid geeft migranten zelf een belangrijke rol in het integratiebeleid, las ik voor ik hierheen kwam. Dat is zichtbaar in deze organisatie. De overgrote meerderheid heeft een achtergrond als vluchteling. Lucila´s collega die de integratiediensten coördineert, is een Somali. Als er iets is dat we in Europa kunnen leren van Canada, is het dit wel.

Een bijzonder aspect van het Canadese resettlement systeem is het private sponsorschap. Voor ruwweg elke vluchteling die de overheid uitnodigt, kunnen Canadezen zelf een vluchteling laten overkomen. Dat kunnen ze doen als sociale organisatie , of als ´groep van 5´: elke groep van 5 indviduele Canadezen. Een jaar lang moeten ze dan financieel instaan voor het onderhoud van die persoon. Het is een manier waarop vluchtelingen familieleden, vrienden of andere leden uit hun gemeenschap naar Canada kunnen halen. Ze moeten wel via UNHCR de status van vluchteling hebben gekregen. Ik heb er een dubbel gevoel bij. Is dit voor de Canadese overheid een manier om haar plichten uit te besteden, of juist een mogelijkheid om een extra groep vluchtelingen een beter leven te bezorgen? Volgens Ihab, die me vandaag begeleidt, heeft het private sponsorschap nog geen invloed gehad op de engagementen van de Canadese overheid zelf.

Of de service providers de veranderingen in het beleid voelen? Zij doen niet echt aan beleidswerk, maar voelen het vooral in de dalende budgetten. Verschillende programma´s zijn al geschrapt. Lucila is vooral bang dat zij extra werk zullen krijgen door de gaten die de overheid laat vallen. Haar Somalische collega beaamt dit. Zijn dienst ziet ook privaat gesponsorde vluchtelingen en asielzoekers. Vooral die laatsten zien de hulp die ze krijgen, zeker medische hulp, verminderen.

In de namiddag krijg ik de kans een interview bij te wonen bij de Immigration and Refugee Board, de tegenhanger van ons Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen. Hier wordt bepaald welke asielzoeker als vluchteling zal erkend worden en welke niet. Een bejaard Haïtiaans koppel probeert de commissaris van dienst te overtuigen dat de man in Haïti met de dood bedreigd wordt. De Canadese asielprocedure begint met een schriftelijke aanvraag, maar de man kan niet lezen of schrijven. Hij weet niet precies wat er in zijn aanvraag staat. Telkens de commissaris vraagt naar een datum of een gebeurtenis tussen twee data, verzandt het interview bovendien in een Babylonische spraakverwarring. De man begrijpt gewoon niet wat hem gevraagd wordt.

Of hij een zaak heeft om als vluchteling erkend te worden, weet ik niet. Wat ik wel zie, zijn twee eenvoudige mensen die van bij hun aankomst vermalen worden in een molen van papier, jargon en voor hen onbegrijpelijke regels. Het is bij ons waarschijnlijk niet anders. ´Bonne chance,´ is alles wat ik kan zeggen.