Jonge ecologisten in Vlaanderen
Gijs Ory
01 november 2001
Sinds het einde van de Grote Verhalen afgekondigd werd, zouden jongere generaties vooral cynisch, radeloos of zonder doel door het leven gaan. Niet dus, er zijn in Vlaanderen nog broedplaatsen voor jonge mensen die op zoek zijn naar iets meer of iets anders. Goed tweeduizend ecologisten vinden onderdak bij de Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming (JNM), een organisatie die ook bij de anti-globaliseringsprotesten in Praag en Genua van zich deed spreken. Op zoek naar de drijfkracht van de beweging, belandde Wereldwijd Magazine op de naakte en slijkerige bodem van een Kempisch natuurreservaat.
‘Ik vraag mij af waarom ik ermee bezig ben en waar al de energie vandaan komt’, zegt Toon Vrelust, een jonge twintiger, pas gediplomeerd als filosoof en al jaren JNM-er. Zijn vragen waren ook mijn vragen en om een antwoord te vinden, werd ik door Toon Vrelust en Daan Janssens uitgenodigd naar De Zegge. In dit natuurreservaat, dat al jaren lijdt onder overbemesting en ruilverkavelingen, wordt een zomerkamp gehouden. Een groep jnm-ers verricht tien dagen noeste arbeid voor de instandhouding van een biotoop waar mossoorten en zeldzame plantjes zich perfect kunnen blijven inpassen. Bij valavond gooien de jonge natuurliefhebbers zich enthousiast op het volleybal. Toon, Daan en ikzelf zetten ons in het hoge gras, voor het meer filosofische werk.
MET DE HANDEN IN DE AARDE
Toon en Daan kwamen in JNM terecht als vogelliefhebbers. ‘Een heel belangrijk moment is, wanneer je vaststelt dat de vogels die je het ene jaar bewondert, er het volgende jaar niet meer zijn. Uiteraard stel je dan de vraag naar het waarom van die veranderingen. Je ervaart de schoonheid van de natuur, maar ook het geweld dat haar wordt aangedaan.’ Ervaring en beleving zijn blijkbaar sleutelbegrippen. Toon: ‘We proberen kinderen een basisgevoeligheid mee te geven en openheid te creëren voor de natuur. Hoe kan een kind de natuur leren kennen als het op de vingers getikt wordt wanneer het met de handen in de aarde wroet?’
Het exploreren van de natuur en de ecologische verfijning leidt voor deze jongeren tot inzicht in de samenhang van mens en omgeving. ‘Het geheel dat de natuur met haar omgeving vormt, staat in contrast met de vervuilende industrie die zich blijft opdringen’, zegt hij en hij gebruikt het woord holistisch om zijn eigen benadering van de natuur te omschrijven.
Bestaat er zoiets als een jnm-spiritualiteit? ‘Bijna niet’, vindt Daan. ‘Tenzij je spreekt over een spiritualiteit in de brede zin. Er is wel een gemeenschappelijke visie op milieu en natuur, maar die heeft weinig te maken met een zoektocht naar iets dat ons overstijgt. De volheid en de harmonie die ik in de natuur ervaar, vertaal ik persoonlijk wel in termen van pure scheppingskracht. De zin van mijn engagement bij JNM houdt echter geen verband met een spirituele zoektocht. Het is vooral de positieve natuurervaring van waaruit ik mij wil engageren.’
INSPIRATIE UIT DE ANDES
Voor zijn eindverhandeling godsdienstwetenschappen was Daan het voorbije jaar in Peru, waar hij de visie op mens, aarde en kosmos bij de Aymara’s onderzocht. Wat hem bijzonder interesseerde in die cosmovisión was de overtuiging dat de mens in een harmonische verhouding staat met zijn omgeving. ‘Terwijl in het Westen geluk en welvaart als doel gesteld wordt, nemen de Aymara’s het leven zelf als maatstaf van goed en kwaad.’ Een handeling is pas juist als ze het kosmisch evenwicht in stand houdt. Op die manier krijgt de mens een bijzondere plaats in de ecologische gemeenschap en een verantwoordelijkheid om bij te dragen tot dat evenwicht. In Peru zag Daan de indiaanse boer omgaan met de aarde, zonder het evenwicht in gevaar te brengen. De mens als deel van de schepping, niet als autonoom heerser. ‘Mijn fascinatie voor de Andes is geen geromantiseerd exotisme,’ beklemtoont Daan. De ervaring dat mensen een ecologisch inpasbaar leven kunnen leiden, probeert hij ook binnen JNM aan te bieden. ‘Op zo’n jongerenkamp zetten we kleine stappen in de richting van een ecologische levensstijl, door een biologische en vegetarische keuken bijvoorbeeld, of door ons te voet, met de fiets of met de trein te verplaatsen.’ Dat behoort volgens Daan tot de impliciete filosofie van JNM. ‘Het is prachtig om te zien hoe die groep jongeren hier in die stroming opgenomen wordt.’
DE WERELD REDDEN
Een jaar geleden stierf David Brower, de grondlegger van het milieuactivisme in de VS. Zijn motto Think globally, act locally, leeft verder bij JNM. In het verleden voerde de organisatie actie tegen genetisch gemanipuleerde gewassen, tegen de verdwijning van het polderdorp Doel of voor het herstellen van de haagaanplantingen in de Kempen. Recent staat JNM vooraan in de strijd tegen de globalisering. ‘Voor de ecologische beweging is dat een logische stap’, vindt Toon. ‘De toestand van het milieu is een probleem op wereldschaal waarin de rijkste industrielanden een groot aandeel hebben. In die zin is het lokaal engagement eenvoudig door te trekken naar de betogingen in Genua of het protest dat we de komende maanden in België mogen verwachten.’ De milieuwerkgroep van JNM trekt hard aan de kar, al wijzen heel wat leden erop dat hun beweging niet tot het antiglobaliseringsprotest gereduceerd mag worden.
Op de vraag of sociale actie kan uitmonden in nieuwe vormen van religiositeit, verwijst Daan Janssens naar het gebod van de naastenliefde. ‘Je naaste bevindt zich niet enkel binnen de sociale gemeenschap. Voor mij is de natuur de verdrukte en de zwakke van vandaag. Milieuverloedering is een even globaal probleem als de meeste sociale vraagstukken, en het moet aangepakt worden in solidariteit met kompanen uit het Zuiden.’ Toon Vrelust denkt dat de meeste JNM-ers nuchter en rationeel afwegen waarom ze zich voor de beweging engageren. ‘De ecologische crisis is er nu eenmaal, en er moet iets gebeuren. Met JNM willen we daaraan werken zonder een vast ideologisch kader aan te bieden. Het bewijs daarvan is de grote verscheidenheid binnen JNM.’ Die heterogeniteit ligt jnm-ers na aan het hart. In een beweging waar alles door en voor jongeren gebeurt, blijven pluralisme, basisdemocratie en het engagement van ieder lid de belangrijkste werkingsfundamenten.
Het is donker in De Zegge en het gras is nat. Op loopafstand van dit kleine ecologische utopia branden de nachtlichten van de fabrieksgebouwen van Union Minière in Olen. JNM zoekt dit soort spanning op: tussen lisdodden en radioactief afval, tussen het opbouwen van een groen bewustzijn en een bedrijf dat zich probeert te groenwassen. Een jongerenbeweging kan de wereld niet redden, natuurlijk, maar zonder dit soort jongeren is de wereld reddeloos verloren.