Kinderen steeds vaker doelwit in conflicten

Kinderen steeds vaker doelwit in conflicten

Thalif Deen

18 oktober 2007

Kinderen lijden steeds meer onder oorlogsgeweld. “Kinderen zitten niet enkel meer tussen twee vuren”, zegt Ann Veneman, directeur van het VN-Kinderfonds Unicef, “ze zijn in toenemende mate het doelwit van geweld, misbruik en uitbuiting.”

Tien jaar na het baanbrekende onderzoek van Graça Machel, de voormalige first lady van Mozambique, over de gevolgen van gewapend conflict op kinderen, komt Unicef met een vervolg. In tien jaar tijd is er weinig veranderd. De tientallen gewapende conflicten worden zelfs gevaarlijker, aldus het rapport ‘Willen jullie luisteren? Jonge stemmen uit conflictgebieden’.
Er is intussen wel een goed wettelijk beschermingskader, schrijft de speciale VN-gezant voor Kinderen en Gewapend Conflict, Radhika Coomaraswamy, in het rapport. “Het is nu tijd om dat te gaan gebruiken en overtreders te bestraffen.”
Volgens haar is elke schatting van het aantal kindsoldaten nattevingerwerk. Maar met de beëindiging van de oorlog in Liberia en Sierra Leone, lijkt het te zijn afgenomen, van zo’n 300.000 tot 250.000 kinderen.
De VN zouden veel kunnen doen voor kinderen die het slachtoffer zijn van oorlogen. “Bij de reïntegratie van kinderen na het conflict, bijvoorbeeld. En we moeten veel meer doen voor interne vluchtelingen. We denken dat er een direct verband is tussen de ronseling van kindsoldaten en een gebrek aan veiligheid bij gevluchte kinderen.” Veel kinderen worden recht uit de vluchtelingenkampen geronseld.
In 2006 waren meer dan 18 miljoen kinderen verdreven, met of zonder familie. 8,8 miljoen daarvan waren binnenlandse vluchtelingen. Zeker de helft van de kinderen die niet naar school gaat, leeft in conflictlanden.
Er zijn ook succesverhalen. In Ivoorkust zijn 1200 kindsoldaten vrijgelaten. In juni stemde de het Sudanees Bevrijdingsleger, één van de conflictpartijen in Darfour, in met de voorwaarden voor de vrijlating van kinderen en het voorkomen van nieuwe rekruteringen. Uganda treed strenger op tegen het ronselen van kinderen. In Tsjaad heeft de regering een overeenkomst met Unicef over de bescherming en reïntegratie van kinderen die slachtoffer zijn van gewapend conflict.
Er zijn echter nog veel kindsoldaten in Burundi, Tsjaad, Ivoorkust, de Democratische Republiek Congo, Nepal, Somalië, Sri Lanka en Sudan.
Coomaraswamy roept alle lidstaten op om hun verantwoordelijkheid voor kinderen op te nemen en hen alle noodzakelijke voorzieningen te bieden. “Kinderen moeten prioriteit krijgen voor, tijdens en na een gewapend conflict.” Ze eist verder ook de opheffing van de onschendbaarheid van mensen die ernstige misdaden tegen kinderen hebben gepleegd.