Kleine ondernemers, grote zorgen

Kleine ondernemers, grote zorgen

Janine Meijer

01 januari 2001

Het hangt er maar vanaf met welke bril je kijkt. Zowat elke Belg die de hoofdstad van Burkina Faso bezocht, weet je te vertellen hoe dorps en overzichtelijk Ouagadougou is. De straatstalletjes, de warme manier waarop mensen met elkaar omgaan, het geluid van de avondschemering, het behoort allemaal tot de charme van een stad die het zo goed als zonder hoogbouw stelt. Mamadou Ouedraogo woont in die stad en hij vertelt een ander, minder romantisch verhaal.

‘Solidariteit is een hol begrip in een stad als Ouagadougou,’ zegt Mamadou. ‘In de dorpen en op het platteland van Burkina Faso heeft solidariteit nog enige betekenis. Daar deelt de bevolking dezelfde geschiedenis en kent iedereen elkaar. Maar van zodra men naar de stad verhuist, valt dit sociale netwerk weg en is iedereen op zichzelf aangewezen.’ Ouedraogo is directeur van Prodia, een project dat startende ondernemers financieel steunt bij het opbouwen van een eigen bedrijf in de Burkinese steden Ouagadougou en Bobo-Dioulasso. ‘Wij willen ook de minder kapitaalkrachtigen in de stad de mogelijkheid bieden financieel onafhankelijk te worden. Onze klanten staan vaak nergens geregistreerd, hebben geen bankrekening en kunnen daarom voor een lening niet terecht bij een doorsnee bank’, vertelt Ouedraogo. De Burkinezen die een bakkerij, een kapsalon of een garage willen beginnen kunnen bij Prodia aankloppen voor een lening van minimaal 3000 en maximaal 60.000 frank. Na twaalf tot vijftien maanden moeten de schulden inclusief een interestvoet van twaalf procent terugbetaald zijn. De organisatie vraagt geen spaargeld als waarborg, maar verlangt wel dat een bekende van zijn klant zich garant stelt voor het geleende geld. ‘Soms lukt zelfs dit niet’, zegt Ouedraogo. ‘Een oude, rammelige bromfiets, een kapotte ijskast of een huis met een golfplaten dak is vaak het enige dat ons als onderpand geboden kan worden. Uit gebrek aan beter accepteren we deze voorwerpen dan ook.’