Krim-Tataren vrezen voor de toekomst
Matthew Collin
11 augustus 2010
De Krim-Tataren, een etnische moslimminderheid in Oekraïene, vrezen voor een toekomst van toenemende discriminatie nu een Russisch-gezinde regering aan de macht is gekomen.
“Ik ben hier al 960 dagen”, zegt Seydamet Smailov. Hij houdt in Simferopol de wacht bij een enorme stapel bakstenen die bedoeld zijn voor een grote moskee. “Ik had niet gedacht dat het zo lang zou duren”, zegt hij. “Maar omdat het mijn missie is, moet ik die volbrengen. Het is belangrijk voor de moslims in de Krim en voor mijn eigen kinderen.”
De lokale overheid blokkeert de vergunning voor de moskee, een zoveelste voorbeeld van discriminatie, klagen de Tataren. Smailov zegt zo lang te zullen wachten als nodig is: “Je moet doorzetten en je rechten beschermen”, zegt hij.
Tragische geschiedenis
De Krim-Tataren dragen een tragische geschiedenis met zich mee: tweehonderdduizend volksgenoten werden met geweld gedeporteerd door Stalin in 1944 na valse beschuldigingen van collaboratie met Duitsland. Ze mochten terugkeren in de nadagen van de Sovjetunie en vormen nu met zo’n 12 procent een etnische minderheid in de Krim, veruit gedomineerd door de etnische Russen.
Het belangrijkste probleem voor de Tataren is dat ze er niet in geslaagd zijn het land dat ze voor de deportatie bezaten, terug te eisen. Ze beschuldigen de overheid ervan weinig te doen voor hun reïntegratie in de Oekraïense maatschappij.
Sommige Tataren grijpen uit frustratie naar drastische maatregelen. Daniyal Ametov bijvoorbeeld richtte een organisatie op die het land bezet waarvan de Tataren vinden dat het hun rechtmatige eigendom is. “Toen de overheid maar bleef weigeren, moesten we onszelf organiseren omdat het land van onze voorvaderen aan Russen gegeven werd en ons historische erfgoed verloren ging”, legt hij uit. “Het is het voorbeeld van een zelfhulpgroep die een beweging werd.”
Wanhoop en volharding
Als ze geen vergunning krijgen om een huis te bouwen, nemen sommige Tataren een stukje land in en bouwen ze er een klein stenen huis, dat ze langzaam uitbreiden. Aan de rand van Simferopol zijn honderden van dergelijke huisjes te vinden. Ze zijn niet enkel het product van wanhoop, maar ook een teken van de volharding van de Tataren om hier een eigen gemeenschap te ontwikkelen.
De lokale overheid heeft al verschillende keren gewaarschuwd dat het een misdrijf is dat tot etnische spanningen kan leiden. De hoofd van het regionale parlement van de Krim, Vladimir Konstantinov, waarschuwde de Tataren onlangs nog het landprobleem niet te “politiseren” zodat het schiereiland “naar de toekomst kan kijken en niet dezelfde fouten als in het verleden maakt.”
De Tataren zijn vertegenwoordigd in het parlement, wat er volgens de overheid op wijst dat ze niet uitgesloten zijn van het politiek leven in de regio. Konstantinov benadrukt ook dat de overheid doet wat ze kan om de Tataren te helpen zich te vestigen.
Propaganda
Mustafa Jemilev is een held voor veel Tataren. Hij werd als kind gedeporteerd met zijn familie en bracht later jaren in de cel door als dissident onder het Sovjetregime. Nu is hij de leider van het politieke orgaan van de Tateren, de Mejlis.
Jemilev is van mening dat de propaganda tegen de Tataren intenser geworden is sinds begin dit jaar een Russischgezinde regering aan de macht kwam in Oekraïne. “Alles wat met de Krim-Tataren te maken heeft wordt overdreven”, zegt hij. “Iedereen probeert ons op de slechtst mogelijke manier voor te stellen.”
De Krim was een deel van Rusland tot de Sovjetleiders het aan Oekraïne schonken in de jaren vijftig. Vandaag pleiten sommige pro-Russische politici openlijk voor een terugkeer naar Rusland, een idee dat veel Russische inwoners genegen zijn, maar dat Tataren zorgen baart.
Volgens Jemilev heeft de nieuwe Oekraïense regering de separatistische gevoelens laten groeien. “Agressieve pro-Russische groepen zijn bondgenoten van de staat geworden, terwijl de Krim-Tataren de tegenstanders zijn van zowel de overheid als de pro-Russische krachten”, zegt hij. “Daarom zitten we in zo’n moeilijke positie.”
De lokale overheid ziet dat anders en wijst erop dat de nieuwe Oekraïense president belooft heeft om de problemen van de Tataren op te lossen. Maar de Tataren hebben die beloftes al eerder gehoord, en meer dan twintig jaar na hun terugkeer hebben sommigen alle hoop opgegeven dat ze hulp kunnen krijgen van de overheid.