“‘L'Afrique, c'est chic’
De eerste kennismaking met Afrika verliep anders dan verwacht.
Als je reist is het altijd leuker om bij de lokale bevolking onderdak te vinden in plaats van in een hotel. Voor onze drie dagen verkenning van Johannesburg hadden we via via geregeld dat we bij een familie van Zimbabwaanse afkomst te gast konden zijn. Nietsvermoedend namen we de trein van de luchthaven naar de buurt waar onze gastfamilie woont. De treinlijn werd speciaal voor het wereldkampioenschap voetbal aangelegd, is erg beveiligd en wordt nu enkel nog gebruikt door toeristen. Al snel werd ons duidelijk waarom. Toen we aankwamen in Rosebank beseften we dat we in een luxebuurt waren beland. De Zimbabwaanse familie was erg vriendelijk en behulpzaam; we kregen hun reserve-villa (met zwembad, tuinier en dienstmeid) in bruikleen. Geen wonder dat de inwoners liever hun dure 4x4 gebruiken dan de trein! Op deze ervaring hadden we niet gerekend. Het voelt vreemd aan om uit het rijke Genève te vertrekken naar Afrika en om te belanden in een buurt die zoveel luxe uitstraalt dat je je er ongemakkelijk bij gaat voelen.
Constitution Hill
Maar zoveel gastvrijheid kan je niet weigeren natuurlijk. Dankzij de tips van onze lokale gidsen hebben we de drie vrije dagen ten volle benut. In Pretoria beklommen we de heuvel waarop het prachtige Union Building staat, het regeringsgebouw. In Johannesburg bezochten we Consitution Hill, waarop de restanten van een gevangenis en tegelijk het Grondwettelijk Hof te vinden zijn. Op die manier vormt de site een pijnlijke herinnering aan de Apartheid en tegelijk het geloof in rechtvaardigheid. Later de op dag konden we ook kennismaken met het beruchte centrum van Johannesburg: verkeer dat langs alle kanten lijkt te komen, een mensenmassa (waarin je als blanke toch opvalt), geuren die niet zijn thuis te brengen en gelukkig geen zakkenrollers.
Boereworst
’s Avonds kregen we al meteen een maaltijd voorgeschoteld bij de gastvrouw thuis, die toevallig de buurvrouw bleek te zijn van Nelson Mandela. Zijn huis is nog beter beveiligd dan de andere villa’s in de straat en dagelijks stoppen er bussen met toeristen om foto’s te trekken van de gevel. De gastheer toonde ons trots wat volgens hem typisch Zuid-Afrikaans eten is: ‘boereworst’ (op die manier geschreven, in het Afrikaans). Toen ik hem vertelde dat mijn oma wekelijks minstens tweemaal boerenworst eet, kon hij zijn verbazing niet verbergen. Uit beleefdheid hebben we benadrukt dat de Afrikaanse versie toch wel beter smaakt dan diegene die we hier kennen. Daarmee was onze gastheer gerustgesteld.
Intussen zijn we aangekomen in Drakensberg, een natuurreservaat geklasseerd als werelderfgoed. De wedstrijd is gisteren van start gegaan, een update volgt!