Magere musea in Minas

Blog

Magere musea in Minas

Magere musea in Minas
Magere musea in Minas

Minas Gerais trekt autocars vol toeristen. Er is veel te zien. De staat heeft een lange geschiedenis. Tiradentes vocht hier voor onafhankelijkheid tegen de Portugezen. Maar Minas is in de eerste plaats mijnbouw. Veel geschiedenis draait rond de rijkdom in de grond. Ouro Preto en Mariana zijn de voornaamste trekpleisters. Beide stadjes liggen 20 kilometer uit elkaar. Er gaat een toeristisch treintje heen en weer. En ze hebben allebei musea, of wat daarvoor moet doorgaan.

Mina de Passagem was vroeger een goudmijn

Mariana was de eerste stad in Minas Gerais. Rond het jaar 1700 begon hier de Braziliaanse goudrush. Aan de ingang van het stadje ligt de Mina de Passagem. Vroeger een goudmijn, nu een privé-museum, uitgebaat door een familie.

Bovengronds is er haast niets te zien. Onder een afdakje zit een machinist. Hij bedient een mechanische lier, die glimt van de smeerolie. De machine is misschien wel een eeuw oud. Maar het is de modernste machine die we hier zien.

Met de lier laat de machinist een wagonnetje langs een spoor afdalen in een gat in de grond. Per keer kunnen er 20 mensen naar beneden. Onze groep bestaat uit vrouwelijke senioren. ‘We gaan naar het middelpunt van de aarde’, roept er één, dit is het avontuur van hun leven. Zo gaan we 120 meter naar beneden. Dieper kan niet, daar staan hele verdiepingen onder water.

De eigenaars steken geen cent in dit museum

De pijlers die de plafonds schragen, zijn dik. Anders zou het boeltje instorten. In de hele duurtijd van de mijn, nagenoeg twee eeuwen, hebben ze hier 11 km2 gangen uitgegraven. Elke dag waren hier 3 à 4000 mensen aan het werk.

De tegenwoordige eigenaars twisten over de mijn. Eén helft wil voortgaan met het museum, de andere helft wil opnieuw goud zoeken. Vanwege de ruzie gebeurt er niks. Het museum heeft een Oorkonde gekregen. Het is zogenaamd een Modelonderneming. Maar het is een armzalig museum. De installaties zijn oud, de uitleg minimaal, de veiligheid voor de toeristen ‘ruin’ zoals ze in Brazilië zeggen, slecht dus. Zo te zien investeert de familie geen real in haar museum. Ze slaat er alleen maar geld uit.

Zo zet de familie wel een traditie voort. De Mina de Passagem is in 1819 geopend met Portugees kapitaal. Acht jaar later ging ze in Engelse handen over. De goudmijn sloot in 1985. De laatste vijftig jaar hebben ze officieel 35 ton goud geproduceerd. Hoeveel goud is er in twee eeuwen bovengehaald ? ‘Dat weten we niet,’ zegt de gids. Er zullen wel een paar ton van de band gevallen zijn.

Toeristische campagne van Vale

Boven de Mina de Passagem loopt een treinspoor. Nu rijdt er alleen nog een toeristische trein over, de Trem do Vale, van Ouro Preto naar Mariana. Passagierstreinen bestaan haast niet meer in Brazilië. Alle sporen zijn overgegaan in handen van privé-ondernemingen. Die laten alleen nog vrachttreinen rijden. Deze toeristische trein is eigendom van de firma Vale.

Het station van Mariana blakert versgeschilderd en zelfbewust in de middagzon. Het is opgeknapt met geld van Vale. De wachtzaal is nu een bibliotheek met een speelhoek voor kinderen. Voor hen staat een batterij animatoren klaar. In de gang vind je audio- en video-snufjes, ook weer met informatie voor de bezoeker. Buiten heeft Vale een interactieve speeltuin neergezet, waar je muziek kunt maken op slagwerk van aluminium.

Het station steekt af tegen de Mina do Passagem. De Mina is pover, het station is rijk. Vale pompt geld in station en trein. Het is een bestudeerde investering. Vale is een multinational, en voor elke stuiver die hij uitgeeft, wil hij graag een veelvoud terugkrijgen. Niet in entrees, niet in centen, maar wel in het gevoel dat de bezoeker van Vale overhoudt. Die denkt waarschijnlijk dat Vale een milde weldoener is. Vale boekt zo mentale winst. Operatie geslaagd.

Vale charmeert de bezoekers

Met deze operatie doet Vale aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemerschap, de onderneming neemt haar Corporate Social Responsability (CSR). Ondernemingen als Vale bestuderen CSR als een wetenschap. Ze willen alle knepen kennen en nieuwe knepen bedenken. Zulke multinationals verheffen CSR tot een kunst. Een verleidingskunst, want het uiteindelijke doel is dat het publiek hen gelooft, dat niemand nog vervelende vragen stelt.

Wie verleidt, verbergt zijn nare kanten. Over de ellende en het geweld die Vale veroorzaakt, vind je geen letter, laat staan een woord in het stationnetje van Mariana. Vale is een Grondstoffenjager. Het is de grootste ijzerproducent ter wereld. In Carajas in het Noorden van Brazilië is Vale met nieuwe, grootschalige roofbouw begonnen.

Vale bedreigt nochtans historisch erfgoed

En hier vlakbij, op zo’n twintig kilometer van Mariana, zit Vale in een combine met een andere mijnbouwreus, die BHP Billiton heet. Het is een tegennatuurlijk huwelijk, want Vale en BHP zijn directe concurrenten. Maar hier zetten ze de wedijver opzij, om samen erts uit de bodem te halen. Ze hebben daarvoor de gezamenlijke onderneming Samarco opgericht.

Samarco baat twee mijnen uit, die van Alegria en die van Germano. Ze azen op verdere uitbreiding. Als die er komt, worden in Mariana de ruïnes verwoest van een historische site waar slaven in het begin van de goudrush een stelsel van gangen hebben uitgegraven. Dat die brok geschiedenis allicht verdwijnt, wordt in Vale’s toeristisch station evenmin verteld.

In Mariana weet haast niemand dat Samarco voor de helft van Vale is. Zelfs de mijnwerkers en hun syndicalisten weten dat dikwijls niet. Wat niet weet, niet deert. Het stationnetje van Mariana is geen museum, het is een leugenloket.

De mijnschool van Ouro Preto

Ouro Preto was lang de hoofdstad van Minas Gerais. Nu is de stad de andere terminal van de Trem do Vale. De trein rijdt beneden in de vallei. De ouwe stad ligt op de heuveltop, aan het eind van steil stijgende gekasseide straten. En boven op de heuvel, nog hoger dan de hoofdkerk, werden de mijningenieurs klaargestoomd, in de Escola de Minas. Ze is opgericht in 1876. In een zijgang hangen portretten van de eerste directeurs en proffen. De stijfheid spat van hun kragen.

Achter in het gebouw wordt nog altijd lesgegeven. Vooraan hebben ze een museum ingericht, een echt museum dit keer. Ze hebben er een uitgebreide collectie minerale gesteenten en edelstenen. En ze vertellen er hoe ertsen uit mijnen worden gehaald. Maar ze moeten het met schaarse middelen doen, en de expositie blijft oppervlakkig. Je leert er iets over machines, je leert er niets over de machtigsten van de industrie.

Dit museum heeft potentieel

Vooraan in de Escola de Minas is een mijnschacht nagebouwd. Maar ze laat amper voelen wat het werk in een ondergrondse mijn betekent. Er hangt een oud schema van de Mina de Passagem, met een doorsnede van het gangenstelsel. Daar lees ik dat de reserves van de mijn die we in Mariana hebben bezocht in 1910 op 117.999 ton erts werden geraamd.

Er hangt een poster van Samarco waarop de concessies van Alegria en Germano zijn uitgetekend. Maar het zou veel rijker kunnen. Moest de Escola de Minas evenveel middelen hebben als de propaganda-afdeling van Vale, dan zou dit een eersteklas mijnmuseum kunnen zijn. Nu roeit de Escola met de riemen die ze heeft. Het resultaat is schamel.

Toeval of niet: net wanneer wij er passeren, houden de oud-studenten van de Escola de Minas hun jaarlijks congres. Tafels worden aangedragen voor het staand buffet, de plooien van de tafellakens worden gladgestreken. Congres en receptie worden mild gesponsord, door de bonzen van de mijnindustrie. Straks wordt hier intens genetwerkt. Dan zullen de Vale’s en Samarco’s opzichtig van de partij zijn.