Meer dan twintig doden bij aanvallen op Chinese scholen

Meer dan twintig doden bij aanvallen op Chinese scholen

Mitch Moxley

05 juli 2010

Er zijn de laatste tijd al vijf scholen aangevallen in China, de meest recente aanval vond in mei plaats. Daarbij vielen samen meer dan twintig doden, onder wie verscheidene kinderen. De daders leden vaak aan een psychische stoornis. Het legt een crisis bloot in de Chinese gezondheidszorg.

De bloedigste aanval vond plaats op 12 mei. In de zuidoostelijke provincie Fujian stormde een man een peutertuin binnen met een hakmes. Hij doodde zeven kinderen en twee volwassenen, keerde naar huis terug en pleegde daar zelfmoord. Het bracht het totale aantal dodelijke slachtoffers bij aanvallen op scholen in heel het land op meer dan twintig.
Verscheidene daders van deze aanvallen leden aan een psychische stoornis. Volgens schattingen van de Chinese overheid lijden minstens honderd miljoen mensen aan een vorm van mentale ziekte, 7 procent van de bevolking. Vorig jaar lieten mentale ziektes hartziektes en kanker achter zich als zwaarste belasting van de Chinese gezondheidszorg.

Diepere oorzaken

Uit recente berichten in de staatsmedia blijkt dat de regering het probleem begint te onderkennen. Premier Wen Jiabao zei onlangs dat “diepere oorzaken” aan de basis kunnen liggen van de recente aanvallen. Volgens de krant China Daily doet de regering nu “dringende stappen” om de behandeling van geestelijk zieke patiënten uit te breiden. Viceminister van Gezondheid Yin Li zei op een recente conferentie over openbare veiligheid dat de “sociale transformatie” de druk op de mensen verhoogd heeft en daardoor het aantal mensen met mentale ziektes heeft doen toenemen.
“Door de toename van sociale problemen, competitie, de kloof tussen arm en rijk en andere psychische obstakels stijgt het aantal mensen dat aan een mentale stoornis lijdt”, zegt Cao Rifang, ondersecretaris van de Vereniging voor Mentale Gezondheid in Hangzhou. “Deze patiënten bevinden zich in een onstabiele situatie en als er geen aangepaste verzorging is, dan kunnen deze mensen anderen makkelijk pijn doen. China heeft geen volledig verzorgingssysteem om mentale stoornissen te behandelen.”
Cao merkt wel op dat de overgrote meerderheid van de Chinezen met een mentale stoornis, blijft functioneren in de samenleving, zonder gewelddadige neigingen.

Taboe

In het lopende vijfjarenplan van de Communistische Partij van China (2007-2012) zijn mentale ziektes opgenomen als een belangrijk onderzoeksterrein. Beijing heeft beloofd zes nieuwe psychiatrische instellingen te bouwen om de 150.000 mensen met een mentale stoornis in de stad te behandelen.
Maar het opzetten van effectieve psychiatrische behandelingen zal de nodige tijd vergen in een land waar het onderwerp lang taboe is geweest. Tijdens de Culturele Revolutie was psychiatrie verboden. Voorzitter Mao Zedong schreef mentale ziektes toe aan een slecht begrip van de klassenstrijd.  Veel Chinezen die aan mentale ziektes leden, werden uit de instellingen gehaald en naar werkkampen op het platteland gestuurd.
Ook vandaag zeggen sommige functionarissen nog dat de recente aanvallen op scholen geïsoleerde incidenten zijn. Ze vragen meer veiligheidsmaatregelen.
Volgens een bericht dat vorig jaar in de Britse Telegraph verscheen, telt China slechts vierduizend gekwalificeerde psychiaters en nog eens vijftienduizend artsen die in psychiatrische ziekenhuizen werken.