“‘Met ongekende kracht’
Een plan om naar de zuidoostelijke tip van Bangladesh te gaan –waar het mooiste strand van het land ook de mooiste zonsondergang oplevert- krijgt vanuit de diepte van de oceaan een onvoorziene wending.
Dan ben je druk in de weer. Een bezoek aan de Chittagong Export Processing Zone, met eerst een gesprek met S.M. Abdur Rashid, general manager van de Bangladesh Export Processing Zones Authority. Die leverde overigens enkele opmerkelijk uitspraken af, waarover later meer. Dan een bezoek aan technologie- en lichtfabricant Op-seed Co, Ltd, een Japans bedrijf in de CEPZ.
Daarna een bezoek aan Youngone, een Koreaans bedrijf dat schoenen, outdoor uitrusting en ander textiel produceert voor de Europese markt. Dan volgt een gesprek met kapitein Mohammed Shahjahan, hoofd van de Chittagong Port Authority. Gevolgd door een drive-by bezoek aan de haven (waar nogal wat drive-by shooting plaatsvond, aangezien camera’s geen toelating kregen om buiten de bus te werken). Spullen opgehaald in het hotel, en weer op weg, verder naar het zuiden, naar Cox’s Bazar.
Tsunami-alert
En dan krijg ik onderweg een sms van Jef Van Hecken: zware aarbeving bij Sumatra (8,7 op de schaal van Richter), tsunami-alert.
Meteen zie ik de beelden van Banda Aceh weer voor me. De kilometers gladgeschoren stad, met hier en daar, als vergeten stoppels, een huis, een boom, restanten, en een jaar later nog steeds zoekende mensen. De verwoestende kracht van de vloedgolf die in 2004 over de stranden van Indonesië, Sri Lanka, Zuid-Thailand en Zuid-India walste, trilt na in het korte sms-bericht van Jef.
We zijn op weg naar het strand –het langste strand van de wereld of van het land, dat doet er even niet meer toe. 120 kilometer ononderbroken, subtropisch strand. Vanaf het hotel kan je de oceaan horen. Even later krijgen we het bericht dat de tsunami om 22.10 lokale tijd verwacht wordt in Chittagong en dus ook hier, 150 kilometer zuidelijker. Op een vreemde manier is dat geen verontrustende tijding. Toch niet voor ons. De vrees voor een nieuwe verwoesting in de regio blijft de rest van de busreis door mijn gedachten bruisen. Of is het ruisen. Of druisen.
Dreiging en opluchting
Altijd weer dat beeld van het strand in Banda Aceh. Exact een jaar na de ramp, een man en een vrouw zitten samen te staren naar de onwezenlijk kalme zee. Achter hun rug reikt de leegte verder dan je kan zien. Ik weet niet wat en wie ze kwijtgespeeld zijn, maar het verdriet was tastbaar, de dreiging eeuwig. Die dreiging, dat weet ik zeker, hebben ze vandaag opnieuw gevoeld. Zij, en tienduizenden of honderdduizenden mensen rond deze oceaan.
Bij aankomst is er de melding dat het tsunami-alarm voor Bangladesh afgeblazen is en zodra ik online kan, lees ik op BBC dat het hele gebied opgelucht kan ademen.
In een maanloze nacht steek ik de straat over en wandel over een met sfeerlichtjes verlicht straatje naar het strand. Over het nog warme zand naar de aanrollende golfjes. Een zee is een zee, met welke naam we haar ook benoemen.
Het is uitgerekend 22.10 uur. Enkele mensen wandelen over het strand. De sterren staan stil, de weinige wolkjes lijken ook niet te bewegen. Niets beweegt, alles beweegt. Maar niets wordt deze nacht voor eeuwig vernietigd en dat maakt met onvoorstelbaar blij. In gedachten (want in werkelijkheid ben ik niet zo’n grotegebarenmaker) spreid ik mijn armen naar de oceaan. Een gebaar van dankbaarheid. Beantwoord met het eeuwige schuimen van de stilte.